Week 1 Flashcards

1
Q

Waarom mislukken zoveel (ICT-)projecten?

A
  • Parkinson’s law
  • Planning
  • Studenten effect
  • Wachttijden
  • Multitasking
  • Kritiek pad
  • Requirements zijn niet goed opgesteld.
  • Er zijn geen prioriteiten gesteld.
  • De scope verandert/verhoogt constant.
  • De kwaliteit van het resultaat is niet wat de opdrachtgever had verwacht of wilde.
  • Samenwerking (en samenwerkingscontract)
  • Omgeving en communicatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is een project?

A

Een project is een tijdelijke samenwerking van een aantal mensen (meestal uit verschillende vakgebieden) om binnen een vastgestelde tijd een vooraf vastgesteld projectresultaat te bereiken met een vastgesteld budget.

Belangrijke kenwoorden:

  • Tijdelijke samenwerkingen
  • Multidisciplinaire
  • Vooraf vastgestelde tijd, budget en projectresultaat.

Voorbeelden:

  • Lego mindstorms of andere casusopdrachten
  • A2 en andere wegen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Benoem de kenmerken van een project.

A

Volgens boek H1

  • Tijdelijk
  • Uniek projectresultaat
  • Multidisciplinair
  • Projectdoel (Het ‘waarom’ van het project)
  • Opdrachtgever / Sponsor / ‘principal’
  • Projectorganisatie (projectleider en -team)
  • Resultaatgericht
  • Eigen budget
  • Bewaking voortgang

Volgens P.P. hc week 1

  • Tijdelijk
  • Uniek
  • Multidisciplinair
  • Doelgericht
  • Beperkingen
  • Onzeker
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Benoem de verschillen tussen routinewerk, planmatig werken en improvisatie.

A

Improvisatie:

  • Plotseling / ad hoc
  • Onzeker resultaat
  • Nieuwe taak waarbij veel vrijheid is om te proberen
  • Chaotische werkwijze

Projectmatig werken:

  • Te voorzien
  • Redelijk zeker resultaat
  • Nieuwe taak, planmatig voorbereidt
  • Werkwijze wordt geleidelijk duidelijker
  • Vrijheid deels beperkt doordat er van tevoren is doordacht hoe het zal gaan.

Routinewerk:

  • Herhalende, bekende taak
  • Resultaat is zeker
  • Weinig vrijheid voor eigen keuzes, omdat de werkwijze een vaste procedure is.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Benoem de 5 miljoen redenen waarom (ICT-)projecten kunnen mislukken.

A
  • Planning niet in orde
  • Parkinson’s law
    = “work expands to fill the time available for its completion.”
  • Studenteneffect
    = Op het laatste moment beginnen.
  • Wachttijden
    = Wachten tot andere mensen hun werk afmaken.
  • Multitasking
  • # Kritiek pad
  • Requirements zijn niet goed opgesteld.
  • Geen prioriteiten
  • Veranderende scope
  • Kwaliteit-resultaat
  • Samenwerking
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is faseren?

A

= Het opdelen/opknippen van een project in verschillende fases.

  • Zorgt voor overzicht.
  • Zorgt voor mijlpalen zodat het project niet als 1 gigantische opdracht voelt.
  • Zorgt dat je blijft communiceren met de opdrachtgever.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn de verschillende fasen van een project?

A
  1. Initiatieffase => ‘Waarom’
  2. Definitiefase => ‘Wat’
  3. Ontwerpfase => ‘Hoe’
  4. Voorbereidingsfase
  5. Realisatiefase => ‘Doen’
  6. Nazorgfase
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is faseren & beheren?

A

Het actief monitoren en controleren van een project.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn belangrijke aspecten m.b.t. het beheersen van een project?

A
GOKIT:
G = Geld; hoeveel kost het?
O = Organisatie; Hoe gaan we het doen?
K = Kwaliteit; Wat krijg ik?
I = Informatie; Wie moet wat weten?
T = Tijd; Wanneer krijg ik het?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn de voordelen van projectmatig werken?

A
  • Het project staat ‘buiten de dagelijkse orde’.
  • Beslissingsbevoegde opdrachtgever
  • Plan van Aanpak
  • Verantwoordlijkheden liggen vast
  • Fasering
  • Samenstelling projectgroep
  • Specifiek resultaat
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn de nadelen van projectmatig werken?

A
  • Tijd
  • Complex
  • Medewerkers ‘gat’ => Je haalt medewerkers uit hun reguliere werkzaamheden.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is het doel van het schrijven van een Plan van Aanpak?

A

Een plan van aanpak beschrijft op een voor alle betrokken partijen leesbare manier welke activiteiten er moeten gebeuren om het doel en resultaat te bereiken. Het resultaat is een goedgekeurd plan van aanpak.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Geef een voorbeeld van een sociaal project.

A
  • Alles m.b.t. het reorganiseren van de manier van samenwerken of cultuurverandering is goed.

VB: Reorganisatie, aanpassen werkprocedure.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Geef een voorbeeld van een evenement.

A
  • Alles m.b.t. een project waarbij het resultaat op een vast moment beschikbaar is.

VB: beurs, popfestival, etc.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat doe je met toeschouwers bij een project?

A

Monitoren => Je hoeft ze niet actief te informeren of te betrekken bij het project, maar je moet ze wel in de gaten houden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat doe je met Beïnvloeders van een project?

A

Deze moet je tevreden houden. Ze hebben veel invloed/macht maar weinig belang bij het project.

17
Q

Wat doe je met de Sleutelfiguren van een project?

A

Vertroetelen. Zij hebben veel invloed en interesse in een project.

18
Q

Wat doe je met de geïnteresseerden van een project?

A

Informeren. Deze mensen hebben weinig invloed, maar veel interesse bij een project.