Hoorcollege 3 20-02-2024 Flashcards

1
Q

BA, Betekenis Analyse

A

Hypothese over de betekenis van waaruit eenpersoon heeft geleerd om te reageren op een specifieke situatie of prikkel, gaat uit van Klassieke conditionering.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

CCC

A

cognitieve casus conceptualisatie hypothese over de interactie tussen een specifieke prikkel en gedachte gevoel en gedrag in deze situatie. Betekenis verlening is vertekend door levenservaring, wat lading geeft aan de prikkel die niet objectief is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Therapie cyclus Fase 1, Kennismaking

A

aanmelding, uitnodiging, eerste gesprek, keuze voor gedragstherapie, uitleg en werkwijze. (probleem heeft invloed van wie je betrekt bij de behandeling, ook leeftijd of rol van model kan invloed hebben)(wie nodig je uit en waarom, wie heeft er een rol in het ontstaan van het probleem of het in stand houden)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Therapie cyclus fase 2, probleem inventarisatie

A

Verkennen van gedragsproblemen, ontwikkeling en context. (wie vindt wat een probleem) Holistische theorie(geeft een samenhang van de context en probleem van het kind weer, kan een goede inschatting geven of er de goede kant op gedacht wordt en iedereen hetzelfde denkt als startpunt), selectie van het probleemgedrag en concretisering, keuze assessment instrumenten, baseline (wat is het begin punt)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Therapie cyclus fase 3, probleemdefiniering

A

Topografische analyse, functieanalyse, betekenisanalyse.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Therapie cyclus fase 4, behandelkeuze

A

Doelstelling: Wat is er nodig om het normale leven weer te kunnen hervatten. welke doelen t.a.v. kind en ouders leerkrachten? Wat zijn de methodes beschikbaar en effectief, wie kan dit geven, welke therapeut.

Overwegingen bij keuzedoelen:

Eerst crisis oplossen

Begin met toegankelijke problemen

Vertaal een probleem in leerdoelen

Focus op het aanleren van nieuw gedrag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Therapie cyclus fase 5, behandeling

A

uitvoering van interventies en technieken, gelijktijdige metingen/evaluaties.

Factoren omrekening mee te houden bij behandeling: basisvaardigheden kindergedragstherapeut, afstemmen op de thuissituatie of school situatie, stagnaties door, cliënt geen motivatie of niet in staat toe, therapie kan betrekking hebben op technieken die niet werken of angst verhogend werken of therapeutvariabelen de therapeut heeft invloed zijn stemming of eigen ervaring.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Therapie cyclus fase 6, evaluatie en afsluiting

A

Stabilisering en generalisering, hoe kan je het geleerde in andere situaties inzetten. Je bent bezig met het afsluiten van de behandeling en afscheid.

Eindevaluatie en laatste baseline. Is het probleem vermindert, durft men los te laten en te vertrouwen op wat geleerd is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Therapie cyclus fase 7, boostersessies

A

Rekening houden met gevoelens rondom naderende afscheid. Boostersessies met grotere tussen pozen, follow-up om behandeleffect te monitoren. houd rekening met sleeper effect, het effect dat de behandel effecten pas langere tijd na behandeling zichtbaar worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Three pathways of fear.

A

Traumatische ervaring, modeling, overdracht via informatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Exposure

A

niet weghalen van angst, maar het ontkrachten van de verwachting.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Invitro, invivo

A

invitro, in gedachte, invivo, in het echt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

GGGGG

A

gebeurtenis, gedachte, gevoel, gedrag, gevolg.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Theorie van Beck

A

een belangrijk model volgens mevrouw Martine. Als er een situatie is wat het schema oproept, valt hij terug in het schema.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Expiriment

A

Neem een situatie, voorspel hoe dit zou gaan, hoe is het in werkelijkheid gegaan en waarom was dit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly