Vragen beantwoorden H7 Flashcards
1
Q
Geef het stappenplan om een vraag te beantwoorden als “geef voor beide bewijsmiddelen afzonderlijk gemotiveerd aan of zij wettig zijn en zo ja, van welk(e) wettig(e) bewijsmiddel(en) sprake is.”
A
1) Benoem het bewijsmiddel dat wordt gebruikt
2) Benoem of het genoemde bewijsmiddel valt onder de wettige bewijsmiddelen zoals genoemd in art. 339 Sv. (vergeet de artikelen en arresten niet)
3) Bekijk of er is voldaan aan alle bewijsminimum (verklaring verdachte, schriftelijke bescheiden, etc.)
3) Conclusie
2
Q
Waar moet rekening mee worden gehouden ten aanzien van bewijs wat voortvloeit uit feiten/omstandigheden?
A
Bewijs dat voortvloeit uit feiten of omstandigheden van algemene bekendheid behoeven geen bewijs (art. 339 lid 2 Sv.)
