Het hart- en bloedvatenstelsel Flashcards
positie van het hart in de thorax
in het mediastinum, rust op het diafragma (naar links gekanteld)
waarin liggen de longen?
pleuraholten
lagen van het pericard
fibreus pericard: verstevigt
sereus pericard: parietaal blad (vergroeid met fibreuze laag) en visceraal blad (zit tegen hart aan)
sinus transversus
doorgang tussen [aorta en truncus pulmonalis] en [v. cava en vv. pulmonalis]
sinus obliquus
ruimte tussen [v. cava en vv. pulmonalis] en de longen, binnen pericardholte; gevormd door de vouwing tijdens embryogenese
hoe en waarom is het hart gekanteld?
sinds wij als mensen rechtop zijn gaan lopen; wanneer het neerkomt op het diafragma draait het linksom en kantelt het naar links
hoe kun je de ventrale kant van het hart onderscheiden?
auriculae wijzen naar voren
positie van het linker atrium en ventrikel als het hart in het lichaam zit
linker ventrikel wijst schuin naar achter, linker atrium zit achteraan (dorsaal)
hoe stroomt het bloed door het hart en de bloedsomloop? (begin bij grote bloedsomloop)
grote bloedsomloop -> v. cava -> rechter atrium -> rechter ventrikel -> truncus pulmonalis -> kleine bloedsomloop -> vv. pulmonalis -> linker atrium -> linker ventrikel -> aorta ->
atrioventriculaire klep rechts
valva tricuspidalis, open tijdens diastole (ventrikels zijn in rust)
atrioventriculaire klep links
valva mitralis, open tijdens diastole
arteriële klep rechts
valva trunci pulmonalis, open tijdens systole
arteriële klep links
valva aortae, open tijdens systole
hoe sluiten de atrioventriculaire kleppen?
vastgemaakt door chordae tendinae aan een papillairspier (voorkomt terugstroom actief)
hoe sluiten de arteriële kleppen?
via passief principe, wanneer er druk op komt te staan vanuit de arteriën worden ze dichtgeduwd -> geen terugstroom naar ventrikels tijdens diastole
ventielvlak
transversale dwarsdoorsnede door het hart ter hoogte van de 4 kleppen, a. coronaria is dan te zien
hartskelet
vlak ter hoogte van ventielvlak (tussen ventrikels en atria in), onderbreekt prikkelgeleiding behalve in de AV-knoop
sinus coronarius
hier ligt de veneuze afvoer vanaf de hartspier zelf. groeve tussen atria en ventrikels
waarin mondt sinus coronarius uit?
ostium sinus coronarii
ascultatie van het hart
‘lub’-‘dub’-tonen:
- ‘lub’: aan het einde van diastole, wordt veroorzaakt door het sluiten van de atrioventriculaire kleppen
- ‘dub’: aan het einde van systole, veroorzaakt door het sluiten van de arteriële kleppen
volgorde van een prikkel door het prikkelgeleidingssysteem
opgewekt in SA-knoop -> rechter atrium + linker atrium (trekken samen) -> AV-knoop -> bundel van His -> linker en rechter bundeltak -> purkinjevezels + trabecula septomarginalis
trabecula septomarginalis
spierband van septum naar andere kant van het rechterventrikel, zorgt ervoor dat beide ventrikels tegelijk samentrekken
ductus van botalli
verbinding van truncus pulmonalis naar aorta voor de geboorte, zodat O2-rijk bloed uit placenta naar aorta gaat ipv de longen, want de kleine bloedsomloop werkt nog niet
foramen ovale
verbinding van rechter naar linker atrium voor de geboorte, zodat O2-rijk bloed uit placenta naar aorta gaat ipv de longen, want de kleine bloedsomloop werkt nog niet
lig. arteriosum
ductus van botalli postnataal
fossa ovale
foramen ovale postnataal
fasen van diastole
isovolumetrische relaxatiefase; ventriculaire vullingsfase; atriale systole
fasen van systole
isovolumetrische contractiefase; ejectiefase
isovolumetrische contractiefase
bij systole: start wanneer druk in linkerventrikel groter is dan in linkeratrium en in aorta, mitralisklep sluit hierdoor en valva aortae opent -> snelle uitstroom
ejectiefase
bij systole: wanneer de druk in de aorta weer groter wordt dan in het linkerventrikel neemt de uitstroom af totdat valva aortae helemaal sluit en de uitstroom stopt
isovolumetrische relaxatiefase
druk in het linker ventrikel neemt af, wanneer het lager wordt dan de druk in het linker atrium, opent de mitralisklep en begint diastole
ventriculaire vullingsfase
ventrikels beginnen met een snelle vulling, druk in ventrikels neemt weer toe dus worden steeds langzamer gevuld; langzame vullingsfase begint als de druk in het ventrikel boven die in het atrium komt
atriale systole
druk in atrium en ventrikel neemt toe, wanneer de druk in het ventrikel groter is dan in het atrium sluit de mitralisklep en begint de isovolumetrische contractiefase weer
atriale systole
druk in atrium en ventrikel neemt toe, wanneer de druk in het ventrikel groter is dan in het atrium sluit de mitralisklep en begint de isovolumetrische contractiefase weer