VO.3 - DD immunologie III (korte casussen) Flashcards
Wat zijn oorzaken van een hyperthyreoïdie?
- verhoogde synthese
- Graves
- toxisch adenoom
- hypofyse adenoom met te veel TSH productie - Vrijkomen van aanwezig schildklierhormoon door schade aan de schildklier
- thyreoiditis van Quervain (pijnlijk, vaak post-viraal)
- Hashimoto
- geneesmiddelen, RT - Bron elders
- zelfmedicatie bij psychische stoornissen
- overdosering
- TSH producerende malgniteiten (bvb door ovaria)
Wat betekent de aanwezigheid van de volgende Ab
- anti-TSH-R
- anti-thyreoglobuline
- anti-TPO
- anti-TSH-R; stimuleert of blokkeert TSH-R
- anti-thyreoglobuline: secundair aan schade aan schildklier
- anti-TPO: secundair aan schade aan schildklier
Wat kunnen de THS-R Ab doen?
- Stimulerende Ab: competitie met TSH om binding aan de receptor –> verhogen activiteit
- Blokkerende Ab: competitie met TSH aan de receptor –> blokkeren R
- neutrale Ab: geen competitie met TSH –> geen invloed op TSH-R activatie
Wat is de ziekte van Graves?
Syndroom dat bestaat uit:
- hyperTh
- struma
- ophtalmopathie
- dermopathie: pretibiaal myxoedeem
Hoeveel mensen met Graves krijgen een ophtalmopathie?
25-50%
M:V = 1:5
Kans op ernstige GO is 4x groter bij mannen
Roken: verhoogd de kans op GO 7-8x
wat is de relatie tussen de hoogte van de anti-TSH-R Ab en GO?
Hoe meer Ab hoe ernstiger de GO
Hoe vaak komt graves voor? Bij wie?
Prevalentie: 3%
V:M = 7:1
Komt vaak familiair voor
–> bij patient en bij familieden vaker ook andere AIZ
Wat is een overeenkomst en het verschil tussen Graves en Hashimoto?
Bij beide lymfocyten infiltratie van het schildklier parenchym
Graves:
- Anti-TSH-R –> stimutatie groei en functie folliculaire cellen
- hyperTh
- Ab gemedieerde AIZ
Hashimoto
- destructie van de follikels
- HypoTh
- T-cel gemedieerde AIZ
Wat is de BH van Graves?
- tegen symptomen: beta-blokker
- verminderden thyroxine vorming
a) medicamenteus: stileggen van productie door bvb thiamazol + suppletie met levothyroxine
b) J131: schade aan schildklier
- Europa: recidief na medicamenteuze behandeling
- 1e keus mn in de VS
c) partiële resectie schildklier
Bvb bij obstructief struma, verdenking maligniteit, falen van de andere therapieën
Op welke andere aIZ hebben met Graves en Hashimoto vooral meer risico?
Graves: RR
1. coeliakie: 20
2. Addison: 14
3. Vitiligo: 12
4. SLE: 12
5. pernicieuze anemie: 11
Hashimoto RR:
1. Addison: 130
2. pernicieuze anemie: 34
3. vitiligo: 25
4. coeliakie: 22
5. SLE: 15
wat zijn de oorzaken van een macrocytaire anemie?
- Vitamine B12 of foliumzuur deficientie
- alcohol misbruik
- hemolytische anemie
- MDS
- Cytostatische therapie
wat zijn de klachten/gevolgen van een cobalamine deficiëntie?
= Vitamine B12 deficiëntie
- macrocytaire anemie
- paresthesieen handen en voeten
- geheugenverlies
- ataxie
- spierzwakte (mn in benen)
- anorexie
- icterus
- vermoeidheid
Cellen:
- macrocytaire anemie
- neutrofiel hypersegmentatie
wat zijn oorzaken van een cobalamine deficiëntie?
- voeding zonder dierlijke producten
- komt niet goed beschikbaar uit voedsel
- langdurig maagzuurremmers
- achlorhydrie - Tekort aan intrinsic factor
a) verminderde productie door afname van aantal parietale cellen
- auto-Ab
- ernstige atrofische gastritis
- gastrectomie
b) Auto-Ab tegen IF
- remmening binding aan IF –> remming binding complex (VB12/IF) aan receptoren in terminale kleum - Malabsorptie terminale ileum
a) Crohn
b) bacteriele overgroei
c) ileectomie
wat is een Auto-immuun reden van een cobalamine deficiëntie?
Pernicieuze anemie: auto-immuun gastritis tegen de parietale cellen van de maag
–> Hierdoor geen IF productie meer –> geen opname meer
Wat zijn de meest voorkomende oorzaken van cobalamine deficiëntie?
- Malabsorptie: 53%
- Pernicieuze anemie: 33%
- Onduidelijk: 11%
- Tekort aan inname: 2%
- Post-chirurgische malabsorptie: 1%
wat is de functie van parietale cellen?
Maken HCl en Intrinsic factor (IF)
wat zijn klachten van een pernicieuze anemie?
