Partituur lezen: Overige Begrippen Flashcards
Aerofoon
Blaasinstrument inclusief orgel, aero = lucht
Chordofoon
Snaarinstrument. Chordo = snaar
Ideofoon
Zelfvibrerend instrument (triangel, bekken etc) ideo = zelf
Membranofoon
Vel-instrument (pauken etc) membrano = vel
Snaarstemming gitaar
E - A - d - g - b - e’
Snaarstemming viool
g - d’ - a’ - e’’
Snaarstemming altviool
c - g - d’ - a’
Snaarstemming cello
C - G - d - a
Snaarstemming contrabas
EE - AA - D - G
Herstellingsteken
FR: bécarre
IT: bequadro
DU: Auflösungszeichen
ENG: Natural
Kruis
FR: dièse
IT: diesis
GR: Kreuz
ENG: sharp
Mol
FR: bemol
IT: bemolle
ENG: flat
GR: Be
Dubbelriet
Riet van hobo, fagot etc. Bestaande uit twee samengebonden bamboerieten
IT: ancia doppia
FR: anche double
GR: Doppelschilf
Kwartflageolet
Flageolet laten klinken op de plek van de kwart = +2 octaven
Synonieme snaren
Enharmonisch gelijkgestemde snaren