Stemmingen Flashcards

1
Q

Wat verstaan we onder stemmingen?

A

De wijze waarop de verdelingen van de tonen binnen een octaaf plaatsvindt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is het probleem van stemmingen?

A

Dat zuivere kwinten en zuivere tertsen niet verenigbaar zijn. Wanneer we vier reine kwinten op elkaar stapelen is de hoogste toon niet even zuiver aan dezelfde toon gestapeld op tertsen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is een syntonische komma?

A

Het verschil tussen de toon gestapeld op de terts of op de kwint

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Ongetempereerd?

A

Een systeem waarin men kiest voor óf zuivere kwinten óf zuivere tertsen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Getempereerd?

A

Een systeem waarin zowel de kwinten als tertsen onzuiver worden gemaakt, zodat het in onze oren zuiver klinkt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Ongelijkzwevende stemming?

A

De onzuiverheid zo verdelen dat je in vaak voorkomende toonsoorten zuiver kan spelen en in de minder gebruikte minder zuiver

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Gelijkzwevende stemming?

A

Als de onzuiverheid over de twaalf tonen binnen een toonladder gelijk verdeeld worden, zodat alle toonsoorten even onzuiver zijn, spreken we van gelijkzwevende stemming.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Geef de meest gebruikte stemming per periode (globaal)

A

Ongetempeerde stemmingen van 1500 (stemming volgens Pythagoras) tot 1680 (middentoonstemming).
Getempeerde stemmingen van 1680 (ongelijkzwevende stemmingen) tot heden (gelijkzwevende stemming)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn kenmerken van de stemming volgens Pythagoras?

A

Tot 1500.
Hij ontdekte op de monochord de verhoudingen van de intervallen.
Ook ontdekte hij dat de diatonische halve noot niet gelijk is aan de chromatisch halve noot.
Als je twaalf kwinten opstapelt en de frequentie berekent en hetzelfde doet voor zeven octaven, kom je op lagere toon uit. Kwinten zijn hoger dan octaven. Dit is de pythagoreische komma.
Cis is hoger dan Des in deze stemming.
Deze stemming werkt perfect voor eenstemmige muziek en middeleeuwse meerstemmigheid, waarbij alleen gebruik gemaakt werd van het octaaf en de kwint.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waar kwam behoefte aan in de overgangsperiode (1500-1600)?

A

Aan zuivere tertsen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wie beschreef de middentoonstemming en wanneer?

A

Pietro Aron in 1523

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is kenmerkend voor de middentoonstemming?

A

Het kiezen voor de zuivere terts. Alle kwinten worden 1/4 syntonische komma te laag gestemd, waardoor de tertsen zuiver uitkomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is het probleem met de middentoonstemming?

A

Niet alle gestapelde kwinten kunnen 1/4 te laag worden gestemd, omdat er dan bovenaan een probleem ontstaat. Om dan weer op de begintoon uit te komen stemt men de es-gis (‘‘kwint’’ want is geen es-as) te groot. Dit wordt de wolfskwint genoemd.
Verder kan er niet worden geënharmoniseerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is de wolfskwint?

A

Om dan weer op de begintoon uit te komen stemt men de gis-es (‘‘kwint’’) te groot.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Van wanneer tot wanneer was de ongelijkzwevende stemming?

A

1680-1810

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Waarom ontstonden de ongelijkzwevende stemmingen?

A

Omdat men inzag dat de middentoonstemming te beperkt was. Men wilde in zoveel mogelijk toonsoorten kunnen spelen en dat vereiste een bredere scala aan ‘‘zuivere’’ toonsoorten

17
Q

Wie kwam met een oplossing voor het middentoonprobleem?

A

Andreas Werckmeister. Hij had een ongelijkzwevende getempereerde stemming, die ook wel de wohltemperierte stemming werd genoemd.

18
Q

Wanneer kwam de gelijkzwevende stemming?

A

1810-heden

19
Q

Waarom ontstond de gelijkzwevende stemming?

A

Omdat de behoefte ontstond om makkelijk te kunnen moduleren en eigenlijk in alle toonsoorten ‘‘zuiver’’ te kunnen spelen en te enharmoniseren.