vraag 36-40 Flashcards

1
Q

Volgorde van densiteit x-thorax

A

lucht, vet, weke delen, bot en metaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

pneumonie x-thorax

A

consolidatie in de ontstoken lobus. Dit is te herkennen aan een witte waas op de foto

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

restrictieve longfunctiestoornis

A

verlaging van de totale longcapaciteit tot onder de LLN. Hierdoor is FEV1 ook gedaald en blijft FEV1/VC onveranderd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

sarcoidose

A

inflammatoire aandoening die gepaard gaat met een granulomateuze ontsteking. Er is geen sprake van necrose. Het komt voor voor bij zwarte mensen en < 40 jaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

granulomen bij sarcoidose

A

produceren ACE, IL2R en expressie brengen van 1-alfa-hydroxylase -> hypercalciurie en hypercalciëmie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

IPF

A

interstitiele longziekte

  • bekende oorzaak
  • granulomateus
  • idiomatisch

geassocieerd met roken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

symptomen IPF

A

crepitaties en clubbing
kortademigheid met hoesten. SAturatiedaling en hypoxemie bij inspanning. Ook kunnen gewichtsverlies, moeheid en gewrichtsklachten optreden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

beh IPF

A

fibroseremmers, wachten voor een longtransplantatie en trainen/uitlegen/verbeteren kwaliteit van leven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

lees casus 38 door

A

ok

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

dyspepsie

A

gaat gepaard met een opgeblazen gevoel, zuurbranden en pijn in de bovenbuik. Erosies ontstaan veelal door H. pylori of NSAID/

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

norvirus

A

gastro-enteritis
zowel volwassen als kinderen
aucte onset van braken, diarree en abdominale krampen
vooral in de winter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

astrovirus

A

gastro-enteritis
kinderen < 7 jaar
waterige diarree en soms koorts en/of braken
vooral in de winter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

oligometastatische ziekte

A

2-3 afstandsmetastasen in maximaal 2 verschillende plaatsen die allen voor optimaal lokale therapie benaderbaar zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

TNM: T

A
Tis: in situ
T1: < 2 cm
T2: 2-5 cm
T3: > 5 cm
T4: ingroei in huid- of thoraxwand
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

TNM: N

A

N0: -
N1: < 3 positieve klieren
N2: 3-9 positieve klieren
N3: > 9 positieve klieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

TNM: M

A

M0: geen metastasen
M1: metastasen

17
Q

behandeling mammacarcinoom

A

chemotherapie is mogelijk bij alle subtypen
anti-hormonale therapie bij positieve oestrogeenreceptor en/of progesteronreceptor
gerichte therapie tegen Her2-receptor bij positieve Her2-receptor
botversterkende medicatie bij botmetastasen

18
Q

chemo vs hormoon

A

hormoontherapie heeft de voorkeur, omdat deze minder bijwerkingen geeft. Bij een viscerale crisis wordt toch chemo gegeven, ivm de snellere werking

19
Q

premenopauzale hormoontherapie

A

LHRH agonist (geen aanmaak oestrogeen), ovariectomie (geen aanmaak oestrogeen) en tamoxifen (blokkade toegang tumor tot oestrogeen)

20
Q

postmenopauzale hormoontherapie

A

aromataseremmers (remt omzetting testosteron in oestrogeen)

21
Q

triple negatieve borstkanker

A

anti-hormonale therapie werkt niet. Hierbij kan PD-L1 inhibitor gegeven worden. Bij BRCA-deficiëntie kan een PARP-remmer gegeven worden