pH, pKa en bufferwerking

Question 1

waarom is een eiwit goed oplosbaar in water?

Answer 1

doordat de polaire aminozuren in de tertiaire structuur aan de buitenkant liggen en de apolaire aminozuren aan de binnenkant

Question 2

wat zijn de functies van de lage pH van maagzuur?

Answer 2

• proteolyse (eiwitafbraak) bevorderen
• omzetting pepsinogeen naar pepsine katalyseren
• barrière tegen bacteriën

Question 3

hoe bevordert een zure omgeving de proteolyse?

Answer 3

een eiwit kan negatieve en positieve ladingen hebben; negatieve ladingen verdwijnen, waardoor bijv COO- COOH wordt; binding COO- en NH3+ wordt verbroken, waardoor het eiwit denatureert -> pepsine kan dan bij de apolaire aminozuren om de bindingen daarvan te breken

Question 4

hoe is een lage pH een goede bescherming tegen bacteriën?

Answer 4

bacteriën hebben oppervlakte-eiwitten, die denatureren door de zure omgeving -> bacteriën kunnen niet meer het maagepitheel binnendringen -> kunnen afgebroken worden

Question 5

henderson-hasselbach-vergelijking

Answer 5

pH = pKa + log([HA]/[A-]); hiermee kan de pH bereken worden van het geconjugeerde zuur HA

Question 6

pKa

Answer 6

zuurdissociatieconstante: een maat voor de sterkte van een zuur

Question 7

zwitterion

Answer 7

het molecuul met een neutrale netto lading wat ontstaat wanneer een aminozuur wordt getitreerd met een sterke base, ontstaat op het Iso Elektrisch Punt

Question 8

IEP

Answer 8

de pH waarbij de netto lading van een aminozuur 0 is; ligt precies tussen twee pKa waarden in (van een 2-waardig of 3-waardig aminozuur)

Question 9

wat zegt de IEP over de lading van het eiwit?

Answer 9

als de pH groter is dan het IEP, is het eiwit negatief geladen; als de pH kleiner is dan het IEP, is het positief geladen

Question 10

waarom is het belangrijk dat de pH van extracellulaire vloeistof binnen bepaalde pH-waarden blijft?

Answer 10

een te hoge of te lage pH kan leiden tot een verandering van de ionisatietoestand en de denaturatie van eiwitten

Question 11

hoe houdt het lichaam de pH-waarden in extracellulaire vloeistof constant/

Answer 11

door buffers (fosfaten voor intracellulair of NH4+/NH3 voor urine)

Question 12

buffercapaciteit

Answer 12

hoe goed de buffer werkt: de hoeveelheid zuur of base die eraan toegevoegd moet worden om de pH met 1,0 te verhogen of verlagen

Question 13

waar hangt de buffercapaciteit van af?

Answer 13

• de concentratie geconjugeerde base en zuur in de buffer; hoe hoger, hoe hoger de buffercapaciteit
• het verschil tussen pH en pKa: hoe kleiner, hoe hoger de buffercapaciteit

Question 14

zwitterion

Answer 14

bevat zowel een negatief als positief ion in een neutraal milieu, dus netto lading 0; ioniseerbare groepen zijn dan al geioniseerd

Question 15

wat gebeurt er met een zwitterion als het milieu zuurder of basischer wordt?

Answer 15

zuurder: steeds meer moleculen nemen een H+ op
basischer: steeds meer moleculen staan een H+ af