Participerend observeren: communicatie ruimer dan taal Flashcards
1
Q
Participerend observeren bij kinderen vs gesprek bij volwassenen
A
- Gemeenschappelijke facetten
- ->Doel en focus: luisterend en kijkend iemand leren kennen en dichter komen bij bezigheden, vraag, probleem, te verwerken gebeurtenis
- ->Thema’s hebben belangrijke gemeenschappelijke stam
- Verschillen
- ->Evenwicht tussen luisteren en observeren
- ->Relationeel evenwicht
- ->relatie verschillend naargelang leeftijd en ontwikkeling kind
2
Q
Twee pijlers van participerend observeren
A
- Relatie-aanbod
- Observatiekader
3
Q
Relatie-aanbod
A
Leggen van contact, gedoseerd en gericht aangaan van interacties, verkennen thema’s via spel en gesprek, installeren zo groot mogelijke potentiële ruimte
4
Q
Observatiekader
A
Systematiek en aanknopingspunten bij kijken naar gedrag, expressie vanuit invalshoek die veelzijdige bepaaldheid van gedrag en gevoelens tot recht laten komen
5
Q
Observatiekader: 2 cruciale uitganspunten
A
- Meervoudige bepaaldheid van gedrag
- Ontwikkelingsgerichte benadering
6
Q
Observatiekader: 9 observatiecategorieën (obv Greenspan en Geldard & Geldard)
A
- Lichamelijke verschijning
- Intellectueel functioneren en denkprocessen
- Spraak en taal
- Algemene stemming
- Relationele capaciteiten
- Specifieke angsten en affecten
- Gebruik van ruimte
- Spel en gesprek
- Thematische ontwikkeling
7
Q
Verloop van observatie
A
- Voorbereiding: optimale verplaatsing in wereld kind, realisatie eigen gevoelens
- Beginfase: afwachtende houding, voorstellen, zelfde ooghoogte, aankijken, oogcontact, belang van meningen, respectvol warm en oprecht geïnteresseerd, luisteren, ruimte voor vragen, spelen en praten combineren
- Middenfase: exploreren, faciliterende interventies voor verhaal, aandacht voor onderhouden relatie
- Eindfase: vooraf einde observatie aankondigen, eventueel hulp bij contact te beëindigen