Transponeren Flashcards

1
Q

Wat is het voordeel van transponerende instrumenten?

A

Alle instrumenten uit dezelfde familie hebben dezelfde gripnotatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Geef weer hoe de saxofoon transponeert in ieder familielid

A
(Sopranissimo C - Bes (hoger))
(Sopranino: C - Es (hoger))
Sopraan: C - Bes (lager)
Alt: C - Es (lager)
Tenor: C - Bes (octaaf lager)
Bariton: C - Es (octaaf lager)
(Bass: C- Bes (2 octaven lager))
(Contrabass: C - Es (2 octaven lager))
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Geef weer hoe de klarinet transponeert in ieder familielid

A

Sopranino: Es klarinet: C - Es (hoger)
Sopraan: Bes klarinet: C - Bes (lager)
Alt klarinet: C - Es (lager)
Tenor/Bas klarinet: C - Bes (octaaf lager) (kan ook in F sleutel geschreven worden!!)
Contra-alto klarinet: C - Es (octaaf lager)
Contra-bas klarinet: C - Bes (2 octaven lager)

As-klarinet (sopranissimo): C - As (hoger)
D-klarinet (sopranino): C - D (hoger)
A-klarinet (sopraan): C - A (lager)
C-klarinet (sopraan): C - C (dezelfde)
Basset Horn F = F alt-klarinet: C - F (lager)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Geef weer hoe de hobo transponeert in ieder familielid

A

Hobo (sopraan): C - C (niet transponerend)
Althobo (Engelse Hoorn): C - F (lager)
Oboe d’amore: C - A (lager)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Geef weer hoe de fluit transponeert in ieder familielid

A

Piccolo (sopranissimo): C - C (octaaf hoger)
Fluit (sopraan): C - C (niet transponerend)
Alt fluit: C - G (lager) (UITZONDERING!)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Geef weer hoe de fagot transponeert in ieder familielid

A

Altijd in bassleutel!
Fagot: C - C (niet transponerend)
Double bassoon (contrafagot): C - C (octaaf lager)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Geef alle houtblazers en zeg of ze transponerend zijn of niet

A
Fluit (niet)
Hobo (niet)
Klarinet (wel)
Fagot (niet)
Saxofoon (wel)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Geef alle koperblazers en zeg of ze transponerend zijn of niet

A

hoorn (wel)
trompet (wel)
trombone (niet)
tuba (wel)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Geef weer hoe de hoorn transponeert in ieder familielid

A

Corno Bes Alto = Hoorn in Bes: C - Bes (lager)
French double horn = Hoorn in F: C - F (lager)
Natural Horn: C - tussen C en A (geen B hoorn!)
Corno Bes basso = C - Bes (octaaf lager)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Geef weer hoe de trompet transponeert in ieder familielid

A

Trompet: C - Bes (lager)
Bas trompet: C - C (octaaf lager)
G trompet: C - G (hoger)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Geef weer hoe de trombone transponeert in ieder familielid

A

Alt trombone: altsleutel! C - C (niet transponerend)
(Tenor) Trombone: C - C bassleutel! (niet transponerend)
Bas trombone: C - C bassleutel! (niet transponerend)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Geef weer hoe de tuba transponeert in ieder familielid

A

Sopranino: Es Flugelhorn: C - Es (hoger)
Sopraan: Flugelhorn: C - Bes (lager)
Alt Horn/Tenor Horn Es: C - Es (lager)
Baritone/Euphonium: C - Bes (octaaf lager)
Bass Tuba (in Es): C - Es (octaaf lager)
Bass Tuba (in Bes): C - Bes (octaaf lager)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Geef vijf regels voor het transponeren van instrumenten

A
  1. Alten klinken altijd R5 onder sopraan (uitzondering altfluit)
  2. Als je een familielid overslaat, is het verschil een octaaf
  3. Transponerende vioolsleuteltoeter in bassleutel? Octaaf omhoog!
  4. Sopranen klinken zo dicht mogelijk bij de notatie (uitzondering G trompet)
  5. Hoorn klinken altijd lager (in hun eigen sleutel)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly