College 1 Parasitaire worminfecties in relatie tot allergie Flashcards

1
Q

Hoe noemen we parasitaire wormen? Welke soorten zijn er?

A

Helminthen

  1. Rondwormen = Nematoda
  2. platwormen = platyhelminthen
    a) lintwormen = Cestoda
    b) zuigwormen = Trematoda
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

In welke mate zijn de soort helminthen aan elkaar verwant?

A

Niet
Nematoda zijn meer verwant aan de geleedpotigen dan aan de platyhelminthen

= GEEN mono-fylogenetische groep

Implicaties: verschillende behandeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe vaak komen intestinale rondwormen voor?

A

heel vaak: 1/3 van de wereldbevolking

Ook de andere worminfecties komen veel voor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waar komen worminfecties vooral veel voor? Hoe noemen we deze ziektes?

A

Tropische gebieden
- Afrika
- Azie
- Zuid-Amerika
(lage inkomens)

neglected tropical diseases

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat bepaalt de locatie waar de wormen veel voorkomen?

A
  • specifieke ontwikkelingscyclus
  • transmissie wijze
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat is de ernst van de worminfecties?

A
  • lage mortaliteit
  • hoge morbiditeit

DALY = leeftijd gestandardiseerde disability adjusted life years
= ziektelast (hoeveel fitness verlies je in hoeveel levensjaren)
x
Prevalentie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke twee soorten ontwikkelingscycli zijn er en wat is hiervoor kenmerkend?

A
  • directe: 1 gastheer
  • indirecte: ≥ 2 gastheren (tussengastheer(en))
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat is een veel voorkomende worminfectie in NL?

A

Aarsmade = enterobius vermicuralis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zitten aarsmaden? Hoe zien ze eruit? Bij wie komen ze voor? Wat is het beloop? Klachten?

A

Locatie: colon

Uitelrijk: kleine wormpjes van ong 1 cm lang

Wie: mn bij jonge kinderen vanwege slechte handhygiëne

Beloop: geen complicaties omdat er een migratie door/in de weefsels is

klachten:
- jeuk rond de anus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat is de pathofyioslogie van aarsmaden? En de diagnostiek en BH?

A

Pathofysiologie:
- M en V in colon –> bevruchting
- V via anus naar buiten
- leggen eitjes op perianale huid
- eitjes geven jeuk waardoor men gaat krabben
- eitjes komen op de handen
- vervolgens weer orale inname –> hand hygiene is hierbij zeer belangrijk!
–>
In de darmen komen Uit de eitjes komen witte wormpjes (larven rijpen in 4-6h in de eitjes)

Diagnostiek:
- GEEN eitjes in de feces (zitten op de Peri-anale huid)
1. determinatie adulte worm in de feces
2. plakband preparaat: op peri-anale huid drukken (ochtend, ongewassen) –> objectglaasje –> bekijken onder microscoop

BH: zowel VW als kinderen
1. mebendazol PO, herhalen na 14 dg (drogist)
Opmerkingen BH:
- niet mebendazol tijdens de ZS!!
- geen resistentie
- Recidieven: vaak herinfecties omdat de eitjes lang vitaal en infectieus zijn –> via omgeving (kleding, beddengoed) opnieuw verspreiden
- gezinsleden ook
- therapie herhalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waarom moet de BH voor aarsmaden na 14 dg nogmaals herhaald worden?

A

Omdat de larve stadia niet goed reageren op het middel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat is de levenscyclus van de ascaris lumbricoides (grote spoelworm)? Hoe lang duurt dit?

A
  • eieren in de feces (niet meteen infectieus)
  • ontwikkeling eitjes (in milieu, goed temp nodig) in enkele dagen-weken
  • infectieus stadium: opname eitjes oraal
  • Kan maag passeren door eierschaal
  • Darm: larve uit ei
  • larve penetreert de mucosa
  • migratie naar een Bv
  • versleping naar de alveoli –> vastlopen in eerste capillairen die tegenkomen
  • penetratie van de long
  • Larven irriteren de LW waarbij ze worden opgehoest
  • Larven worden vervolgens weer doorgeslikt (zitten op dag 14)
  • Weer door de maag
  • VW larve in de darm: 15-20 cm lang
  • M en V bevruchten –> seksuele voortplanting met eitjes

LET OP: elk eitje dat je opneemt zal deze route doorlopen!!

Totale duur: 60 dagen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de transmissie route van de Ascaris lumbricoides (= grote spoelworm)?

Waar komt het vaak voor?

A

Route: deco-oraal –> associatie met hygiene en sanitatie!!

NL: niet vaak vanwege goede hygiene (heel vroeger wel)
Nu;
- landen met verminderde hygiene
zoals lage inkomenslanden en tropische gebieden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat zijn de symptomen van Ascaris lumbricoides (= grote spoelworm)?

A
  1. Migratiefase: immuunreactie
    = Loffler syndroom
    - koorts
    - hoesten
    - eosinofilie
    - pulmonaal infiltraat
  2. Volwassen worm fase
    a) weinig wormen: gen klachten
    b) veel wormen:
    –> vooral als veel wormen
    - buikpijn, obstructie
    - ondervoeding: 20 wormen kost ca 4 gr eiwit/dag van de 30-50 gr uit voeding)
    - zwerflust: afsluiting galgang
    * Lab:
    - verhoogd IgE
    - eosinofilie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat is de diagnostiek van Ascaris lumbricoides (= grote spoelworm)? en de BH?

A
  • wormeieren in feces
  • determinatie worm in feces

BH: albendazol 1x PO (breed spectrum anti-worm middel)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat zijn eigenschappen van de strongyloides stercoralis?

A

Grootte: 100 micrometer (klein)
soort: rondworm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

wat is de ontwikkelingscyclus van strongyloidiasis?

A
  • larven komen via orale route binnen of penetreren direct de huid (bvb de blote voeten als in de grond zitten uit ontlasting)
  • VW worm in de darm: vrouwtje legt eiren in de intestinale mucoa hatch
  • eieren komen uit in de darm
  • hieruit komen larven
  • larven zijn infectieus voor dezelfde gastheer (penetratie door darmwand of peri-anale huid) EN worden uitgescheiden via de feces
  • migratie naar Bv
  • lopen vast in de longen
  • penetratie alveolaire ruimte
  • ophoesten en doorslikken
  • darmen: VW worden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

wat is kenmerkend voor strongyloidiasis?

A

auto-infectie waarbij de larven zelf snel infectieus zijn en dezelfde persoon nogmaals kunnen infecteren –> cyclus binnen dezelfde persoon

19
Q

waar komt strongyoidiasis voor?

A
  • Zuid Amerika
  • sub sahara
  • zuid oost afrika
20
Q

wat is de infectie duur van strongyloidiasis? Wat zijn de symptomen?

A

Duur: jaren tot decennia tot levenslang

symptomen:
a) darmen: buikpijn en diarrree
b) huid: larva currens met jeuk (vooral peri-anaal) door migratie van Strongyloides larven door de dermis. Het is een urticariële eruptie, jeukend, verheven.
c) Weefselmigratie: ontstekingsreactie met koorts
d) longen: loffler syndroom met alveolair vocht en pneumonie

Immuun competente mensen: kan asymptomatisch beloop

Immuun deficient: kan gedissimineerde infectie met
- betrokkenheid van alle organen is mogelijk inclusief CZS
- abces vorming
- kan ernstiger beloop hebben met evt hyperinfectie en overlijden

21
Q

wat zijn indicaties voor diagnostiek naar strongyloidiasis? En wat is de diagnostiek dan?

A

Indicaties diagnostiek:
- eosinofilie mn icm een tropenreis verleden
LET OP: dit kan lager zijn bij
- hyperinfectie
- immuun gecompromitteerden
- immuunsuppressie

Diagnostiek:
- Larven in de feces: PCR, Baermann
- icm serologie: Ab
- bij disseminatie: larven in elk lichaamsvocht (BAL, liquor)

Bearmann: wordt gebruik gemaakt van het feit dat longwormlarven het faecesmonster actief verlaten om vervolgens (in een puntglas) neer te slaan.

22
Q

waar moet op gelet worden bij de diagnostiek voor strongyloidiasis?

A

De larven hebben een prepatente periode van een maand waarin ze niet aantoonbaar zijn in de feces

23
Q

Wat is de BH van strongyloidiasis? Wat bepaalt de duur?

wat is de mortaliteit in NL?

Welke mensen hebben een verhoogd risico op hyperstrongyloidiasis?

A

BH: ivermectine PO
Duur afhankelijk van de immuunstatus

Mortaliteit in NL: aantal doden is > dan aan malaria in NL

Risico hyper-strongyloidiais:
- hoge dosis immunosuppressiva bvb transplantatie patienten
- hematologische patienten
—> screenen!!
HIERBIJ is wel belangrijk dat mensen in de tropen zijn geweest!!

