Toll et al 2022 Flashcards
Wegwijs in dyslexie en dyscalculie
een cognitief gedragstherapeutisch behandelprogramma, ontwikkeld om jeugdigen (9/16) met een specifieke leerstoornis te leren omgaan met uitdagingen die zij als gevolg van deze stoornis kunnen ervaren in het dagelijks leven of op school.
Onderzoek heeft aangetoond dat iemand met een leerstoornis een verhoogde kans heeft op het ontwikkelen van met name internaliserende problematiek.
Accepteren leerstoornis
Lastig voor jeugdige en ouders. kan leiden tot verhoogd niveau van stress in het gezin, gevoelens van verdriet, frustratie en woede kunnen in de samenhang van de relaties voorkomen.
Dit is naast de moeite van het functioneren op school en kan impact hebben op het psychosociaal functioneren.
Leerbeleving
Hoe beleeft een jeugdige het leren, hoe reageert de context op het hebben van een leerstoornis en hoe wordt de jeugdige ondersteund. Dit heeft invloed op het wel bevinden en de leerbeleving.
Jongeren die zich ondersteund voelen hebben minder risico op psychosociale problemen.
Pekrun Control-Value
Controle over de leertaak, in hoeverre heeft de jongere controle over het voltooien van de taak en de Value, emotie die dit ontlokt. Dit leidt tot een ervaring van controle en emotie en deze voeden de inschatting en dus ook een negatief zelfbeeld naar aanleiding van het niet kunnen controleren van een leertaak.
Zelfdeterminatie theorie
Competentie, autonomie en verbondenheid.
Leerstoornis maakt competentie kleiner, autonomie, altijd afhankelijk van meer uitleg etc en ook minder verbonden omdat ze een andere benadering hebben in het leren. Dit vermindert het welbevinden vanuit de zelfdeterminatie theorie.
Attributie theorie
Interne attributie, ik kan dit, als ik mijn best doe kan ik dit
externe attributie, moeilijkheidsgraad of uitleg of hulp.
Bevorderlijk als slagen aan interne attributies worden toegeschreven en falen aan externe. Bij leerproblemen is dit lastig omdat het falen aan eigen capaciteiten ligt en er dus een groter risico is op internaliserend gedrag.
Zelfbeeld
een beoordeling van het eigen kunnen, op waarde inschatten. Wordt beïnvloed door ervaringen. Voor het vaststellen van leerstoornis zijn er altijd negatieve ervaringen en dus een risico op het zelfbeeld.
Faalangst
Jeugdigen met leerstoornissen hebben faalervaringen en kunnen hierdoor faalangstiger worden. Dit komt bij dyslexie en dyscalculie zeer vaak voor.
Faalangst, jongeren maken zich voortdurend druk over de mogelijkheid van een onvoldoende prestatie.
Coping
Hoe jeugdigen omgaan met stress op het moment van faalervaring of confrontatie met leerstoornis wordt coping genoemd.
Probleem, emotie, adaptieve coping strategieën
Probleemgerichte: veranderen van de stressfactor
Emotiegerichte: reguleren van de negatieve emoties die ontstaan.
Adaptieve strategie: oplossen van het probleem, zoeken van afleiding en sociale steun.
Inadequaat: vermijden, agressie etc.
inadequate coping is het grootste risico op het ontstaan van psychosociale problemen.
aanbevelingen dyslexie, dyscalculie
Steunende omgeving
andere prestaties bevorderen dan alleen leren
haalbare doelen stellen
ervaren van controle
Rekening houden met de specifieke leerbehoefte
adequate reacties op prestaties van jeugdigen
adequate coping aanleren.
psychodiagnostische middelen leren en leerbeleving
ASEBA, sociaal emotioneel functioneren
CBSK, zelfbeeld
PMT, meten van faalangst
RBS, groep 6,7,8, vo1,2,3 voor specifieke rekenproblemen
Behandeling leerstoornis en psychosociaal functioneren
CGT, effectief bij angst, somber, laagzelfbeeld en beperkte oplossingsvaardigheid.
ACT, Effectief en goed onderbouwd.
COMET, versterken zelfbeeld
Denken, durven, doen. veel gebruik bij faalangst
wegwijs in dyslexie en dyscalculie, omgaan met specifieke leerstoornis.
wegwijs, omgaan met de gevolgen van leerstoornis in het dagelijks leven.
Psycho-educatie, cognitieve herstructurering exposure en ontspanningsoefeningen.