Incontinentie na RALP Flashcards

1
Q

wat is de anatomische ligging van de prostaat?

A
  • onder blaas
  • urethra loopt door prostaat
  • endeldarm zit tegen prostaat aan
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat gebeurt er bij een RALP? (= radicale prostatectomie)

A
  • prostaat resecteren
  • wanneer tumor alleen in prostaat zit
  • urethra zit aan blaasbodem en loopt door prostaat deze verbinding moet verbroken en daarna weer verbonden worden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat is de chirurgische techniek bij een RALP?

A
  • endoscopisch met robot
  • 6 littekens
  • langs prostaat lopen zenuwen en bloedvaten (neurovasculaire bundel)
  • zenuwen voor erectie
  • poging tot sparen zenuwen en bloedvaten!
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

welke aspecten zijn van belang bij een RALP?

A
  • continentie behoud
  • erectiele functie (potentie)
  • kanker controle
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat is een direct gevolg van een RALP op continentie?

A

verlies van weerstand van de prostaat (urethra) –> ophouden met minder weerstand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat wordt peroperatief gedaan aan continentie?

A
  • weefsel rondom urethra vastmaken aan fascie
  • blaas in de bekkenbodem trekken (anastomose tussen urethra en sfincter)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

hoe ontstaat een urethrastrictuur?

A
  • littekenweefsel door bv. katheter
  • ontstaan fibrotische plaque
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat gebeurt er de week na een RALP?

A
  • katheter in de blaas, zodat de druk niet te hoog wordt
    –> urine kan aflopen uit blaas naar urethra
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

hoe verloopt de continentie na RALP (procentueel)?

A
  • eerste weken <10% continent
  • na eerste 3 maanden > 70% continent
  • uiteindelijk 95% continent

(fysiotherapie helpt met opbouwen continentie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

welke soorten incontinentie zijn er?

A
  • urge incontinentie/ OAB
    = verlies bij aandrang
  • stress incontinentie
    = verlies bij hoesten en inspanning
  • gemengde incontinentie
    = verlies bij inspanning en aandrang
  • neurogene incontinentie
    = bij MS of dwarslaesie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

welke kenmerken passen bij aandrangscontinentie?

A
  • ’s nachts er vaak uit
  • ’s nachts vaak incontinent
  • overdag vaak plassen, verlies bij aandrang
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

welke kenmerken passen bij stressincontinentie?

A
  • in rust geen verlies
  • vaginale bevalling VG
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

welk kenmerk past bij een blaasinfectie?

A

verhoogde aandrang

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

welke diagnose past bij hematurie zonder infectie?

A

blaastumor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

hoe meten we incontinentie?

A

Nova incontinentiemeter
- meter gaat af –> naar toilet –> bekkenbodemspieren aanspannen

plasdagboek
- hoeveel drinken
- hoeveel plassen
- plotselinge aandrang
- urineverlies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

welk plaskenmerk past bij hartfalen?

A

nycturie

17
Q

bij welke diagnose past overmatig veel urineren (productie)?

A

diabetes insipidus

18
Q

waarbij past het vaak plassen van kleine beetjes urine?

A

obstructie (strictuur)

19
Q

welk aanvullend onderzoek past bij incontinentie?

A
  • lichamelijk onderzoek met hoesten (stress incontinentie met verlies)
  • urine sediment (infectie of poliep geeft meer aandrang)
  • echo blaas (voor residu na plassen –> meer aandrang)
  • UDO
  • cytoscopie
  • blaasdagboek
20
Q

wat is de behandeling van mannelijke stressincontinentie?

A
  • peri-urethrale injecties voor tijdelijke symptoomverlichting
  • minimaal invasieve compressie hulpmiddelen
  • niet-verstelbare fixed slings bij mannen met PPI
  • sfincterprothese bij mannen met persisterende, matige tot ernstige PPI
21
Q

wat is PPI?

A

post prostatectomie incontinentie

22
Q

wat is de behandeling van mannelijke urgeincontinentie?

A
  • botulinetoxine A/ SNS
  • blaasaugmentatie
  • blaasdeviatie
23
Q

wat is de behandeling van mannelijke gemengde incontinentie?

A
  • stress predominant = stress behandelen
  • urge predominant = urge behandelen
24
Q

wat gaat vooraf aan invasieve behandelingen bij mannelijke incontinentie?

A
  • conservatieve therapie
  • medicamenteuze therapie
    (bekkenbodemfysiotherapie en trainen)
25
Q

wat is de werking van een male sling bij stressincontinentie?

A
  • urethra ophangen aan bekken
  • ondersteuning en op plaats houden
    –> voorkomen/ verminderen urinelekkage
  • eerst uitsluiten andere pathologie

= onvoldoende effect op maximaal conservatieve therapie
- cure neemt sterk af na verloop van tijd (3 jaar ong)

26
Q

wat is een AMS sfincter prothese?

A
  • opblaasbare ring rond urethra (cuffje)
    +
    pompje in scrotum
    +
    reservoir voor vloeistof voor vullen ring
  • bij knijpen in pompje wordt ring opgeblazen
    –> afsluiting urethra
    = voorkomen urineverlies
  • stabieler en meer effect
  • kunst sfincter
  • gaat 20 jaar mee
27
Q

wat zijn onderlinge verschillen (en overeenkomsten) tussen een AMS sfincter en een male sling?

A

male sling:
- milde incontinentie
- geen vergoeding
- invasief
- geen lokale verwijdering

AMS sfincter:
- ernstige incontinentie
- post-bekken radiatie
- vergoeding
- invasief
- geen lokale verwijdering

28
Q

benoem argumenten tegen een male sling

A
  • cure rate <50% bij geringe incontinentie
  • cure rate neemt na verloop van tijd af
  • niet minimaal invasief
  • geen lange termijn resultaten, complicaties onduidelijk
  • advance/ TOMS = moeilijk verwijderbaar
  • lijkt alleen bij geringe incontinentie matig succesvol
  • niet vergoed
  • betere alternatieven beschikbaar

bij 4 noemen:
* cure rate neemt na verloop van tijd af
* lange termijn complicaties onduidelijk
* betere alternatieven
* niet vergoed

29
Q

wat is een ProAct?

A
  • prostate adjustable continence therapy
  • na prostatectomie
  • inbrengen 2 verstelbare siliconenballonnen rond urethra om sluitspier te ondersteunen en urineverlies te verminderen
  • inbreng via 2 kleine incisies in perineum
    –> opblazen met water om druk rond urethra te creëren
    –> minder ongewenst urineverlies
  • beeldvorming met scoop: (controle ballon positie)
  • na prostatectomie: flexibel scoop
  • na TUR: starre scoop

locatie:
- vanuit perineum, naast urethra, boven bekkenbodem

  • voerdraad niet verwijderen
  • ballonnen tevoren vullen en legen
  • 2 incisies met 1 hechting dichtmaken
30
Q

hoe wordt de ballonpositie van een ProAct radiologisch gecontroleerd?

A
  • contrastmiddel in plasbuis –> vernauwing zichtbaar
  • blaashals kan scopisch via katheter gezien worden
31
Q

wat is het beleid bij stressincontinentie in het Erasmus MC?

A
  • zonder voorgaande radiotherapie:
  • optie 1 = ProACT ballonnen (30/jaar)
  • optie 2 = AMS sfincter (5/jaar)
  • met voorgaande radiotherapie:
  • optie 1 = AMS sfincter (10/jaar)