College 7 Beroeps- en voedselallergie Flashcards

1
Q

wat zijn klachten van een beroepsallergie?

A

Dezelfde klachten als normale allergie

Kan spontaan ontstaan!!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe vaak komt werk gerelateerd astma voor?

A

Jaarlijks: 50 per miljoen –> 375 nieuwe gevallen in NL per jaar

Hogere leeftijd: hogere kans en ongunstiger mbt genezingskans

Duur: hoe langer de blootstelling hoe ongunstiger beloop

HMW allergenen zijn meer gerelateerd aan persisterende bronchiale hyperreactiviteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn voorbeelden van HMW en LMW allergenen?

A

LMW: chemicaliën (bvb schilders)
HMW: pollen (kas of tuinwerkers)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke soorten werkgerelateerde astma zijn er?

A
  1. beroepsastma
    a) immunologisch
    - IgE gemedieerd
    - onduidelijk mechanisme
    b) niet-immunologisch
    - Acuut, subacuut of gradueel
  2. Door werk verergerde astma
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is kenmerkend voor beroeps gebonden klachten?

A
  • Tijdens het werk zijn er klachten die vaak verergeren gedurende de werkweek
  • verminderen in het weekend
  • verminderen/verdwijnen tijdens de vakantie

–> veel mensen gaan uiteindelijk ander werk zoeken (let op bias bij onderzoek)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn risico factoren voor een beroepsallergie?

A
  1. sensibilisatie voor het allergeen
  2. roken
  3. atopische constitutie (ernst is hierbij wel van invloed) –> vooral voor HMW
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waardoor ontstaat een beroepsallergie?

A

Hoge en continue expositie aan allergenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is het priming effect?

A
  • neusslijmvlies wordt gevoeliger voor dezelfde hoeveelheid allergeen

–> toenemende klachten tijdens de werkweek met maximum aan het eind van de week

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is kenmerkend aan astma door beroepsallergie??

A

Vaak geen/minder verbetering in het weekend -> ook na stoppen met het werk is astma vaker blijvend –> kan ook door andere aspecifieke stoffen getrieerd worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is beroeps gerelateerd astma?

A

astma Veroorzaakt door een trigger uit het beroep

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Er komt een patient die een beroeps gerelateerde allergische rhinitis heeft. Wat is het advies en waarom?

A

Stoppen met het werk
–> risico op het ontwikkelen van allergisch astma

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Is er bij beroeps gerelateerde allergieën altijd sensibilisatie?

A

Nee er kunnen opzicht ook klachten zijn zonder sensibilisatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn 3 oorzaken van beroepsgebonden klachten?

A
  1. allergische reactie op beroeps allergenen
  2. hyperreactiviteit van de LW
  3. Direct toxische effecten van irritantia
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe veel beroepsallergenen zijn er en welke soorten?

A

250 soorten

  1. biologisch: eiwitten en enzymen = HMW (> 5 kD)
  2. Niet-biologisch: chemisch = LMW (< 1 kD)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke HMW-agents voor een beroepsallergie ken je en bij wie zie je dit aak?

A
  1. Granen, tarwe: bakkers
    7-20%
  2. Dieren
    a) proefdieren: proefdierwerkers bij 3-12%
    b) vissen: vis industrie bij 8%
  3. planten
    a) bloemen en planten bij 7-9%
    b) kas producten bij 35%
    c) latex bij 5%
    –> Planten en bloemenkwekers
  4. eiwitten en enzymen
    a) A-amylase: bakkers –> inhalatie allergie (krijgen geen klachten bij het eten van dit!!) bij 7%
    b) trypsine, lactase: farmaceutische industrie bij 3-21%
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke soorten LMW-agentia ken je en bij wie?

A
  1. Icocyanaten: plastic en rubberindustrie bij 1-27%
  2. Metalen
    a) platina zouten: 9-29%
    b) kobalt: 1-5%
  3. Farmaceutische producten
    a) AB
    b) opiaten
    Bij 7-29%
  4. Anhydriden
    Plastic en kunststof industrie bij 8-18%
  5. Amines: kappers
    vaak eczeem, maar kan ook inhalatie bij 37%
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Waardoor komt de hoge spreiding bij de prevalentie van beroeps allergieën?

A

healthy workers effect: mensen met klachten stoppen vaak en als ex medewerkers niet worden meegenomen kan dit vertekening van de resultaten geven

18
Q

Wat wordt bedoeld met hyperreactiviteit van de LW?

A

Toegenomen gevoeligheid voor aspecifieke stimuli zoals rook of parfums

Hierdoor meer last van beroepsmatige stimuli zoals sprays, schoonmaakmiddelen en chloor

19
Q

Wat is het verschil tussen hyperreactiviteit van de LW en een allergie?

