Harmonie Flashcards
Noem de meest gebruikte cadensen en hoe ze in elkaar zitten.
- authentieke cadens/’heel slot’: I-II6/IV-V-I (volkomen als het slotakkoord met de grondtoon in de bovenstem ligt, onvolkomen als dat niet zo is)
- plagale cadens/’amen cadens’: IV-I of II6/5-I
- bedriegelijk slof/Trugschluss: I-IV-V-VI
- halfslot: als een cadens blijft hangen op de V, vaak bij een comma of een vraag in de zin. De V is altijd een drieklank en geen 7, want dat geeft teveel spanning.
Wat zijn versieringstonen?
Tonen die gelijktijdig klinken met één of meer tonen van een akkoord, doch van dit akkoord geen deel uitmaken.
Noem de meest voorkomende versieringstonen.
- De voorhouding
- De doorgangstoon
- De wisseltoon
- De vrije wisseltoon
- De afspringende wisseltoon
- Anticipatie of vooruitneming
Voorhouding?
Stijgt of daalt trapsgewijs naar een der tonen van het akkoord. Als de voorhouding is overgebonden uit het vorige akkoord is het ‘voorbereid’ en anders ‘vrij’.
Doorgangstoon?
Verbindt twee akkoordtonen trapsgewijs, diatonisch of chromatisch
Wisseltoon?
Verwijdert zich trapsgewijs van een akkoordtoon en keert trapsgewijs naar dezelfde toon terug
Vrije wisseltoon?
Stijgt of daalt trapsgewijs naar een akkoordtoon, doch wordt door die akkoordtoon niet voorafgegaan
Afspringende wisseltoon?
Verwijdert zich trapsgewijs van een akkoordtoon en springt daarna naar beneden in een toon van het volgende akkoord
Anticipatie/vooruitneming?
Vooruitnemen van een toon van het volgende akkoord
Wat kan ontstaan door combinatie van verschillende versieringstonen?
Voorhoudings-, doorgangs- en wisselakkoorden
Polytonaliteit?
De combinatie van verschillende toonaarden
Bitonaliteit?
De combinatie van twee toonaarden
Atonaliteit?
Muziek zonder een vast tooncentrum. Alle tonen hebben dezelfde betekenis, omdat er geen toonfuncties en leidtonen meer zijn. Schönberg en Hauer zijn bekende componisten die veel atonale muziek schreven. ‘Drei Klavierstücke’ op. 11 van Schönberg wordt als de eerste atonale muziek bestempeld.
Wat is vrije atonaliteit?
De atonaliteit zoals hij eerst ontstond. Dit werkte niet, omdat er toch een bindende factor moest zijn in de muziek, volgens Schönberg. Dit leidde tot dodecafonie.
Dodecafonie?
Twaalftoonstechniek. Tonen werden gerangschikt in een bepaalde volgorde, en alle tonen mochten maar één keer voorkomen, tenzij gelijk na elkaar gebruikt. Dit om te verkomen dat er een tooncentrum ontstond. Schönberg noemde dit: Grundreihe.