Vorige examenvragen Flashcards
Som de 4 rollen van de hulpverlener op?
- De vertrouwensfiguur: onvoorwaardelijke acceptatie, transparantie, echtheid en luisteren
- De mededeelzame detectieve: kijken naar hoe cliënt info verwerkt en vertelt wat er in zichzelf omgaat
- De docent: gaat andere visies proberen voorleggen adhv psycho-educatie
- De coach: terughoudend, stimulatie, kans van slagen bekijken en eventuele drempels proberen overschrijden
Wat zijn de verschillende aandachtsvaardigheden of luistervaardigheden?
- Stellen van vragen: open vragen, gesloten vragen, waarom-vragen
- Parafraseren: kort weergeven in eigen woorden
- Gevoelsreflectie: eigen gevoel weergeven of spiegelen, om cliënt te tonen dat je probeert te begrijpen
- Concretiseren: persoon zo nauwkeurig mogelijk over probleem laten vertellen
- Samenvatten: vrij grote hoeveelheid informatie overzichtelijk en begrijpelijk weergeven
Wat zijn de verschillende observatiedomeinen?
- Lichamelijke verschijning
- Intellectueel functioneren en denkprocessen
- Spraak en taal
- Algemene stemming
- Relationele capaciteiten
- Specifieke angsten en affecten
- Gebruik van de ruimte
- Spel en gesprek
- Thematische ontwikkeling
Wat zijn de 3 stappen in het dialoogmodel?
- ->Basisingrediënten zijn goed begrip, dialoog in gewone taal en visualiseren; kijken naar wat er speelt en wat er te doen staat, gebeurt in 3 stappen
- 1: Cliënt en diens bril staan centraal (aandacht voor gedrag en context)
- 2: Benoemen van continue circulariteit (geen orzaak-gevolg)
- 3: Cliënt en diens vraag/probleem in kaart brengen (via verschillende dimensies)
- ->Dit om vertrouwen te wekken en ondersteuning te bieden
Wat zijn de 3 fasen van het gespreksmodel van Egan?
- Fase 1: probleemverheldering: contact leggen en samen inzicht krijgen in probleem
- Fase 2: probleemnuancering: deelproblemen kiezen, ordenen en herformuleren. Geeft overzichtelijke kijk
- Fase 3: probleembehandeling: na te streven doelen definiëren en bereiken van doelen in termen van gedrag
Wat zijn de eigenschappen van een goede hulpverlener?
- Objectieve eigenschappen: kenmerken die perceptie en betekenis van hulpverleningsrelatie bepalen
- ->Leeftijd
- ->Geslacht
- ->Etniciteit
- ->Professionele bagage
- ->Therapeutische stijl/interventies
- Subjectieve kenmerken
- ->Persoonlijke kwaliteiten/functioneren van hulpverlener
- ->Draagkracht voor spanning en emotie
- ->Relationele kwaliteiten
- ->Inzicht en reflectie
- ->Professionele identiteit
Wat zijn de 3 kernaspecten van de helpende relatie volgens Rogers?
- Empathie
- Echtheid
- Onvoorwaardelijke aanvaarding
Noem de verschillende interventies?
- Faciliterende interventies
- Explorerende interventies
- Verdiepende interventies
- ->Exploratie-bevorderende vaardigheden: reflectie onderliggende beleving, interpreteren, zelfonthulling, hier en nu
- ->Ontregelende vaardigheden: confronteren, directheid
Waarom spreken we beter over moeilijke cliëntsituaties ipv moeilijke cliënten?
- Omdat het gaat over complexe problematieken van cliënt die een situatie moeilijk kan maken
- Moeilijke cliëntsituatie doet zich meestal voor door schending van bepaalde ethische/deontologische kwesties
- 3 soorten moeilijke cliëntsituaties:
- ->Monopolist: voortdurend praten maar inhoudelijk weinig info; ontstaat door angst voor stilte, nood aan controle, weinig empathie en weinig of geen goede relaties met anderen; meta-gesprek hier van belang
- ->Stille cliënt: aanhouden van stilte; kan door angst voor zelfonthulling, behouden van macht (controle over stilte) of zich bedreigd voelen; proberen te betrekken
- ->Hulpverwerpende-klagende cliënt: vragen om hulp maar suggesties verwerpen; afhankelijk of hulpeloos en heeft problemen met gesprek; meta-gesprek van belang
Wat zijn de 4 vragen rond reflecteren op interventie?
- Wat is er concreet gebeurt? (slaat op handelen)
- Wat vond ik belangrijk? (slaat op denken)
- Wat heb ik eruit geleerd?
- Wat ga ik doen?
Bespreek het verschil tussen echtheid en spontaniteit?
- Echtheid van de hulpverlener betekent dat deze authentiek en transparant functioneert en zich dus niet anders voordoet dan wie ze echt is. Begrip van echtheid vinden we terug bij rol van vertrouwensfiguur en bij het vertonen van empathie.
- Spontaniteit behoort onder openheid en is een vorm van sociaal gedrag waarin men laat zien wat er werkelijk in zichzelf omgaat. Openheid vinden we terug bij de rol van mededeelzame detective. Goede dosis van openheid/spontaniteit is altijd welkom in de hulpverleningsrelatie en vermindert spanning en verlaagt drempel voor cliënt om zich ook open te stellen.
Welke 3 perspectieven liggen aan de grondslag van counseling?
- Ouderlijk perspectief: kijken waar zij zich zorgen om maken of last van hebben
- Kinderperspectief: waar lijdt het kind onder, wat zou het zelf graag willen veranderen?
- Hulpverlenersperspectief: kijken naar onevenwichten en wegen naar herstel
Wat is gedragsmatige feedback?
Wanneer de therapeut de cliënt confronteert met hoe deze zich opstelt tegenover therapeut binnen de hulpverlenende relatie. Deze vorm van feedback is een belangrijk element in een goede luisterhouding. Hiermee brengen we ook het onbewuste bij de cliënt naar boven. Ook is feedback een onderdeel van de interventievormen “confronteren” en “directheid”. Bij confrontatie maken we de cliënt bewust van zijn gedrag tijdens en buiten de begeleidingsgesprekken (hiervoor is een stevige hulpverleningsrelatie nodig). Bij directheid geven we interpersoonlijke feedback over wat er in de gesprekken gebeurt waarin we bekijken hoe de hulpverlener de cliënt ervaart of hoe deze de therapeutische relatie ervaart.
Welke interventievormen zijn er vanuit de empathie?
- ->Empathie heeft als functie veranderingsprocessen te veroorzaken.
- Interpersoonlijke functie: zorgt voor veiligheid en versterkt de helpende relatie
- Evocerende of exploratieve functie: empathische interventies dienen cliënt te helpen stilstaan bij beleving, het probleem in het hier en nu te ervaren en zichzelf ook in vraag te stellen
- Affectregulerende functie: zorgt dat cliënt woorden kan vinden voor diens gevoelens en eigen emotie beter begrepen kan worden
- Versterkende functie: voor een grotere zelfaanvaarding, wijziging in zelfconcept en meer empathisch zijn
Hoe help je cliënten doelen op te stellen?
- Je gaat discrepantie tussen huidige gedrag en gewenste doelen vergroten. Dit door te wijzen op de doelen en verwachtingen en gedrag dat cliënt stelt dat hier niet mee overeenstemt. Als hulpverlener actieplan opstellen om deze doelen te kunnen bereiken
- Samen met cliënt keuzes gaan definiëren en kiezen adhv deelproblemen die zijn vastgesteld