A

Bij hyperreactiviteit zal er geen inflammatie en geen sensibilisatie van induceren

20
Q

Wat wordt bedoelt met de derde beroeps allergie?

A

Door langdurige expositie aan
- oplosmiddelen
- formaldehyde: gas spaanplaat, MDF, textiel, styreen, polystyreen en kunststof

Klachten:
- clivia verlies
- hyperplasie
- metaplasie
- atrofische rhinitis

21
Q

wat is het probleem bij de aandoeningen die ontstaan door toxische effecten van irritantia?

A

Zijn vrij definitieve aandoeningen

22
Q

Wat is een specifiek syndroom dat kan ontstaan door toxische stoffen’?

A

RADS = reactive airway disfunction syndrome

= persisterend astma en hyperreactivtieit door eenmalig fors expositie aan irriantia (chloordamp, brandrook)

23
Q

Hoe vaak komt allergie voor bij proefdier werkers?

A

Schattingen tot 30%
voor muis- en rattenepitheel en urine (22%)

Wel minder voorkomend vanwege minder dierproeven en meer bewustzijn

24
Q

Er komt een patient bij je die begint aan een nieuwe baan in de proefdier industrie. Hij is bekend met allergische rhinitis. Hij vraagt aan je of dat van invloed kan zijn op zijn werk?

A

Als al bekend met allergische rhinitis = atopisch aangelegd
–> aanraden dit niet te doen want de kans op allergie is relatief groot
OR bij atopie is 5,7

–> Mag NIET gevraagd worden bij sollicitatie!

25
Q

Een 52-jarige man is eigenaar van een amaryllis kwekerij. Hij heeft een atopische constitutie en een graspollen allergie. Daarnaast rookt hij. Sinds 20 jaar heeft hij klachten van neus en kortademigheid. Deze klachten zijn er alleen als hij werkt. Ondanks het gebruik van neusspray verergeren zijn klachten en wordt hij ernstig benauwd.

Wat is je beleid?

A

Lab: sIgE tegen amaryllis stuifmeel

Om persisterend astma te voorkomen moet hij stoppen met het werk

26
Q

Hoe werkt een long provocatie test?

A

Dagopname

Extract wordt verdund en in oplopende concentraties geprovoceerd

Vooraf de FEV1 meten en gedurende de test ook

Bij een daling van 15% wordt de test gestopt en wordt evt medicatie gegeven

27
Q

wat is een kruisreactiviteit?

A

IgE Ab tegen een inhalatie allergeen die tgv botanische verwantschap secundair reageren met voedsel allergenen
–> Kan ook tussen voedsel allergenen onderling

1970: meloen en banaan
1977: berkenpollen en steenvruchten

28
Q

Hoe werkt de naamgeving van allergenen?

A
  1. eerste drie letters van de geslachtsnaam
  2. Daarachter eerste letter van de soortnaam
  3. daarachter getal in volgorde waarin de diverse componenten werden ontdekt
29
Q

Wat is een zeer bekende kruisreactie en waarop berust deze?

A

Berkenpollen
Bet v 1 –> PR-10 eiwit (pathogenese related protein)

De PR-10 eiwitten in berkenpollen en noten vertonen een zekere homologie waardoor bij het eten van de noten ook een reactie optreedt

Geldt ook voor bepaalde fruitsoorten: appel, perzik, peer, kiwi, druif, kers, abrikoos, ananas, nectarine, pruim

NOTEN: hazelnoot, walnoot, amandel, paranoot

Groente: wortel, selderij, tomaat
Peulvruchten: pinda, sojaboon

VEEL dingen die aan bomen groeien of hangen!!

30
Q

Wat voor klachten krijgt men vaak bij de kruisreactie van de berkenpollen met bvb het fruit?

A

Doorgaans milde klachten zoals
- oraal allergie syndroom: jeuk in de mond en keel, zwelling van de lippen

BEHALVE: voor hazelnoot –> hier kan wel een zeer ernstige reactie op ontstaan

31
Q

wat is kenmerkend aan lab onderzoek aan patiënten met een berkenpollen allergie?

A

Patiënten hebben een brede sensibilisatie, maar niet bij alle dingen klachten

32
Q

Waaraan zijn graspollen, huisstofmijt en latex allergieën gekoppeld?

A

Graspollen
- tomaat
- tarwe
- pinda
- aardappel
- meloen
- peulvruchten

Huisstofmijt: spiereiwit = tropomyosine –> kan ernstige anafylaxie geven
- garnalen
- slakken
- krabben
- mossel
–> Bij meerdere spinachtigen/geleedpotigen

Latex
- avocado
- dadel
- kiwi
- banaan
- kastanje
- krijg

33
Q

Welke drie karakters van specifieke plant gerelateerde eiwitten zijn er?

