Projectmanagement H7 Flashcards

1
Q

Wat is SCRUM?

A

Een methode voor het uitvoeren van een project waarbij er ‘sprints’ van 1 tot 4 weken worden gehouden. Na elke sprint wordt een beperkt deel van het project opgeleverd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Benoem enkele voordelen van SCRUM.

A
  1. Projectteam kan snel starten en hoeft geen tijd te steken in het schrijven van projectplannen.
  2. (Tussen)resultaten sneller bekend + beschikbaar voor stakeholders.
  3. Methode biedt mogelijkheden flexibal omgaan met veranderingen tijdens het project.
  4. Snelle oplevering tussenresultaten zorgt voor grote betrokkenheid van het team.
  5. Tussentijds bijsturen en sneller leren door regelmatig tussenresultaten op te leveren. Ook voortschrijdend inzicht voor stakeholders, opdrachtgevers en projectteam.
  6. Scrum biedt goede mogelijkheden voor contact tussen team, opdrachtgevers en stakeholders.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Benoem enkele nadelen van SCRUM.

A
  1. Invoeren van Scrum betreft een cultuur- en organisatieverandering, waardoor er weerstand kan ontstaan bij medewerkers.
  2. Sommige mensen hebben moeite met de openheid van Scrum, zoals de zichtbaarheid van de voortgang.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is een shipable product?
En een user story?
En wat houden Product en Sprint backlogs in?

A

Shipable product => Werkend tussenproduct o.b.v. sprint backlog
User story => Wensen/eisen van stakeholders
Product backlogs => Lijstje met welke user story’s uitgevoerd gaan worden en de volgorde daarvan.
Sprint backlogs => Lijstje met deel van Product Backlog dat tijdens een sprint uitgevoerd gaat worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke rollen zijn er binnen Scrum?

A
  1. Product owner => Vertegenwoordigt gebruikers, klanten en andere stakeholders van het product.
  2. Scrum-teamlid
  3. Scrum master => Coach en ondersteuner van het Scrum-team; kent Scrum goed, laat het proces soepel verlopen.
  4. Stakeholders => Betrokkenen; communiceren niet rechtstreeks met het team.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke informatie is er bij het Scrum-proces?

A
  1. User stories => wensen/eisen betrokkenen
  2. Product backlog => Selectie v/d user stories, op volgorde van belang gezet + te besteden tijd.
  3. Sprint backlog
  4. Sprintplanning => planning met user stories omgezet tot uitvoerbare activiteiten
  5. Scrum task board => bijhouden voortgang
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke meetings zijn er tijdens het Scrum-proces?

A
  1. Sprint planning meeting
  2. Daily scrum meeting => ‘daily stand-up’, dagelijkse voortgang bespreking
  3. Sprint review meeting => Open bijeenkomst over wat geproduceerd is.
  4. Sprint retrospective meeting => Wat kan beter?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat doet een Product Owner?

A

Deze bepaalt in overleg welke user stories uitgevoerd gaan worden en in welke volgorde.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly