Urodynamisch onderzoek

Question 1

hoe heet de blaasspier?

Answer 1

m. detrusor

Question 2

wat gebeurt er in de vullings- en mictiefase?

Answer 2

vullingsfase:
- m. detrusor ontspannen
- blaashals gesloten
- urethrale sfincter aangespannen

mictiefase:
- m. detrusor contraheert
- blaashals open
- urethrale sfincter ontspannen

Question 3

wat wordt onderzocht bij een uroflowmetrie?

Answer 3

blaasfunctie

Question 4

welke 3 lagen heeft de blaas?

Answer 4

binnen = slijmvlieslaag

blaasspier = m. detrusor

buiten = bindweefsellaag

Question 5

wat meet je bij een uroflowmetrie?

Answer 5

• hoeveel plas je ?
• hoeveel urine per seconde ?

kartelig: aanspannen en ontspannen, geen goede relaxatie bekkenbodem

Kartelig: buikpers

Geen harde flow: prostaathypertrofie of blaas bouwt niet genoeg druk op

Question 6

welke patronen zijn te herkennen bij een uroflowmetrie?

Answer 6

• kartelig: aanspannen en onspannen, geen goede relaxatie bekkenbodem, buikpers

Question 7

wat zijn mogelijke verklaringen voor een zachte flow bij een uroflowmetrie?

Answer 7

• prostaathypertrofie
• niet genoeg drukopbouw blaas

Question 8

welke waarden meet je bij een uroflowmetrie?

Answer 8

• maximale flow rate (Qmax)
• uitgeplast volume
• vorm van de curve
• hesitatie
• residu

Question 9

hoe werkt een invasief urodynamisch onderzoek?

Answer 9

• inbrengen katheter in blaas en rectum (voor buikdruk)
• blaasdruk = buikdruk + detrusordruk
• detrusor = blaasdruk - buikdruk

Question 10

wat is het doel van invasief urodynamisch onderzoek?

Answer 10

het reproduceren van de symptomen van de patiënt om de onderliggend oorzaken te identificeren

Question 11

welke afkortingen zijn zichtbaar bij een invasief urodynamisch onderzoek?

Answer 11

Vinf = max flowsnelheid bij vullen blaas

Pves = druk in de blaas

Pabd = abdominale druk

Pdet = detrusor druk

EMG = activiteit spieren

Qura = flowrate (kracht van de straal)

Question 12

welke druk gaat omhoog tijdens hoesten?

Answer 12

buikdruk (kijken voor testen stressincontinentie)

Question 13

wat is detrusoroveractiviteit?

Answer 13

ongewilde detrusorcontracties tijdens de vullingsfase

= vaak bevinding bij mensen met overactieve blaas

Question 14

welke symptomen passen bij een OAB (overactieve blaas)?

Answer 14

• urgency (imperatieve mictiedrang) van ene op andere moment
• urge-incontinentie (niet op tijd bij het toilet)
• frequente mictie
• nycturie

Question 15

wat is het gevolg van een lage compliance?

Answer 15

abnormaal snelle toename van de detrusor-druk bij toenemend blaasvolume

Question 16

op welke aspecten beoordeel je de vullingsfase?

Answer 16

• blaascapaciteit (400-500cc)
• detrusoroveractiviteit
• compliance
• incontinentie
• aandranggevoel

Question 17

wat is BPH?

Answer 17

benigne prostaathyperplasie

Question 18

wat is BPE?

Answer 18

benigne prostaatvergroting

Question 19

wat is BPO?

Answer 19

benigne prostaatobstructie

Question 20

wat is LUTS?

Answer 20

lower urinary tract symptoms

Question 21

is BPO een vorm van BOO? (bladder outlet obstruction)

Answer 21

ja

Question 22

wat is het gevolg van obstructie op de urineflow?

Answer 22

abnormaal hoge detrusordruk nodig om bepaalde flow rate te realiseren

(urethrale weerstand abnormaal hoog)

Question 23

wat houdt een ICS-nomogram voor obstructie in?

Answer 23

BOOI = pdet.Qmax - 2 x Qmax

> = 40 obstructed

20-40 equivocal

<20= unobstructed

Question 24

wat is blaascontractiekracht?

Answer 24

het vermogen van de blaas om druk op te bouwen of flow te genereren

Question 25

wat is het verschil in druk en flow rate tussen een sterke en een zwakke blaas?

Answer 25

• sterke blaas –> hoge drukken, hoge flow rates
• zwakke blaas –> lage drukken, lage flow rates

Question 26

wat is de BCI? (bladder contractility index)

Answer 26

BCI = pdet.Qmax + 5 x Qmax

BCI > 100 –> normale blaascontractiekracht
BCI =< 100 –> onderactieve detrusor

Question 27

waarop beoordeel je de mictiefase?

Answer 27

• relaxatie bekkenbodem
• urethrale weerstand
• blaascontractiekracht
• buikpers
• residu

Question 28

welke flow/ druk combinaties horen bij welke diagnose?

Answer 28

• lage flow + hoge druk –> obstructie
• lage flow + lage druk –> onderactieve detrusor
• wisselende flow en druk –> slechte relaxatie
• afnemende flow bij toenemende druk –> toenemende urethrale weerstand