24
Q

Hoe verloopt de afweer tegen invasieve wormen?

A

Het zijn multi-cellulaire, grote pathogenen

  1. Th-2 cel wordt geactiveerd door APC
  2. productie van IL-4, IL-5 en IL-13
    a) IL-4: activeert B-cellen om IgE (en IgG1 en IgG4) te amen
  3. IgE bindt aan mestcellen
  4. geactiveerde mestcellen degranuleren
    a) IL-4 en IL-13: verhoogde intestinale en LW-mucus secretie –> hierdoor verhogen van de barriere
    En toename van peristaltiek
    b) IL-5: activatie van eosinofielen
    c) IL-4 en IL-13: alternatieve mf activatie (weefselherstel)

LET OP: zelfde spelers als bij een allergie

25
Q

wat zijn belangrijke nematoden?

A

= rondworm
- zweepworm
- mijnworm
- strongyloidiasis

26
Q

Hoe noemen we schistosomiasis ook wel? Waardoor komt het? Waar komt het voor en hoe vaak?

A

Schistosomiasis = Bilharzia

Door: schistosoma (platworm: zuigworm)
grootte: 1 cm lang, 1 mm dik

NL: importziekte
verspreiding: endemisch in tropische gebieden
- suriname
- sub sahara afrika
- rivieren midden oosten en zuid-oost Azië

Prevalentie: 200 miljoen mensen zijn geïnfecteerd

27
Q

Hoe ernstig is schistosomiasis?

A

10% ernstig ziek
Maar meerderheid is asymptomatisch

28
Q

Welke soorten schistosomiasis zijn er? Hoe loop je het op?

A

Heel veel soorten, belangrijkste voor de mens
- s. Mansoni
- s. haemotobium
(in totaal 5 voor de mens)

Besmetting: zwemmen in zoet water

29
Q

Hoe verloopt de ontwikkeling cyclus van schistosomiasis?

A
  • besmet persoon scheidt eitjes uit in feces en urine
  • komt in zoetwater terecht
  • hier is hypotoon milieu –> eitjes zwellen op –> barsten open –> larfjes eruit
  • larve heeft trilhaartjes waarmee zwemmen door het water
  • gaat opzoek naar geschikte gastheer = zoet waterslak
    a) Biomphalaria: s. Mansoni
    b) bulinus: s. haematobium
  • na 4 wk is de helft van de biomassa van de slak parasiet –> wordt een fabriek voor cercaria
  • Cercaria komen uit de slak en kunnen zwemmen
  • via chemotaxie kunnen ze richting de huid van een persoon migreren
  • hechten aan de huid –> penetratie (niks van merken)
  • migratie naar Bv –> longcapillairen –> blijvenhangen, maar gaat door naar de lever
  • migratie door de lever heen
  • afhankelijk van de soort gaan ze ofwel naar de blaas ofwel naar de darmen –> blijven daar in de venen
  • trematode: VW worm met zuignappen –> lopen door bloedvaten heen en weer –> digestieven het bloed –> vaak weinig last van
30
Q

wat is kenmerkend voor de twee schistosomiasis soorten die bij de mens veel voorkomen?

A

S. manosi:
- venen rondom de darm
- eieren door de vaatwand en darmwand

S. haematobium
- Venen rondom de blaas
- eieren door vaatwand en blaaswand heen

31
Q

Wat is de pathogenese van schistosomiasis?

A
  • klachten door eieren
  • hepatitis: granulomen, fibrose en leverfalen

Ofwel in de darm
Ofwel in de blaas
klachten

VW-wormen: geen schade –> kunnen jaren/decennia overleven –> Geen klachten of afweer respons –> jaren overleven

32
Q

Wat zijn de vier klinisch stadia?

A
  1. invasie stadium: door de huid heen
  2. Migratie stadium
  3. gevestigde infectie
  4. chronische schistosomiasis
33
Q

Wat kan voorkomen bij stadium 1 van schistosomiasis?

