H6.2 Flashcards

1
Q

Leg het verschil uit tussen een negatief opportuniteitsbeginsel en een positief opportuniteitsbeginsel

A
  • Negatief opportuniteitsbeginsel ziet erop dat alle strafbare feiten in beginsel moeten worden vervolgd, tenzij er sprake is van gronden aan het algemeen belang (= de overwegingen die voortvloeien uit de bredere maatschappelijke belangen)
  • Positief opportuniteitsbeginsel ziet erop dat strafbare feiten in beginsel niet worden vervolgd, tenzij deze worden ontleend op gronden uit het algemeen belang
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Leg de gedachte van het opportuniteitsbeginsel uit

A

Strafvervolging moet niet automatisch worden gezien als de meest passende reactie als er een strafbaar feit is gepleegd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Leg uit wat een formeel sepot inhoudt

A

Bij een formeel sepot beslist de OvJ om een verdachte niet verder te vervolgen (art. 242 lid 2 Sv.), waarbij kennisgeving aan de verdachte is vereist (art. 243 Sv.) en daarmee de zaak ten einde komt (art. 246 Sv.)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Leg uit wat een informeel sepot inhoudt

A

Bij een informeel sepot beslist de OvJ om een verdachte niet verder te vervolgen en is kennisgeving aan de verdachte niet vereist (art. 167 Sv.)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Leg uit wat een mandaatsepot inhoudt

A

Bij een mandaatsepot kan de OvJ aan een opsporingsambtenaar (mits werkzaam binnen het OM) de bevoegdheid geven om in bepaalde zaken geen actie te ondernemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Geef 2 gronden waarop een OvJ kan besluiten om een vervolging toch niet door te laten gaan

A

Gronden om tóch NIET te vervolgen kan zijn door:
- Intrekking van de dagvaarding (art. 266 Sv.)
- Intrekking van de strafbeschikking (art. 255a Sv.)
Let op: als er toch niet wordt vervolgd, dan moet dit altijd kenbaar worden medegedeeld aan de verdachte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Geef 2 gronden waarop een OvJ kan besluiten om een vervolging toch wel door te laten gaan

A

Gronden om tóch WEL te vervolgen kan zijn door:
- Nieuwe bezwaren tegen de verdachte (art. 255 Sv.)
- Het Hof heeft een vervolgingsopdracht ingesteld (art. 246 Sv.)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Leg uit wat waarborgen ten aanzien van vervolgingsbeslissingen zijn

A

De waarborgen ten aanzien van een vervolgingsbeslissing zijn juridische en procedurele mechanismen die ervoor zorgen dat het besluit om wel of niet tot strafrechtelijke vervolging over te gaan op een zorgvuldige, rechtvaardige en controleerbare wijze wordt genomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Geef 2 waarborgen ten aanzien van vervolgingsbeslissingen én benoem hierbij een belangrijk arrest

A

Waarborgen ten aanzien van vervolgingsbeslissingen:
- Beginselen van goede procesorde (HR Checkpoint II): de verdachte kan zich hierbij beroepen op de vertrouwensbeginsel
- Beklag tegen niet (verdere) vervolging op grond van art. 12 Sv.: een slachtoffer kan klagen bij het Hof, waarbij de OvJ ter verantwoording wordt geroepen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Noem 8 beginselen van een behoorlijke procesorde

A
  • Vertrouwensbeginsel
  • Ne bis in idem: niemand kan 2x voor hetzelfde worden vervolgd
  • Recht op eerlijk proces
  • Gelijkheidsbeginsel
  • Onschuldpresumptie
  • Legaliteitsbeginsel
  • Detournement de pouvoir: bevoegdheid (dwangmiddel) mag niet voor een ander doel worden gebruikt dan waar het voor bedoeld is
  • Proportionaliteitsbeginsel (HR Braak bij binnentreden)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly