Veerman hoofdstuk 1 Flashcards

1
Q

Vraagtekens bij effectieve interventies

A

Zeer klein deel van de ingezette interventies is effectief onderzocht (1/5 %)
Effectstudies zijn veelal uitgevoerd op kortdurende interventies, met een niet al te ingewikkelde problematiek en ingezet door goed getrainde professionals.
Studies die wel in de praktijk worden uitgevoerd vinden vaak weinig tot geen effect.
Veel interventies zijn niet expliciet genoeg om aan goed effecten onderzoek onderworpen te worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe verkrijg je kennis over de effecten van interventies

A

Top-Down, interventies die effectief zijn in wetenschappelijk kader, omzetten naar de klinische praktijk.
Bottom-Up, interventies die in de praktijk worden uitgevoerd onderzoeken om effectiviteit in beeld te brengen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Defenitie van praktijk gestuurd onderzoek

A

aansluiting, effectmeting van de interventie moet aansluiten bij het ontwikkelingsniveau van de interventie.
Inbedding, Effectmeting van de interventie dient procedureel ingebed te zijn in he de uitvoering van de interventie.
Benutting, Effectmeting van interventies dient niet in de bureaulade te blijven liggen maar moet benut worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

4 niveaus van effect (soort effect)

A

Potentieel, kernelementen van de interventie zijn beschreven.
Veelbelovend, ontstaan van probleem in doelgroep is duidelijk waarom interventie beoogde effect zal hebben.
Doeltreffend, empirisch onderzoek wijst uit dat gestelde doelen behaald zijn.
Werkzaam, er is evidentie dat positieve uitkomst veroorzaakt wordt door interventie en er is zicht op werkzame ingrediënten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Leken of professionele ingreep

A

omschrijving en onderbouwing geven aan waarom men denkt dat deze hulp zal werken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Doel van de interventie

A

Omschrijf expliciet de doelen van de interventie, wat is de beoogde uitkomst. geformuleerd als eindtermen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Doelgroep van de interventie

A

Voor wie is de interventie geschikt en effectief en voor wie niet. Welke indicaties heeft de doelgroep.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Aanpak van de interventie, methodiek

A

beschrijving van de activiteiten, fasering, aanatal contacten, duur van de interventie, frequentie, beschikbaarheid en locatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

aanpak van de interventie, uitvoeringseisen

A

Welke eisen worden gesteld aan een uitvoerder van de interventie, maar ook selectie van cliënten en evaluatieprocedure die gevolgd moet worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Behandelingsdoel

A

Wat is het doel van de interventie, wil men iets veranderen en wat moet er dan veranderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Kernprobleem

A

kernprobleem is omgeven met factoren en mechanisme die gestuurd worden en het kernprobleem verdoezelen of instand hoduen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly