w8 hc.8 verbetering en opname van voedingscomponenten Flashcards
darmkanaal membranen
apicale en basale membraan
apicale voedingsstoffen kunnen tegen concentratiegradiënt worden opgenomen passief en actief
passief: stoffen mee met concentratiegradiënt, membraaneiwit is opening.
actief: tegen in, kost ATP co-transport van natriumion.
basale passief doordat er al veel glucose de cel in is gegaan dus nu met de concentratiegradiënt mee kan.
spijsvertering
mond: voedsel afbreken door kauwen en enzymen. + veel water
maag: voedsel gemalen + vocht en eiwitdenaturatie door zure milieu.
duodenum: gal emulgeert de vetten.
voedingssamenstelling
macronutriënten: koolhydraten, vetten, vezels
micronutriënten: minderalen, sporenelementen, vitamines
water en zouten: natrium, kalium, chloor.
enzymen
mond: amylase (breekt koolhydraten af)
maag: pepsine (voor eiwitvertering)
exocriene pancreas scheidt veel af: lipase (vetafbraak in duodenum)
bulk fase digestie en lokaal digestie
bulk fase digestie: grote voedselbrokken
lokaal digestie: moleculen die over het darmepitheel transporteren
koolhydraat digestie
zetmeel bestaat uit amylose en amylopectine dus a1,4, a1,4 en a1,6. 60%, dits ook D-glucose als bouwsteen.
hydrofiele stof, veel H bruggen
sucrose bestaat uit glucose en fructose dus a1,2 bindingen. 35%
lactose bestaat uit glucose en galactose B1,4 bindingen. 5%
allemaal D- ervoor als bouwstenen en dus 4 glycosidische bindingen in totaal.
cellulose
B1,4 bindingen maar kan niet worden afgebroken. dit is omdat de aanhechtingspunten voor enzymen verschillen. cellulose weer deruit bij ontlasting.
niet oplosbaar in water
monosacchariden
glucose, galactose, fructose
orientatie OH groep bepaalt of het glucose is.
fructose en galactose hebben C=O.
als ringstructuur dan a of B
a: OH onder de ring
B: OH boven de ring
picca
a-amylase
gemaakt door speekselklieren en pancreas en kan alleen a1,4 breken. = endoglycosidase.
na knippen onstaat maltose of maltotriose.
knipt geen a1,4 naast a1,6 zo onstaan dus a-gelimiteerde dextrines.
hele duidelijke picca
tweede fase koolhydraat digestie
maltose, maltotriose en a-gelimiteerde dextrines worden verwerkt tot enkelvoudige glucose moleculen door membraan gebonden hydrolases. hierdoor kunnen ze worden opgenomen in de cel
maltase breekt a1,4 (voor maltose en maltotriose)
sucrase-isomaltase vertakking punten a1,4 en a1,6 (voor a-gelimiteerde dextrines)
sucrase breekt sucrose
lactase breekt lactose (verbinding tussen galactose en glucose) deze is slow
afbraak eiwitten door proteases en peptidases
eiwitten hebben peptidebindingen, deze worden gebroken door proteases en peptidases.
endopeptidases: breken midden in keten
maag: pepside
pancreas: trypsine
exopeptidases: breken uiteindes keten
carboxypeptidases carboxyluiteinde (pancreas)
aminopeptidases aminouiteinde (darmoppervlak)
picc
lipide afbraak
vet belangrijk voor transport van vitamines en energiebron.
triglyceriden 90%
lipase breekt af in mond en maag pancreas maakt t meest gaat naar duodenum
is colipase-afhankelijk heeft een hulp eiwit nodig colipase
melklipase is zuurresistent heft pH optimum.
zelfbescherming tegen digestie
colipase (wordt uitgescheiden in inactieve vorm), als trypsine uit duodenum bindt aan pro-colipase wordt het omgezet in colipase en activeert het lipase.
inactieve vormen heet zymogenen.
trypsine activeert er is ook trypsin inhibitor, in pancreas. daarbuiten gaat trypsinogeen spontaan in trypsine. enterokinase activeert omzetting trypsinogeen in trypsine in duodenum.
mucine, bovenop de darmcel ligt dunne mucine laag met veel waterhoudende koolhydraat die niet mengt met darminhoud zo zijn cellen beschermd tegen de geactiveerde enzymen.
transport vetzuren
als ze zijn geemulgeerd kunnen ze oplossen in een polaire vloeistof, in lumen wordt het molecuul in 2 monoacylglycerol gesplitst en vrije vetzuren.
korte zijn goed oplosbaar in water en in bloed en worden afgegeven dan gaan ze via poortader naar de lever.
meeste vetzuren zijn lang C17+. slecht oplosbaar (zouden dan membranen van de bloedvaten kunnen oplossen). dus wordt er weer triglyceride gemaakt kost ATP, ze worden dan door golgi uitgescheiden in de lymfeklieren en gaan via de lymfe naar de bloedbaan hierdoor passeren de vetten de lever niet en worden ze opgeslagen in de spieren en vetweefsel.