H7.1 Flashcards

1
Q

Leg uit waar het onmiddellijkheidsbeginsel op ziet bij het onderzoek ter terechtzitting

A

Het onmiddellijkheidsbeginsel ziet erop dat alle bewijsstukken gepresenteerd moeten worden aan de rechter en alleen hiervan gebruik mag worden gemaakt om tot zijn oordeel te komen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

De OvJ is dominis litis. Leg uit wat dat inhoudt

A

Dominis litis betekent dat de OvJ de omvang van de tenlastelegging beslist en bepaalt wat erin staat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Leg uit wat wordt verstaan onder de tirannieke werking van de tenlastelegging

A

De rechter is bij zijn oordeel strikt gebonden aan wat in de tenlastelegging is opgenomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Noem 6 kenmerken van het Nederlandse bewijsstelsel

A

Kenmerken Nederlandse bewijsstelsel:
- Negatief-wettelijk bewijsstelsel
- Limitatief aantal wettige bewijsmiddelen
- Bewijsminima (minimaal 2 bewijsgronden)
- Rechtelijke overtuiging
- Bewijsmateriaal moet gepasseerd zijn tijdens zitting
- Vrije selectie en waardering van bewijs

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Leg uit waar een negatief-wettelijk bewijsstelsel op ziet

A

Een negatief-wettelijk bewijsstelsel ziet erop dat de rechter gebonden is aan de in de wet opgesomde bewijsmiddelen, waarbij de rechter op grond van die bewijsmiddelen overtuigd moet zijn dat de verdachte het hem ten laste gelegde heeft begaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Leg uit waar een positief-wettelijk bewijsstelsel op ziet

A

Een positief-wettelijk bewijsstelsel ziet erop dat de rechter gebonden is aan de in de wet opgesomde bewijsmiddelen, waarbij de rechter een veroordeling moet uitspreken bij een bepaalde hoeveelheid bewijs (wordt niet meer toegepast)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Leg uit waar een vrij bewijsstelsel op ziet

A

Bij een vrij bewijsstelsel zijn er geen regels opgenomen over hoe de bewijsbeslissingen genomen moet worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Benoem de 4 wettelijke bewijsminimumregels, inclusief artikelen én benoem een belangrijk arrest

A

Geen veroordeling is en er is altijd steunbewijs nodig op grond van:
- Eigen bekentenis (art. 341 lid 1 Sv.)
- ‘Unus testis, nullus testis’: één getuigenverklaring (art. 342 lid 2 Sv.) (HR Steunbewijs)
- Uitsluitend schriftelijke documenten (art. 344 lid 1 sub 5 Sv.)
- Uitsluitend anonieme verklaringen (art. 344a lid 1 en 4 Sv.)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waar moet op worden gelet bij steunbewijs?

A

Bij steunbewijs moet er voldoende steun zijn. Er mag dus geen sprake zijn van een te ver verwijderd verband tussen de ene verklaring en het steunbewijs

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Noem de 4 wettige bewijsmiddelen die als enige worden erkend

A

Wettige bewijsmiddelen:
- Eigen waarneming van de rechter (art. 339 lid 1 sub 1 jo. art. 340 Sv.): rechter mag waarnemingen die hij opdoet tijdens het onderzoek, gebruiken als bewijs (bijvoorbeeld: foto- of videobeelden, die staan namelijk niet als bewijs in de wet)

  • Verklaringen van den verdachte (art. 339 lid 1 sub 2 jo. art. 341 lid 1 Sv.): verklaringen van de verdachte tijdens het strafproces (bijvoorbeeld: verklaringen van verdachte tijdens politieverhoor)
  • Verklaringen van een getuige (art. 339 lid 1 sub 3 jo. art. 342 Sv.): verklaring mag alleen op basis van eigen waarnemingen en ondervindingen, maar testimonium de auditu (‘iets horen zeggen’) is wel toegestaan (HR De auditu)
  • Verklaringen van een deskundige (art. 339 lid 1 sub 4 jo. art. 343 Sv.): toekenning van wetenschap en kennis door een deskundige op een gebied waar de rechter onvoldoende kennis van heeft
  • Schriftelijke bescheiden (art. 339 lid 1 sub 5 jo. art. 344 lid 1 Sv.): documenten zoals rechtelijke beslissingen en strafbeschikkingen, processen-verbaal, ambtelijke stukken en deskundige verslagen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly