H1.1 Flashcards
Noem 3 criteria (beginselen) waar strafbaarstelling aan moet voldoen
Strafbaarstelling moet voldoen aan:
- Schadebeginsel: de gedraging heeft geleid tot schade
- Subsidiariteitsbeginsel: er mag geen lichter middel zijn waarbij hetzelfde doel kan worden bereikt (het is een laatste redmiddel)
- Proportionaliteitsbeginsel: het strafrecht moet evenredig staan met het te bereiken doel
Noem 4 verschillen tussen overtredingen en misdrijven
Verschillen tussen overtredingen en misdrijven zijn:
- Formele wetgevers scheppen misdrijven en overtredingen, terwijl materiële (lagere) wetgevers enkel overtredingen scheppen
- Straffen bij misdrijven zijn doorgaans zwaarder dan bij overtredingen
- Bij misdrijven spelen subjectieve bestanddelen (opzet en culpa) een belangrijke rol
- Bij misdrijven zijn poging en voorbereiding doorgaans strafbaar, bij overtredingen niet
Wat houdt het legaliteitsbeginsel (= nulla poena-beginsel) in?
Het legaliteitsbeginsel = nulla poena-beginsel houdt in dat elke inbreuk die de overheid maakt op rechten van de burger, gebaseerd moet zijn op een wettelijke grondslag en moet vallen binnen de grenzen van de wet
Geef de 4 grondslagen van het materiële legaliteitsbeginsel en leg deze uit
Grondslagen van het materiële legaliteitsbeginsel:
- Schuldgezichtspunt: er bewust van zijn dat iets niet mag
- Generale preventie: het voorkomen van het overtreden van regels door te straffen
- Rechtszekerheid: het moet duidelijk zijn wat wel en niet mag
- Rechtsbescherming: rechten van burgers beschermen door in te grijpen bij overtredingen
Noem 4 kenmerken én een belangrijk arrest waar het deelbeginsel ‘lex certa’ op ziet
Lex certa (HR Onbehoorlijk Gedrag):
- De wet moet duidelijk en zeker zijn
- De wet is niet-absoluut: enigszins onduidelijk, maar niet te onduidelijk
- Naarmate een belang zwaarder weegt, mogen normen minder duidelijk worden gemaakt
- De delictsomschrijving moet voldoende concreet duidelijk zijn om aan te geven welke gedragingen strafbaar zijn
- HR Onbehoorlijk Gedrag
Noem 3 kenmerken waar het deelbeginsel ‘lex scripta’ op ziet
Lex scripta:
- Strafrecht moet opgeschreven zijn in een democratisch tot stand gekomen wet
- De term ‘wettelijke bepaling’ kan verwijzen naar een wet in formele zin óf een wet in materiële zin
- Bij interpretatie van straf wettelijke bepalingen moet er zo dicht mogelijk bij de geschreven bewoordingen van de wet worden gebleven
Noem 2 kenmerken waar het deelbeginsel ‘verbod op terugwerkende kracht’ op ziet
Verbod op terugwerkende kracht:
- Wetten gelden niet voor het verleden
- Iemand kan dus niet worden gestraft voor een handeling die op het moment van plegen nog niet strafbaar was gesteld
Noem 2 kenmerken én een arrest waar het deelbeginsel ‘verbod op analogie’ op ziet
Verbod op analogie (HR Runescape):
- Strikte interpretatie: strafbare feiten en strafbepalingen kunnen niet op een ander manier of voor andere gevallen worden toegepast dan wat letterlijk in de wet staat
Maar, extensieve interpretatie mag wel:
- Extensieve interpretatie: een wetsbepaling wordt in bredere zin uitgelegd, maar wel binnen de grenzen van die wetbepaling
Waar ziet het formele legaliteitsbeginsel op?
Formele legaliteitsbeginsel: het instellen en regelen van strafvorderlijke vervolging van het materiële strafrecht kan alleen worden vastgelegd in wetten in formele zin (HR Muilkorf)
Noem de 4 grondslagen van het formele legaliteitsbeginsel en leg deze uit
Grondslagen formele legaliteitsbeginsel:
- Rechtszekerheid: het is duidelijk wat de overheid gaat doen bij een overtreding
- Rechtsstaat: machtenscheiding; enkel de overheid heeft een strafrechtelijke bevoegdheid
- Democratie
- Rechtseenheid