- vermoeidheid en zwakte: 90%
- Dyspnoe: 70%
- paresthesie: 30%
- zere tong (atrofische glossitis): 25%
Associatie met andere AIZ
- Graves en Hashimoto
- Addison
- DM1
- vitiligo
Wat is kenmerkend voor de patienten met een pernicieuze anemie?
Preva
M: 2%
V: 4%
Meestal > 9 jaar
Onder de 30 en boven de 80 het minst
Wat is het gevolg van een AI-gastritis?
Atrofische gastritis
- Goblett cellen
- Minder klieren
- minder secretoire cellen
- infiltratie van inflammatoire cellen (mn lymfocyten en plasmacellen)
Welke twee type Ab kunnen een cobalamine deficiëntie geven?
Ab tegen parietale cellen –> geen IF –> geen opname meer
Ab tegen IF –> geen opname meer
Hoe kunnen Crohn, coeliakie en parasieten zorgen voor een cobalamine of foliumzuur deficiëntie? Wat doet het CRP en aantal eosinofielen? Hoe stel je de diagnose?
Crohn: malabsorptie
- verhoogd CRP
- geen eosinofilie
- diagnose: X-Darmen, scope, histologie
Coeliakie: foliumzuur malabsorptie
- CRP normaal
- geen eosinofilie
Diagnose:
- anti-tTG (anti tissue transglutaminase)
- dunne darm biopt
Parasiet: verbuik van B12
- CRP normaal/licht verhoogd
- wel eosinofielie
Diagnose: wormeieren en cysten in de feces
Wat doe je om de diagnose voor coeliakie goed te kunnen stellen en wat zie je dan?
Duodenum biopsie
- vlok atrofie
- intra-epithelial lymfocyten
- hyperplasie van de crypten
BH: glutenvrij dieet
Welke classificaties heb je bij coeliakie op het duodenum biopt?
0 = normaal
I
II
IIIA
IIIB
IIIC
Welke factoren dragen bij aan coeliakie?
- gluten
- immuunrespons
- genetische aanleg
- omgevingsfactoren
wat is de pathogenese van coeliakie?
Gliadine: alcohol oplosbare fractie van gluten zit in tarwe en graanachtige voedingsmiddelen
- APC binden met vaak HLA-DQ2 de gliadine
- de binding wordt versterkt door glutamine wat veel in gliadine zit
- Het enzym tissue-transglutaminase produceert glutaminezuur uit dit glutamine.
- Door deze configuratieverandering bindt nog beter
- presentatie en activatie van CD4+ cellen
- toegenomen productie van ontstekingsmediatoren (IL-2, IL-6, IFN-y en TNF-a)
- productie van Ab tegen gliadine en ook tegen lichaamseigen eiwitten zoals het enzym tTD
- forse ontstekingsreactie in de dunne darm waarbij uiteindelijk apoptose optreedt
- hierdoor krijg je atrofie van de darmvlokken
Wat zijn de klachten van coeliakie?
- chronische diarree
- onregelmatige ontlasting, overmatige ontlasting en/of opstopping (constipatie)
- gewichtsverlies
- groeiachterstand (vooral bij jonge kinderen)
- een opgezette buik
- bloedarmoede
- gebrek aan eetlust
- braken
- lusteloosheid
- slaperigheid
- botontkalking (osteoporose)
- sterke stemmingswisselingen
- een late puberteit
- spierklachten
- vruchtbaarheidsproblemen
- zenuwaandoeningen
- psychische klachten
- hypoproteinemie
- hypocalciemie
- verhoging lever enzymen
- hyposplenisme
- bij 1 op de 40 selectieve IgA def (1 op 400)
Soms juist obstipatie en overgewicht
NIET ZELDEN: onjuiste diagnose PDS
wat zijn kenmerken van gliadine?
- grote peptiden
- niet afbreekbaar door maag- en pancreas proteasen
- tTG: deamineert gliadine peptiden waardoor verhoging van de immunogeniciteit
Gliadine peptiden kunnen de epitheelbarriere van de dunne darm passeren als de permeabiliteit verhoogd is (bvb bij infecties)
–> interactie met de APC in de lamine propria
Welke omgevingsfactoren hebben invloed op het risico op coeliakie?
- borstvoeding: verlagend
- introductie gluten < 4 of > 7 mnd
- hoeveelheid glutonbelasting
- darm infecties (bv met rotavirus)
- darmontsteking
–> verhoging darm permeabiliteit voor gliadine peptiden
hoe vaak komt coeliakie voor? En bij wie?
0,5-1%
8 vd 9 patienten worden niet herkend
V:M = 2/3 : 1
Wat is de klassieke presentatie van coeliakie en waar moet men daarbij altijd op letten?
- diarree
- vermagering
- anemie
Klassieke presentatie is zeldzaam!!!
wat is een typisch moment voor coeliakie om tot uiting te komen?
6-18 mnd omdat dan introductie aan gluten
wat zijn geassocieerde ziektes voor coeliakie?
- Down
- Turner
- andere AIZ: sjogren, Hashimoto, graves, DM1