VERWERVING VAN ZAKELIJKE RECHTEN Flashcards

1
Q

het verschil tussen bezit en eigendom

A

▶ Eigendomsrecht = juridische toestand – eigenaar zijn van…
▶ Bezit = feitelijke toestand (waarneembare gedraging) van iemand die de indruk wekt eigenaar of zakelijke gebruiksgerechtigde te zijn - het recht koppelt daar gevolgen aan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Verschil tussen het bezitten en het feitelijk houden van een zaak onder zich (detentie)

A

▶ Titularis van een persoonlijk gebruiksrecht of recht met teruggaveverplichting heeft enkel de feitelijk macht over een goed, maar niet het bezit (detentie)
▶ Bezit veronderstelt wilselement en corporeel element

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

BEZIT - ANIMUS: Moreel of intentioneel element: animus domini/possessionis

A

= de overtuiging/de wil om zich als titularis van het recht te gedragen en om het goed of het recht
onder zich voor zichzelf te houden en te gebruiken als de persoon die het recht heeft om dat te doe
n verkregen
(te goeder trouw)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

BEZIT CORPUS: Materieel element: corpus possessionis

A

▶ Corpus is niet voldoende om van bezit te spreken
▶ Houder/bewaarder: heeft het goed onder zich (corpus) maar weet dat hij die moet teruggeven (animus ontbreekt)  geen juridisch bezit; enkel ‘detentie of houderschap
* bijv. garagist en auto klant

▶ Persoon die de corpus heeft, wordt wettelijk vermoed ook de animus te hebben en moet deze niet bewijzen (art. 3.18)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

BEZIT - DEUGDELIJK: Wat betekent dit

A
  • Bezit moet deugdelijk zijn: bezit slechts gevolgen indien het voortdurend, ongestoord, openbaar en ondubbelzinnig is. Die hoedanigheden worden vermoed aanwezig te zijn, behoudens tegenbewijs
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat met gebrekkige bezit?

A
  • Een gebrekkig bezit heeft pas gevolgen nadat het gebrek opgehouden heeft te bestaan  Gebreken = indicaties van fraude
    ▶ Niet voortdurend: bezit is onderbroken door de bezitter; geen regelmaat in de gestelde handelingen m.b.t. het gebruik/genot
    ▶ Geweld door de bezitter: feitelijkheden of dreiging waardoor iemand kan vrezen dat hij of zijn vermogen aan een dadelijk kwaad wordt blootgesteld
  • Indien het bezit aanvankelijk is tot stand gekomen op gewelddadige wijze dan kan het bezit maar
    deugdelijk worden indien alle stoornis en geweld werkelijk opgehouden zijn
    ▶ Niet-openbaar: actief optreden om bezit geheim te houden
    ▶ Dubbelzinnigheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

BEZIT - RECHTSBESCHERMING-Dubbelzinnigheid

A

feiten die aangehaald worden om bezit te bewijzen, wijzen niet met zekerheid op het bestaan van een exclusief eigendomsrecht

  • daden van het bezit kunnen uiting zijn van juridisch bezit of contractuele grondslag
    hebben (huurder; bewaarnemer), van exclusieve eigendom of mede-eigendom, van
    eigendom of van erfdienstbaarheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Bezit: Vermoeden van deugdelijkheid => weerlegbaar

A

▶ Gebrek moet aangetoond worden door degene die zich erop beroept
▶ Bijv.: door echte eigenaar die goed revindiceert tegen de bezitter  bezitter moet dan het
bewijs van zijn beweerd eigendomsrecht leveren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Bezit ter goede trouw

A

▶ bezitter gaat er terecht van uit dat hij het zakelijk recht heeft verworven van iemand die
titularis was van het zakelijk recht;
▶ bezitter heeft het zakelijk recht verkregen van iemand waarvan hij niet wist/behoorde te
weten dat die persoon beschikkingsonbevoegd was

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

bezit ter kwade trouw

A

▶ bezitter wist/behoorde te weten dat de rechtsvoorganger een gebrekkige titel
had/onbevoegd was
▶ bezitter weet geen titularis van het zakelijk recht te zijn (dief)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

BEZIT:Wat houdt in de Bewijsfunctie bij eigendomsvermoeden

A
  • wie zich op een recht beroept, moet bewijs leveren dat hij titularis is van dat recht
  • wie het eigendomsrecht inroept, zou dit moeten bewijzen
    ▶ Er bestaat echter een verzachting van deze regel  bezit gekoppeld aan
    eigendomsvermoeden  omkering van de bewijslast
  • Bezitter kan zich in eerste instantie beperken tot het inroepen van het bezit (sit back & relax)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Bezit:Bewijsfunctie

A
  • Degene die het recht/ feitelijke macht uitoefent, wordt vermoed de bezitter ervan te zijn (art 3.19 BW)
  • Praktisch belang: houder wordt vermoed de juridische bezitter te zijn tot bewijs van het tegendeel (bijv. bewijs van het contract)
  • Bezitter wordt vermoed over titel te beschikken (art 3.24 BW)
  • Bezitter moet deugdelijkheid niet aantonen

▶ Tegenpartij wil bezit/eigendom betwisten => moet aantonen dat:
* de beweerde bezitter geen animus heeft (dus loutere detentor is), of
* het bezit niet deugdelijk en dus gebrekkig is
* de bezitter niet te goeder trouw is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Bezit:(1) Eigendomsvermoeden: speelt ook in de kaart van schuldeisers: Wat betekent dat

A

SE mag ervan uitgaan dat de zaken die de SA bezit zijn eigendom zijn => beslagbaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Verkrijgende functie van het bezit

A

Principe: derde kan geen eigendom verwerven van iemand die geen eigenaar is  maar omwille van de rechtszekerheid => wijkt men hiervan af

UITGANGSPUNT: Hij die onder bezwarende titel, te goeder trouw, een zakelijk recht verkrijgt op een roerend goed van een persoon die er niet over kon beschikken, wordt titularis van dat recht, van zodra hij het ongestoord en
ondubbelzinnig bezit
verkrijgt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

BEZIT - ONROERENDE GOEDEREN

A

Bezit kan leiden tot verkrijgende verjaring van onroerend goed
▶ Vereiste: bezit  animus en corpus (supra)
▶ Eenvoudig gedogen leidt niet tot bezit noch verjaring
▶ Verkrijgende verjaringstermijn:
▶ 10 jaar (GT) en 30 jaar (KT) – Wanneer?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Remedies inzake eigendomsbescherming

A

▶ Eigendomsvorderingen (art. 3.51)
▶ Bezitsvorderingen (art. 3.25)
▶ Vorderingen tot schadevergoeding (schending van het eigendomsrecht, onrechtmatige daad)
▶ Vordering tot matiging (burenhinder / rechtsmisbruik)
▶ Vordering wegens namaak (bescherming intellectuele eigendomsrechten)

17
Q

Remedies inzake eigendomsbescherming:
Revindicatie (rei vindicatio)

A

▶ de vordering tot zakenrechtelijke restitutie tegenover éénieder die het goed onder zich heeft

▶ de vordering tot erkenning van het eigendomsrecht tegenover eenieder die er inbreuk op pleegt of aanspraken meent te kunnen op maken.

18
Q

NATREKKING : wat is dat

A

De eigenaar van een goed is tevens eigenaar van alle inherente bestanddelen van dat goed.

Een inherent bestanddeel van een goed is een noodzakelijk element van dit goed dat er niet kan worden van afgescheiden zonder afbreuk te doen aan de fysieke of functionele substantie van dit goed.

 Natrekking beslecht eigendomsaanspraken
 Zowel voor roerende als onroerende goederen  roerende en onroerende natrekking