Hoofdstuk 3 Flashcards
Gedragsassesment vooraf
Ook wel antecedent genoemd in het ABC schema. Wat gaat er aan het gedrag vooraf, welke factoren zijn veroorzakers in de context waarin het gedrag voorkomt.
Gedrag
De B, behavior, hoe manifesteert het gedrag zich, wat zie je en wat hoor je.
Consequentie
De C, consequens, wat volgt er na het gedrag, wat zijn de consequenties, positief of negatief, wat bekrachtigt of verzwakt het vertoonde gedrag.
Wet van effect
Proces waarin gedrag wordt versterkt wanneer het onmiddellijk gevolg op dat gedrag als prettig of aangenaam ervaren wordt en het beoogde gedrag in frequentie doet toenemen. Of het effect als negatief wordt ervaren en het gewenst gedrag doet afnemen.
Shaping
Geleidelijk nieuw gedrag aanleren . Systematisch alleen die gedragingen bekrachtigen die het uiteindelijke doelgedrag benaderen, negeren van andere gedragsuitingen. (kleine stukjes leren)
Chaining
Achterwaarts leren beginnend met de laatste stap van het uiteindelijke doelgedrag bekrachtigen en zo de ketting naar voren uitbreiden
Bekrachtigen onverenigbaar gedrag
bekrachtigen van alternatief gedrag dat niet gelijktijdig kan plaatsvinden met het ongewenst gedrag. Onverenigbaar is dus in fysieke zin.
Discriminatie leren, stimulus controle
Gedrag dat bij een specifieke situatie hoort, gewenst gedrag in die situaties bekrachtigen, in de ongewenste context moet dit worden genegeerd.
Uitdoving (negeren)
Doet de frequentie van ongewenst gedrag afnemen door het achterwegen laten van bekrachtiging. extinctie (combineren met bekrachtigen van gewenst gedrag )
Overcorrectie
bij ongewenst gedrag onmiddellijk gewenst gedrag verlangen. De ongewenste situatie wordt direct in een gewenste situatie hersteld. Dit wordt dan weer bekrachtigd.
Responce Cost RC
Verzwak gedrag van een kind door als straf, beloning of privileges te onthouden. (boete) Gebruik dit niet enkel als dreigement maar voer ook uit voor effectiviteit. Met een beperkte tijdsduur.
Time out, afzondering
Zonder het kind vastberaden een aantal minuten af, als gevolg op ongewenst gedrag. Van te voren moet dit duidelijk zijn voor het kind en direct volgen op het gedrag.
Kan negatief werken voor de opvoeder relatie, zeker als deze niet sterk is. Duur moet goed duidelijk zijn vooraf.
Contingency contracting
contractuele afspraken tussen opvoeder en kind worden via onderhandeling vastgelegd welk gedrag er wordt verlangt en wat het kind hiermee kan verdienen. Dit om gewenst gedrag te stimuleren.
Mediatiemodel
Ouders worden als collaborateur/mediator ingezet tussen therapeut en kind om gedrag voor te doen en aan te leren. Ouders kunnen oefenen van opvoeders gedrag in rollenspellen met therapeut. Systeem wordt er beter van.
Coercion
proces van wederzijds afdwingen. Cirkel waarin kind iets wil, niet krijgt, gaat eisen, ouder rust wil, toegeeft, kind zijn zin krijgt en wordt bevestigd in dat dit zo werkt.