Urinewegstelsel Flashcards
lichaampje van malphigi
glomerulus + kapsel van bowman
glycocalyx op endotheel in haarvaten
negatief geladen suikergroepen, hierdoor kunnen grote eiwitten minder goed het haarvat uit
autoregulatie
nieren regelen hun eigen bloeddoorstroom (maar dit kan overruled worden door de sympatihicus)
afvalstoffen die niet geresorbeerd worden:
creatinine en ureum
waar vindt het grootste deel van de resorptie naar het bloed plaats?
in de proximale tubulus
osmolariteit
concentratie osmotisch actieve stoffen in een oplossing (osmol/L)
osmolaliteit
concentratie osmotisch actieve stoffen in vrij water, dus niet in een oplossing (osmol/kg)
gradiënt osmolariteit
in cortex 300 mosmol/L, in de medulla loopt deze op in een gradiënt naar het bekken
juxtamedullair nefron
ligt lager in de nier, lis van henle loopt diep de medulla in -> grotere gradiënt dus meer resorptie
verschil tubulus descendens en ascendens van lis van henle
descendens: heeft aqua pores voor uittreding water
ascendens: heeft ionkanalen voor uittreding van zouten
ADH
afgegeven door hypofyse -> zorgt dat aqua pores meer openstaan -> meer resorptie dus minder urine (bij hoge zoutconcentraties in bloed)
hormonen uit de bijnieren:
- EPO
- Renine-Angiotensine-Aldosterone (bloeddruk)
- 1-alfa-hydroxylase (vit. D3 en osteoporose)
- ADH