hc. 1 Flashcards
functies bloed
transport: voedingsstoffen, afvalstoffen, gassen, signaalstoffen, warmte
afweer: bloedstolling, immuniteit
hypothermie
(too hot) warmteafgifte > warmeproductie. temp gaat <35.
hyperthermie
(too cold) warmteafgifte < warmteproductie. temp up.
warmteafgifte
straling, geleiding, stroming, verdamping
milieu interieur
extracellulaire stof, vloeistof waarin cellen zich bevinden, 10 -15 L
sympatische regulatie, thermoregulatie zweten
activatie cholinerge sympatische (postganglionaire) huidvezels door acetylcholine.
sympatische regulatie, thermoregulatie vasoconstrictie
activatie van adrenerge sympatische vezels door (nor)adrenaline.
centrale sensoren:
koud
warm
area preoptica in hypothalamus
koud: area preoptica gaat harder vuren, vasoconstrictie, warmteafgifte omhoog: rillen, bruin vetweefsel verbranden.
warm: area preoptica minder hard vuren.
perifere sensoren
koud
warm
ionkanalen en warmte en koudereceptoren.
warmte: fasische: vuren als temp verandert, tonisch: vuren bij constant. warmte en capsaïcine. trpm2
koud: tonisch minder, fasisch meer. kou en menthol. trpm8
regulatie warmteproductie, mechanismen
verhoogde spiertonus (y-lus, via formatio reticularis in hersenstam)
klappertanden
onnodige of willekeurige beweging
verbranding bruin vetweefsel
bruin vet, plaats en hoe
nek, supraclaviculair, mediastinum, paravertebraal en suprarenaal (boven de nieren)
noradrenaline bindt op de B-adrenerge receptoren to burn (niet in ATP, wit wel)
vasoconstrictie, hoe en
apicaal
sympatische aansturing. noradrenaline bindt aan a1-receptoren in gladde spierweefsel van de vaten, hierdoor smaller.
apicale huid: glomus lichaampjes worden sympatisch geactiveerd, kunnen daardoor doorstroom van bloed tussen arteriolen en venulen aanpassen. verbinding tussen arteriolen en venulen: aterioveneuze anastomose (hierin zitten de glomus lichaampjes).
koorts, wanneer en hoe
temp 38, terwijl hij rilt
pyrogene cytokines veranderen de warmtegevoeligheid van de centrale thermosensoren via een verhoogde productie van prostaglandine E2. setpoint temp wordt hierdoor verhoogd. area preoptica vuurt minder en warmteproductie stijgt. hierdoor vasoconstrictie (bleekheid), verminderde zweetproductie, verhoogde stofwisseling (rillen).
als setpoint normaal dan veel zweten en verhoogde doorbloeding huid.
remmen prostagladine E2
cox-remmers (aspirine/paracetamol)