Indeling der goederen Flashcards

1
Q

Wat zijn lichamelijke voorwerpen?

A

Lichamelijke voorwerpen kunnen zintuiglijk worden waargenomen en worden gemeten middels een momentopname.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn onlichamelijke voorwerpen?

A

Voorbeelden van onlichamelijke voorwerpen: handelszaak, cliënteel, een schuldvordering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is een wettelijke beletsel?

A

voorwerpen buiten de handel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is een feitelijke beletsel?

A

gemene voorwerpen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn de goederen die aan niemand toebehoren

A

res nullius (geen eigenaar) vs. achtergelaten goederen (res derelictae) ->te onderscheiden van verloren goederen (horen wel aan iemand toe) en
verborgen goederen (schat) (hoorde aan iemand toe)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wanneer kun je eigenaar worden van het gevonden goed of de verkoopopbrengst ervan?

A

Zaken die buiten een woning zijn geplaatst om te worden opgehaald – Onmiddellijk

-Zaken die je vindt zonder eigenaar – Onmiddellijk, maar aangifteplicht

-Zaken die je vindt met een eigenaar – Vijf jaar na aangifteplicht indien eigenaar zich niet
kenbaar heeft gemaakt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn Publieke goederen

A

behoren tot het privaat domein, behalve indien ze tot het openbaar domein zijn bestemd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is een ‘Openbaar domein’

A

Een goed behoort tot het openbaar domein, wanneer het door de bevoegde
overheid uitdrukkelijk of stilzwijgend bestemd wordt tot het gebruik van allen of
voor een openbare dienst.

  • voorbeelden: openbare weg of buurtweg, markt, gevangenis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is Affectatie

A

= beslissing om goed tot dergelijk gebruik te bestemmen
* via wet of via bestuursbeslissing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is desaffectiatie?

A
  • beslissing waarbij het goed wordt onttrokken aan deze bijzondere bestemming - komt in het privaat domein terecht (bv. gedesaffecteerd gerechtsgebouw)

Hoeft niet uitdrukkelijk te gebeuren, kan stilzwijgend zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is een ‘Privaat domein’

A
  • goederen van publieke rechtspersoon die niet bestemd zijn voor het gebruik door allen of voor openbare dienst
  • vb.: gros eigendommen gemeente, OCMW
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Goederen van openbaar domein: Kenmerken

A
  • vervreemding vereist eerst desaffectatie  goed gaat van het openbaar domein naar
    privaat domein
  • ratio legis: continuïteit van de openbare dienst – niet vatbaar voor beslag
  • Geen verjaring, natrekking of oorspronkelijke verkrijging
  • een persoonlijk of zakelijk gebruiksrecht op een openbaar domeingoed kan in de mate dat
    zulks aan de openbare bestemming van dat goed niet in de weg staat.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Goederen van privaat domein:Kenmerken

A
  • Wel vervreemdbaar, vatbaar voor verjaring
  • Wel respecteren algemene beginselen behoorlijk bestuur (transparantie, mededinging, non-discriminatie)
  • nu art. 1412bis Ger.W.: principiële onbeslagbaarheid, tenzij goederen door de
    overheid aangewezen en niet worden aangewend voor de uitoefening van de openbare dienst
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Verbruikbare goederen Wat is dat

A

goederen die door normaal, eerste gebruik teniet gaan;
Goederen zijn verbruikbaar indien men ze niet kan gebruiken zonder daarover in juridische of
materiële zin te beschikken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Niet-verbruikbare goederen (gebruiksgoederen)

A

blijven bestaan na eerste gebruik; kunnen meerdere keren gebruikt worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Verbruikbare versus niet-verbruikbare roerende goederen:Belang van het onderscheid

A

gebruik van verbruikbare zaak veronderstelt eigendom en beschikkingsrecht

– andermans zaak?  verbruiker wordt eigenaar met verplichting gelijkaardige zaak terug te geven (bv. lening van geldsom)
* Vruchtgebruik op verbruikbare goederen

17
Q

Vervangbare goederen (vervangbaar uit de aard=soortgoederen)

A

Goederen zijn vervangbaar indien ze voor de nakoming van een verbintenis onderling
verwisselbaar zijn

  • goederen die naar soort bepaalbaar zijn en door een gelijksoortige goed van dezelfde
    hoedanigheid kunnen worden vervangen
    ene goed kan plaats innemen van andere
18
Q

Niet-vervangbare goederen (specifieke goederen)

A

goederen die individueel bepaald zijn  verschillen van elkaar
* Bv.: welbepaald schilderij van welbepaalde schilder, welbepaald huis

19
Q

Belang van het onderscheid tussen vervangbare en niet vervangbare goederen

A
  • Tijdstip eigendomsoverdracht en overgang van risico van gekochte zaak
    (d.i. risico op tenietgaan door vreemde oorzaak)  bij levering of individualisering
  • Risico gaat bij soortgoederen niet over bij wilsovereenstemming