samenvatting Flashcards

1
Q

Medisch mode

A

problemen worden gezien als ziekte, gekenmerkt door specifieke symptomen.
beoordeling op basis van diagnose matchende kenmerken
Behandeling: medicamenteus, vanuit biologische factoren, of een andere biologische benadering.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

psychodynamisch model

A

gaat uit van persoonlijkheidsconstructen: id, ego, superego en opeenvolgende fase, orale, anale, fallische en genitale fase. problematiek wordt veroorzaakt wanneer fase niet goed doorlopen worden en hierin onevenwichtige balans is tussen het construct en de fase.
beoordeling gebeurd door met psychologische test na te gaan waar de onbewuste conflicten zijn die en bijdrage kunnen leveren aan eht probleem.
behandeling, bewust worden van de onbewuste factoren, door middel van interacties, spel etc.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

behavioristisch model

A

Gedrag wat zichtbaar is, wordt veroorzaakt door onderliggend niet aangeleerd of verkeerd aangeleerd gedrag volgens hetzelfde principe als gewenst gedrag. klassieke, operante of observerent leren.
beoordeling: vaststellen welk gedrag als ongewenst wordt gezien bij het kind en vaststellen welke omgevings factroren mee kunnen spelen bij het instand houden hiervan. vaak gestart met een intervieuw.
Behandeling: gedragstherapie, aanleren van gedrag, verandering door conditionering of desensitisatie. modelling.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Client-centerd model

A

Ieder individu is in staat zichzelf tot ontplooiing te brengen. Als dit niet kan, wordt dat veroorzaakt door opgelegde factoren in de omgeving of het systeem. Aanpassing lijdt tot gedragingen die niet bevoorderlijk zijn voor hem zelf.
beoordeling: wordt eigenlijk gezien als veroordeling, er is iets mis, dit past niet bij het model.
Behandeling: oprechte aanvaarding van de client, vanuit relatie op zoek naar de ware gevoelens, client bepaald de richting van de therapie, vaak met spel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Familie mode

A

Gezin is een complex dynamisch systeem. problemen worden gezien als resultaat van het disfunctioneren van het systeem en passend bij de rol die het kind daarin moet vervullen. focus zal daarom liggen op het gezin als geheel samenhangend systeem.
Beoordeling: Observatie tot beoordeling van disfunctioneren, gedrag coderingen voor interacties in het systeem.zelfrapportage. Beoordeling van specifieke gezin variabelen.
behandeling: therapeut werkt met het gehele systeem sessies af, maar ook met alle individuen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

eclectische benadering

A

Het is een illusie te denken dat een van deze methode een volledige verklaring zal geven voor de psychopathologie van het kind en daarom is een benadering waarbij het selecteren van bruikbare constructen uit de verschillende modellen wenselijk is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

empirische versus regulatief

A

Empirische cyclus: stapsgewijze toetsing van hypothese
Regulatieve cyclus: stapsgewijs bereiken van doelen bij het oplossen van problemen, steeds empirisch beschreven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

perspectieven bij de regulatieve cyclus

A

Beperkte horizon: tussen start en einde hulp zijn er meer factoren actief dan seq de behandeling, deze hebben ook invloed waar beperkt zicht op is
Procesmatig karakter: binnen het proces kan worden bijgesteld, dit is niet zuiver proces matig, proces is dan niet het doel, verandering realiseren wel. gebruik empirische cyclus om dit bij te houden.
Complexiteit: Het effect van de behandeling kent vele onzekerheden, empirische cyclus volgen om gewenst effect en invloed van factoren vast te leggen is wenselijk en lerend.
Normen en waarden: Deze spelen een rol in de beoordeling van de hulp, normatieve beoordeling is altijd afhankelijk van de persoon die dit doet. Houdt hierbij de client centraal.
Wederzijdse beinvloeding: Diagnostische proces is een doorlopend proces ook tijdens behandeling. Monitoren van de gestelde hypothese en bereiken van gestelde doelen beinvloeden elkaar constant.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Indicatie analyse> indicerende diagnose> lijst met aanbevelingen

A

1: Is een interventie wenselijk, nodig of mogelijk.
2: Formuleren van prioriteiten en doelen
3: Interventie type die in aanmerking komen
4: nut en kans van slagen per aanpak
5: controleren op uitvoerbaarheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Advies Fase na indicatieanalyse

A

Voorlichting van de client
Controleren van het voorgaande proces
overleg tussen diagnosticus en client
overeenstemming verkrijgen over doelen en interventie.
afronden advies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Psychoeducatie ADHD

A

Start behandeling bij ADHD
informatie, verklaringen over, klachten.
Sluit aan bij kennis en taal van client en ouder.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Ouder Training bij ADHD

A

Milde en matige ADHD klachten,
Ouders worden getraind gewenst gedrag te stimuleren en ongewenst gedrag te verminderen door te negeren of time-out.
Eisen waaraan moet worden voldaan:
protocol moet sociale leertheorie gebasseerd zijn.
ouder kind relatie moet verbeteren.
minimaal 8 sessies
individuele doelen zijn de norm
rollenspellen en huiswerk moet onderdeel zijn om internalisatie te bevorderen.
getrainde professionals moeten een alliantie met de ouders kunnen aangaan.
De handleiding moet gevolgd worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Overige ADHD interventies

A

Gezin Interventies: gericht op multi problem gezinnen, niet specifiek op ADHD gericht, maar op gedrag. Geen eerste stap.

School en leerkracht interventies: gericht op het verbeteren werkhouding en taakgericht gedrag. Verbetering aangetoond van ADHD symptomen in vergelijking zonder deze interventie of medicatie alleen. Geen effect bekend op school prestaties.

SoVa Training: Onvoldoende effectief voor jongeren met ADHD. wel aanwijzingen voor verbetering sociaal functioneren voor de combinatie ouder training en SOVA.

Neuro Cognitieve interventies, dieet interventies, mindfulnesstraining, psychomotore therapie en speltherapie. ONvoldoende onderbouwd bewezen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Behandeling ernstige ADHD

A

Medicatie eerste keus, medicatie trouw erg belangrijk.

Creeeren positief opvoedings klimaat, sensitief en responsief zijn.
Adequate vaardigheden van opvoeders om gedrag te beinvloeden. invloed op antecedenten en consequenties veranderen het gedrag van jongeren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Cognitief model

A

inadequaat gedrag en emotionele problemen door onjuiste cognities.
Onjuiste cognities uiten zich in negatieve verwachtingen en waardering, onjuiste attributies en irrationele overtuigingen. Tekorten zelfregulatie en zelfcontrole.
Behandeling cognitieve vaardigheden en strategieen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Topografische analyse, TA

A

analyse van de context van de client, welke factoren spelen er mee in het ontstaan, in stand houden en het kunnen creeren van een verandering die meegenomen moeten worden.

17
Q

Functie analyse, FA

A

Gedrag dat wordt vertoond heeft een functie, welke is dat, hoe wordt dit bekrachtigd. komt er een positieve stimulus bij, vermindert deze of blijft hij uit, evenals met de negatieve stimuli.

18
Q

Betekenis analyse, BA

A

Welke emotionele betekenis hangt er aan dit gedrag, welke emotie is er aan gekoppeld. Is dat een als>dan reactie, sequentieel, of een dit doet mij denken aan reactie, referentieel.

19
Q

Registraties

A

gevoel registratie
frequentie registratie
gedachte registratie

20
Q

Probleem inventarisatie

A

Concretisering van de klacht, belangrijk, meetbaar en duidelijk
aanvang duur en verloop.
begin moment, factoren van belang
ernst en gevolgen van de klacht.
voorwaarden, wat lokt de klacht uit.

21
Q

Eerste generatie gedragstherapie

A

60-80s
Uiterlijk waarneembaar gedrag.
Operante en klassieke conditionering als interventie
Bandura, voegde omgevingskenmerken toe.

22
Q

Tweede generatie gedrags therapie

A

80-90s
Cognities zijn functionele onderdelen in de gedrags keten. Opsporen van denkfouten, veranderen denken en aanleren van gedachten en gevoel centraal. informatie verweking

23
Q

derde generatie gedragstherapie

A

90-tot nu
Minder gericht op directe verandering van gedachten en gevoel, maar functie ervan onderzoeken.
Niet veranderen of overschrijven van gedrag maar aan leren van andere manieren van omgaan met.

24
Q

Wanneer gedragstherapie

A

Wanneer een probleem onstaat of in stand gehouden wordt door een leerproces kan gedragstherapie worden ingezet. complexe problematiek wordt opgedeeld in hanteerbare deelproblemen.

25
Q

keuze momenten in het gedrags therapeutisch proces

A

Kennismaking
Probleem Inventarisatie
probleemdefiniering
behandeling keuzes
behandeling
evaluatie
booster sessies of followup.

26
Q

Kennismaking

A

aanmelding
uitnodiging
eerste gesprek
keuze voor gedragstherapie
uitleg werkwijze

27
Q

Probleem inventarisatie

A

Verkenning gedragsproblemen
holistische tehorie
selectie van probleemgedrag en concretisering
keuze van assessmentinstrumenten

28
Q

probleemdefiniering

A

topografische analyse
betekenis analyse
functie analyse

29
Q

behandelingskeuze

A

doelstelling
keuze behadel strategie
keuze techniek

30
Q

behandeling

A

uitvoring van interventiesentechnieten
gelijktijdig meting/evaluatie
opheffen stagnatie en eventueel terug naar fase 2 of 3
vervolg interventie

31
Q

Evaluatie en afsluiting

A

stabilisering/generalisatie
eind evaluatie en laatste baseline
afsluiting afspraken booster sessie

32
Q

gedrag diagnostiek en drie trajecten

A

minimale diagnostiek: papieren screeningen, oplossingsgericht werken
kortdurende diagnostiek: gedrags observatie en klachten anamnese met geprotocolleerd werken
uitgebreide diagnostiek: afgestemde psychodiagnostiek en een individueel behandel plan

33
Q

Observatie technieken wanneer doel gedragingen moeten worden vastgesteld.

A

Time sampling: Hoevaak komt doel gedrag voor in een vastgestelde periode
Event sampling: het event (antecedent) wordt omschreven van wanneer het doel gedrag (probleemgedrag) plaatsvindt
Interval sampling: begin en eindtijd probleemgedrag wordt geobserveerd.

34
Q

psycho diagnostische onderzoek vormen

A

Intelligentie onderzoek: interpreteren van gedrag
Neurologische onderzoek: functiestoornis van de hersenen
Sociaal emotioneel: duiden van beleving en competentie beleving
Specialistishc: psychomotore of ander onderzoek