vraag 51-55 Flashcards

1
Q

bacteriële meningitis

A
ontsteking van de hersenvliezen
ontstaat door 
- hematogene verspreiding
- directe doorbraak vanuit het KNO gebied
- na trauma
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

verwekkers bacteriële meningitis

A

s. pneumoniae, n. menigitidis en h. influenzae

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

symptomen meningitis

A

koorts, nekstijfheid, hoofdpijn, koorts, misselijkheid, braken en verminder bewustzijn/aansprakelijkheid.
petechien en purpura

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

encefalitis

A

ontsteking van het hersenparenhcym
viraal –> herpes simplex
Subacuut –> enterovirussen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

symptomen encefalitis

A

koorts
hoofdpijn
braken
neurologische verschijnselen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

behandeling encefalitis§

A

acyclovir

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

vraag 52 lezen

A

ok

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

CAP

A

pnuemonie opgelopen buiten het ziekenhuis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

verwekker CAP

A

S. pneumoniae (acuut begin, thoracale pijn, sputum)
H. influenzae (mild beloop, groenig sputum, comorbiditeit zoals COPD)
M. catarrhalis
S. aureus (voorafgegaan door influenza)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

atypische verwekkers CAP

A

M. pneumoniae (griepachitg, jonge patiënten)
legionella (warme landen)
C. pneumoniae
Coxiella burnetti (Q-koorts)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

CURB-65 score

A
Confusion
Ureum > 7 mmol/L
Respiratory Rate >38/min
Blood pressure (<90 mmHg en <60 mmHg)
Leeftijd 65+
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

milde CAP behandeling (0-1)

A

amoxicilline

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

severe CAP behandeling (3-5)

A

cefalosporine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

basaalcelcarcinoom

A

ontstaat vanuit keratinocyten in het stratum basale

meest voorkomende soort huidkanker

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

klinische kenmerken basaalcelcarcinoom

A

beige erythemateuze nodus, glazig, glanzend, parelmoerachtige glans, opstaande rand, centrale ulceraties, teleangiëctasieën, snel bloedend, niet genezend, zon beschenen delen van de huid en langzaam groeiend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

behandeling basaalcelcarcinoom

A

laag risico: excisie met 3 mm marge of topicale therapie

hoog risico: excisie met 5 mm marge of Mohs micrografische chirurgie

17
Q

plaveiselcelcarcinoom

A

vanuit keratinocyten in het stratum basale

AK en Bowen voldoen bij lokale therapie (cryotherapie of currettage).

Bij een groter gebied –> veldbehandeling (efudix, aldara of fotodynamische therapie)

18
Q

symptomen plaveiselcelcarcinoom

A

beige tot erythemateuze nodus/plaque/tumor, pijn bij palpatie, verhoorning, centrale ulceraties, omliggende actinische keratosen, snel bloedend, niet genezend

19
Q

behandeling plaveiselcelcarcinoom

A

PCC stadium I: excisie met 5 mm marge

PCC stadium II: excisie met 10 mm marge of een Moh’s procedure

20
Q

melanoom

A

ontstaan vanuit melanocyten

niet mooi begrensd en hebben ze verschillende kleuren.

Komen vaker voor op de niet beschenen delen van de huid

21
Q

behandeling melanoom

A

in situ: marge met 0,5 mm
Breslow < 2 mm: marge van 1 cm
Breslow > 2 mm: marge van 2 cm

22
Q

exanthema subitum

A

?