A
  1. PR-10 gerelateerd: eiwitten die de plant/boom beschermen (tegen droogte, hitte, kou, etc) –> breed verspreid in het hele planten rijk (maar de ene plant heeft het wel meer dan de ander)
    - Thermolabiel: bij verhitten veranderen de eiwitten waardoor het geen klachten meer geeft
    - Klinisch relevant
    - Geeft voor oraal allergie syndroom klachten, hele kleine kans op anafylaxie
    - Pollen/groente/fruit CR allergie syndroom
  2. LTP = lipid transfer protein
    - thermostabiel: opslag eiwitten –> gaan niet kapot met verhitting
    - kan zeer ernstige klachten veroorzaken
    - rijst, granen, perzik, hazelnoot
    = primair voedsel allergie
  3. Profiline
    - meestal klinisch niet relevant (in vitro vals positieve resultaten)
    - vaak in plant gerelateerde voedingsmiddelen en diverse pollen
    - soms wel klachten, maar hele kleine kans op anafylaxie
    - vb: meloen, banaan, tomaat
34
Q

Wat zie je vaak bij een allergie voor perzik, kers, appel, biefstuk en ei-albumine?

A

Perzik (pru p 1):
- rauw: milde reactie
- jam: geen reactie

Kers:
- rauw: milde reactie
- jam: geen reactie

Appel:
- rauw: milde reactie
- appelmoes: geen reactie

Biefstuk:
- medium: milde reactie
- doorbakken: geen reactie

Ei-albumine:
- zacht gekookt ei: milde reactie
- hard gekookt ei: geen reactie

Milde reactie: vaak OAS –> enkel op plek waar direct contact is met het allergeen

–> de eiwitten worden door de werking voldoende afgebroken om geen klachten meer te geven

LET OP: klachten kunnen wel erger worden tijdens pollenseizoen

35
Q

Bij sommige mensen geeft het eten van perzikjam een toch heftigere reactie. Waardoor komt dat? Waarbij zie je dat nog meer?

A

Perzik: pru p 3 –> reactie na rauwe perzik en na perzikjam –> zijn thermostabiele eiwitten die intact blijven na bewerking

Hazelnoot (cor a 8): bij rauwe en bij geroosterde hazelnoten

–> Geven een ernstige reactie ongeacht wat er mee gebeurt is waardoor de structuur verandert is

36
Q

Welke eiwitten zijn thermostabiel en wat is het gevolg?

A

Opslag eiwitten
–> ernstige systemische reacties

37
Q

Wat zijn veel voorkomende kruis allergieën bij voedingsmiddelen?

A
  1. Rozenfamilie: appel, abrikoos, amandel, kers, perzik
  2. Nachtschede: aardappel, tomaten, aubergine
  3. Schermbloemigen: wortel, selderij, koriander, venkel
  4. Komkommer: augurk, courgette, komkommer, meloen, pompoen, cassave
  5. Pruikenboom: cashew, mango (huidtest+, geen allergie), pistache
  6. Laurier: avocado, kaneel, laurier
38
Q

Er wordt sensibilisatie gevonden bij iemand in het kader van kruisallergieen. wat zegt dit?

A

Voorspellende waarde van de sensibilisatie is erg laag bij dit soort kruisallergieën –> dit is ook door kruissensibilisatie!!

39
Q

Wat is eventueel mogelijk om te doen bij kruis allergieën?

A

Provocatietest: kan helpend zijn voor dosis en bevestiging

–> maar we doen het liever niet

40
Q

Waarvoor zijn mensen vaak nog meer allergisch (kruis allergie) bij de volgende voediingsmiddelen:
- koemelk
- schaaldier
- meloen
- vis
- pollen
- perzik

A
  • koemelk: 92% geitenmelk allergie (NOOIT een alternatief)
  • schaaldier: 75% voor andere schaaldieren
  • meloen: 92% voor banaan en avocado
  • vis: 50% voor Andere vissen
  • pollen: 55% voor bepaalde groentes en fruit
  • perzik: 55% bij appel, pruim, kers en peer

–> Er is vaak een link te vinden maar de kans op een daadwerkelijke allergie is wel klein

41
Q

Wat is de enige manier om echte IgE gemedieerde allergieën aan te tonen?

A

Met huidtesten (liefst bij allergoloog)

42
Q

Wat is de gouden standaard voor het aantonen van een voedsel allergie?

A

DBPCFC = double blind placebo controlled food challenge –> provocatie test

Vanwege de grote angst ook een placebo