Vragen beantwoorden H5 Flashcards

1
Q

Geef het stappenplan om een vraag te beantwoorden als “is er sprake van een verdachte? Licht uw antwoord toe.”

A

1) Benoem dat er sprake is van een verdachte als er uit feiten en omstandigheden er een redelijk vermoeden van schuld is aan een strafbaar feit (art. 27 lid 1 Sv.) (HR Damrak)
2) Benoem aan de hand van de casus waaruit blijkt van wel/geen redelijk vermoeden van schuld
3) Conclusie dat er uit de feiten en omstandigheden er wel/geen vermoeden van schuld is aan een strafbaarheid en er dus wel/geen sprake is van een verdachte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Geef het stappenplan om een vraag te beantwoorden als “hadden de verbalisanten (agenten) cautie moeten geven voorafgaand het stellen van de vragen?”

A

1) Benoem het nemo-tenetur beginsel en leg uit waar dit beginsel op ziet (“als verdachte kun je niet gehouden worden om mee te werken aan je eigen veroordeling” (art. 29 Sv.))
2) Definieer het begrip ‘verdachte’
3) Definieer het begrip ‘verhoor’
4) Benoem dat cautie moet worden gegeven aan een persoon als deze als verdachte wordt aangemerkt of als er sprake is van een verhoor
5) Conclusie of er wel/geen cautie had moeten worden gegeven (HR Plastic Boodschappentasje)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly