Samenvatting week 3 Flashcards
Effectieve interventies
Strikt genomen kan een interventie pas effectief zijn als er geen andere factoren in het spel zijn die ook effect kunnen hebben gehad.
Onderzoek naar inteventies wordt niet altijd in praktijk uitgevoerd, wel praktisch uitgevoerd, klein effect en niet expliciet genoeg om goed te worden onderzocht.
Top down interventies
O.b.v onderzoek bewezen effectieve interventie naar de praktijk brengen
Bottom up interventies
intreventies uit de praktijk effectief onderzoeken
Interventie: potentieel
er is een goede beschrijving van de de belangrijkste kenmerken.
Interventie veelbelovend
Interventie is goed beschreven
Theoretisch goed onderbouwd
interventie doeltreffend
interventie is goed beschreven
theoretisch goed onderbouwd
effect onderzoek met positieve uitkomsten
causaliteit
oorzakelijk verband tussen twee variabelen.
Vier aspecten:
rol van de therapeut die effect nastreeft
meerdere variabelen hebben invloed op het effect
rekening houden met de context waarbinnen onderzoek plaats vindt.
probabilistische betekenis, relatie tussen oorzaak gevolg als waarschijnlijk of voorwaardelijk.
interne validiteit
geldigheid van conclusies over de relatie tussen interventie en het effect. Hoe hoger de validiteit, hoe groter de zekerheid dat de interventie hiervan de oorzaak is.
Externe validiteit
Generaliseerbaarheid van onderzoeksbevindingen. gelden resultaten ook buiten het onderzoek.
Design controlle
Controlle voor de interventie. Past de cliënt bij factoren horende bij de interventie en welke storende factoren zijn aanwezig
Statistische controlle
storende variabelen worden gecorrigeerd tijdens analyse.
Criteria interne validiteit,6
Consistentie van relatie, bij verschillende omstandigheden, consistent patroon van effect.
Volgorde gebeurtenissen, interventie voor meting.
statistische relatie. er dient een relatie te zijn tussen interventie en uitkomst.
Dosis-Respons, mate van interventie en de uitkomst.
specifiteit van relatie. Nauwkeurige beschrijving van de verandering als gevolg van interventie.
Coherentie van patroon van bevinding. passen de bevindingen bij de interventie.
Dodo effect
alle behandelingen hebben een gelijk effect, is achterhaald, er zijn effectiever behandelmethode.
Mechanische interventies
Inflexibele interventies, protocollen, zorgen voor minder vernieuwing en creativiteit in het therapeutisch proces.
NIet overdraagbaar
Behandelingen die klinisch onderzocht effectief zijn, zijn dat in de klinische praktijk niet.
Evidence-based beslissingsmodel
(chorpita en daleida) Model waarin gegevens uit behandelingen worden gebruikt als leidraad bij klinische beslissingen over het zoeken naar werkzame elementen.
flexibiliteit protocol
Binnen het protocol rekening houden met vooruitgang of verslechtering en de opties gebruiken die het protocol hierin biedt.
prescriptief matchen
profielen van behandelde personen matchen met onderdelen die effectief zijn gebleken in die situatie.
4 manieren om effectieve behandeling te onderzoeken
Werkzaamheid
overdraagbaarheid
verspreidingsondrezoek
systeem evaluerend onderzoek.
Preventie intereventies
Universele preventie, algemene bevolking
Selectieve preventie, hoog risico groepen
geindiceerde preventie, groep met symptomen maar geen diagnose.
Effectiviteit interventie
> .80 groot effect
.50-.80 medium effect
<.20 klein effect
interventie werkzaam
Goed beschreven,
theoretisch onderbouwd
onderzocht en effectief
interventie zorgt voor het verschil, Control groep, RCT.
Eisen aan interventie onderzoek
Theoretisch goed onderbouwd, potentie geen onderzoek
Waarschijnlijk effect, beperkt onderzoek aanwezig werkt beter dan CAU
Bewezen effect, voldoende kwalitatief onderzoek werkt beter dan CAU
Kosten effectief, effectief en goedkopper/efficienter dan andere methode.
Hoogste norm van onderbouwing interventie
Review, samenvatting meerdere studies
Meta-analyse, analyse over meerdere studies gecombineerd.