vraag 6-10 Flashcards

1
Q

otitis media acuta (OMA)

A

ontsteking van het middenoor, waarbij vocht ophoopt en er tekenen van acute infectie worden getoond.
70-80% is viraal (RSV en influenza) en bacterieel is vnm S. pneumoniae

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

behandeling OMA

A

symptomatisch: pijnstilling met evt xylometazoline of NaClspoeling bij een neusverstopping.
AB enkel bij een ernstig ziek kind of als het kind steeds zieker wordt

trommelvliesbuisje als recidiveert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

OME

A

oorzaak is vaak mechanisch en niet infectieus.

piekleeftijd is 6 mnd-4 jaar. Grotendeels herstelt binnen 4 weken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

klachten OME

A

gehoorverliesklachten, lichte oorpijn, vertraging in spraak- en taalontwikkeling en gedragsprobleem
daarnaast is er ophoping van vocht achter in het middenoor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

behandeling OME

A

meer dan 3-6 mnd problemen of stoornis in spraakontwikkeling -> plaatsen van middenoorbeluchtingsbuisjes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

behandeling microalbuminurie

A

ACE-remmer of AT2-antagonist.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

chronische nierinsufficiëntie

A

niet meer goed functioneren van de nieren. Op lange termijn leidt dit tot eindstadium nierfalen (GFR < 15). Patiënten hebben dan nierfunctie vervangende therapie nodig. Vaak hebben patiënten ook hypertensie, DM en/of HVZ in VG

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

gevolgen nierinsufficiëntie

A
gestoorde vochthuishouding
hypertensie
elektrolytstoornissen 
cardiovasculaire problemen
minder vitamine D activatie door de nier 
tremoren
anemie door een tekort aan EPO
psychosociale gevolgen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

nefrotisch syndroom

A

langzaam achteruitgaande nierfunctie gezien met proteïnurie > 3,5 g/dag, hypoalbuminemie, oedeem en hypercholesterolemie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

nefritisch syndroom

A

snel progressieve achteruitgang van de nierfunctie met een actieve ontsteking, oligurie, nierinsufficiëntie en proteïnurie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

bijwerkingen chemotherapie

A

vermoeidheid, misselijkheid, overgeven, beenmergdepressie en verminderde eetlust

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

gevolgen beenmergdepressie

A

trombopenie, leukopenie en anemie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

belangrijkste SOA’s NL

A

N. gonorrhoeae, Chlamydia trachomatis, Mycoplasma genitalium en HSV

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

klachten SOA

A

dysurie, irritatie van urethra, jeuk en/of afscheiding uit urethra

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

aanvullend onderzoek SOA

A

dipstick

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

chlamydia

A

D t/m K: urogenitale infecties
L1 t/m L3: lymfogranuloma venereum

complicaties: ascenderende infecties (epididymitis), extra-uteriene graviditeit en perihepatitis en infertiliteit

17
Q

diagnose en behandeling chlamydia

A

diag met PCR

azitromycine en doxycycline

18
Q

syfilis

A

traponema pallidum
solitair ulcus
daarna systemische verspreiding

19
Q

syfilis symptomen en diag en beh

A

huiduitslag (handen en voetzolen), koorts en neurologische symptomen

diag: serologie (IgG)
ziekteactiviteit is VDRL-test

beh: penicilline

20
Q

gonorroe

A

N. meningitides of N. gonorrhoeae

urethritis (gele pus uit urethra)

21
Q

symptomen gedissemineerde gonorroe

A

koorts, polyartritis en zelfs een septische artritis

22
Q

behandeling gonorroe

A

ciprofloxacine, azitromycine of cefotaxim

23
Q

Herpes simplex

A

virus die blaasjes veroorzaakt. Diagnostiek is middels PCR en serologie. infectie blijft latent aanwezig

24
Q

Hepatitis B overdraging

A

overgedragen door IV drugs, onbeschermd seksueel contact of verticaal

25
Q

Hepatitis B gevolgen

A

acute infectie -> 5-10% chronische hepatitis -> 20% levercirrose -> 10% hepatocellulair carcinoom

26
Q

acute infectie -> 5-10% chronische hepatitis -> 20% levercirrose -> 10% hepatocellulair carcinoom

A

alfa-interferton (onderdruk virusreplicatie)

nucleoside analogen