A

Cercarien dermatitis = zwemmersjeuk

Door: niet humane soorten (vogels, runderen) –> geven een heftige huidreactie waarbij de parasieten worden afgedood
–> zeldzaam bij humane soorten
Heftig bij niet-humane soorten

Symptomen:
- jeuk
- papillaire utislag

Duur: 2-3 dg

Preventie:
- goed afdrogen
- evt water chloreren, joderen of verhitten

BH:
- antihistaminica
- of anti-prulritus middelen

34
Q

wat kan voorkomen bij stadium 3 van schistosomiasis?

A

Katayama syndroom = acute schistosomiasis

Locatie: mn long of lever

symptomen:
- koorts: re- of intermitterend
- oedeem
- urticaria
- MET vlammende eosinofilie!!
evt: lethargie, spierpijn, hoofdpijn, gewrichtspijn, hoesten en diarree

Duur: ca 2 wk na de infectie komen de klachten op en duren in totaal 6-8 wk

Wie: mn niet immune personen met een zware eerste infectie

Diagnostiek: serologie

35
Q

Wat zijn klachten bij stadium 3 van schistosomiasis? Wat is diagnostiek? en BH?

A

klachten: eitjes gaan de weefsels in –> schade aan epitheel

S. Mansoni in mesenteriale vaten – eieren zijn omweg naar buiten via colon en rectum
- achterblijvende eieren geven problemen = 50% –> ULCERATIES
* symptomen:
- buikpijn
- dysenterie: diarree, bloed, moe

S. haematobium: in plexus van de blaas –> geven kleine laesies
* symptomen:
- hematurie (kleine laesies) in terminale mictie
- zware infectie: dysurie (pijn)

levensduur worm: 10-15 jaar!!!

Problemen: vaak ook pas op de lange termijn

Diagnostiek:
- aantonen eieren in feces of urine
- + serologie of urine Ag-test

Behandeling: ALTIJD (vanwege effect van Ei-Ag op granuloom vorming!!)
- praziquantel (biltricide): 1 of 2x
LET OP: effectief tegen VW romen –> pas ca 8 wk na de infectie!!

36
Q

wat zijn lange termijn problemen bij schistosomiasis?

A

S. Mansoni (mesenteriale vaten)
- portale hypertensie, HS-megalie
- leverfibrose, ascites, decompensatie
- pseudo-polyposis (poliepen darm)

S. haematobium (plexus blaas)
- pseudopapillomas, tuberkels
- obstructie ureters, hydronefrose
- nierfunctiestoornissen, uremie
- slechte blaasfunctie, blaascarcinomen

37
Q

Wat is de afweer respons tegen schistosomiasis en wat is hierbij het probleem?

A
  • intieel Th-1 respons
  • switch naar Th-2
  • Hierna: regulatoire T-cel respons met IL-10 –> onderdrukt de Th-2 respons –> zo manipuleren de wormen het IS van de host (door sterke toename IL-10)
  • IL-10 wordt altijd gemaakt om controle te houden over het IS

IL-4: stimuleert Th-2 respons
IL-4 & IL-13: IgE productie door B-cellen
IL-5: toename eosinofielen

38
Q

Wat is de epidemiologie van allergie?

A

Ontwikkelingslanden: veel worm infecties –> weinig allergie
Door:
- Weinig AB
- slechte hygiene
- veel infecties
- hoge Oro-fecale belasting
- variabel intestinaal microbioom

Westerse landen: weinig worm infecties –> veel allergie (eczeem, astma, rhinitis)
- veel AB
- goede hygiene
- weinig infecties
- lage Oro-fecale belasting
- constant intestinaal microbioom

39
Q

Wat is het idee van waarom in het westen meer allergieën voorkomen?

A

Hygiene hypothese

ICM genen

Worminfecties produceren factoren waardoor Tregs gestimuleerd worden –> remming Th-2 respons

DAARBIJ: microbioom en mn een variërende kan ook de afweerrespons stimuleren –> waardoor een remmend effect op allergieën

40
Q

Wat houdt de hygiene hypothese in?

A
  1. Afwezigheid van infecties
    - mn invasieve parasieten (helminthen)
    - en evt overige pathogenen en symbiotische MO
  2. verhoogd de gevoeligheid voor het ontwikkelen van allergische ziektes
    - door remming van activatie/ontwikkeling IS
    - mn gebrek aan expositie van infectieuze agentia verstoort de juist inductie van immuno-tolerantie
41
Q

wat is bepalend voor de verspreiding van schistosomiasis?

A

Het voorkomen van de juiste zoet waterslak

42
Q

wat is kenmerkend voor acute schistosomiasis?

A

Eosinofilie!!