Hogeschooltaal - Plan van Aanpak Flashcards

1
Q

Wat vertel je in de achtergrond van een project?

A

Je informeert de toekomstige projetmedewerkers en buitenwereld zo goed mogelijk over het project.

  • Omschrijving organisatie
  • Aanleiding tot het project
  • Probleemverheldering
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat vertel je over de doelstelling en het projectresultaat?

A

Projectdoel => Doelstelling = wat wil de opdrachtgever bereiken?
Gewenst projectresultaat => SMART, maar details later pas.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat beschrijf je voor projectgrenzen?

A

De afbakening van het project (lengte en breedte).
Lengte = tijd/wanneer is het klaar?
Breedte = wat wordt gedaan / voor wie geldt het project?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat houden randvoorwaarden in?

A

Voorwaarden waaraan een project moet voldoen om het project tot een succes te maken.
- Buiten de macht van de projectleden / opdrachtgever.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn risico’s van het onduidelijk/niet bepalen van de grenzen van een project?

A
  • Project kan eindeloos door lijken te gaan.
  • Onmogelijk om een goede planning te maken.
  • Te veel taken => “Door de vele bomen zie je het bos niet meer.”
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waarom zijn tussenproducten handig/nodig?

A
  1. Ze vormen meetbare mijlpalen die de voortgang van het project tonen.
    2.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waarom zijn tussenproducten handig/nodig?

A
  1. Ze vormen meetbare mijlpalen die de voortgang van het project tonen.
    2.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe kan je de kwaliteit van tussenproducten waarborgen?

A
  1. Aangeven hoe je het gaat meten.
  2. Hoe kwalificeer je het projectresultaat?
  3. Feedback.
  4. Extern advies.
  5. Nauwkeurige beschrijving benodigde software.
  6. Digitale beveiliging.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is belangrijk voor de projectorganisatie?

A
  1. Beschrijving projectorganisatie.
  2. Communicatieplan.
  3. Vergaderschema
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke soorten planningen ken je?

A
  1. SCRUM board.
  2. Netwerkplanning = met bolletjes
  3. Strokenplanning = met stroken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly