Versieringen Flashcards
In welke categorieën kan je versieringen verdelen?
Aanslaande: de versiering komt voor de hoofdnoot
Naslaande: de versiering komt na de hoofdnoot
Verbindende: de versiering is tussen twee noten in
Vervangende: de versiering is in plaats van de hoofdnoot
Hoe kan je de versieringen uitvoeren?
Abstraherend of substraherend: komt op de tel
Anticiperend: komt voor de tel
Welke voorslagen heb je?
- Lange voorslag
- Korte voorslag
- Dubbele voorslag
- Schleifer
- Pralltriller
- Schneller
- Mordent
- Dubbelslag boven de noot
Leg uit: Lange voorslag
Substraherend, krijgt helft notenwaarde bij tweedelige notenwaarde en 1/3 of 2/3 bij driedelige notenwaarde, bij overbinding zelfde noot: de hele notenwaarde
Leg uit: Korte voorslag
Nootje met stok met streep, zo snel mogelijk uitgevoerd worden, aanslaand of doorgaand uitgevoerd
Leg uit: Dubbele voorslag
Substraherend, onder en bovensecunde grondtoon of willekeurige toon en bovensecunde
Leg uit: Schleifer
Één of meer tonen gaande naar de hoofdtoon, heeft een hakkeltje als symbool en begin hakkel geeft begintoon aan, komt na 1750 niet meer voor (het teken), 19e eeuw voorslaande altijd anticiperend
Leg uit: Pralltriller
Substraherend of anticiperend, grondtoon bovensecunde grondtoon, zelfde teken als Schleifer maar dan boven de balk
Leg uit: Schneller
Zelfde als Pralltriller, maar altijd substraherend en uitgeschreven in kleine nootjes
Leg uit: Mordent
Zelfde als pralltriller, maar dan de ondersecunde
Leg uit: Dubbelslag boven de noot
Op z’n zij s, bovensecunde-grondtoon-ondersecunde-grondtoon, met een nootje aangegeven als het moet beginnen met de hoofdtoon
Welke verbindende versieringen heb je?
Dubbelslag na de noot
Leg uit: Dubbelslag na de noot
Wordt altijd afgehaald van de voorafgaande noot, dat is de hoofdnoot. Noot met stip? Dan wordt de waarde afgenomen van de noot zonder stip. Soms in kleine nootjes uitgeschreven. Waarde wordt bepaald door het tempo en smaak. Bovensecunde-grondtoon-ondersecunde-grondtoon.
Welke vervangende versieringen heb je?
- Triller
- Kettingtriller
- Dubbele en driedubbele trillers
- Arpeggio
- Portamento
- Glissando
Leg uit: Triller
Neemt de hele notenwaarde over, begint met bovensecunde tenzij de voorgaande noot die toon was. Als het overgebonden is begin je wel met die toon. Naslag komt voor bij de triller.
Leg uit: Kettingtriller
Verschillende trillers die in elkaar overgaan. Dalend komt er geen naslag, stijgend kan wel een naslag hebben.
Leg uit: Dubbele en driedubbele trillers
Hetzelfde als de triller, maar dan niet één toon, maar twee of zelfs drie, dus: 2-2-2-2-2-2-2-2 of 3-3-3-3-3-3-3-3 ipv 1-1-1-1-1-1-1-1
Leg uit: Blinde triller
Vereenvoudiging dubbele triller, komt alleen op de piano voor. 2-1-2-1-2-1-2-1 ipv 2-2-2-2-2-2-2-2
Leg uit: Arpeggio
De tonen van een akkoord na elkaar spelen en ze blijven doorklinken. Wordt altijd van onder naar boven gespeeld, andersom is er een teken voor. Ze kunnen ook stijgend en dalend na elkaar voorkomen, dan klinken ze niet door en was vooral voor 1750.
Leg uit: Portamento
Toon wordt vooruitgenomen
Leg uit: Glissando
Alle tonen tussen de twee noten moeten glijdend gespeeld worden