Voorbeelden types hyotheses Flashcards

1
Q

Onderkennende hypothese

A

Hypothese: Er is sprake van… (stoornis of classificatie) [bron].

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Verklarende hypothese

A

Hypothese: … (een of meerdere problemen) worden
veroorzaakt / in stand gehouden / versterkt door … (een conditie of combinatie van condities) [bron].

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Vier soorten diagnostische hulpvragen:

A
  • Verhelderende hulpvraag (VHD): hoe kan ik de problemen van mijn kind verwoorden?
     klachtanalyse
  • Onderkennende hulpvraag (ODK): wat is er met mijn kind aan de hand?
     probleemanalyse.
  • Verklarende hulpvraag (VKR): waarom is dit met mijn kind aan de hand?
     verklaringsanalyse
  • Indicerende hulpvraag (IDC): hoe kan mijn kind geholpen worden?
     indicatieanalyse
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Verhelderende hulpvraag:

A
  • Verhelderende hulpvraag (VHD): hoe kan ik de problemen van mijn kind verwoorden?
     klachtanalyse
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Onderkennende hulpvraag

A
  • Onderkennende hulpvraag (ODK): wat is er met mijn kind aan de hand? “Er is sprake van… (een stoornis of syndroom). [bron].”
     probleemanalyse.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Verklarende hulpvraag

A
  • Verklarende hulpvraag (VKR): waarom is dit met mijn kind aan de hand?
     verklaringsanalyse
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Indicerende hulpvraag

A
  • Indicerende hulpvraag (IDC): hoe kan mijn kind geholpen worden?
     indicatieanalyse
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly