Buikholte Flashcards
transpylorisch vlak
ter hoogte van L1 (bij pylorus), vlak om organen te lokaliseren ten opzichte hiervan
4 manieren om organen te lokaliseren abdomen
- tov transpylorisch vlak
- met wervels
- projectie op de huid (umbilicaal vlak + midclaviculaire lijnen)
- de 9 regio’s
intraperitoneale organen:
- gaster
- jejunum/ileum
- caecum/appendix
- colon transversum/sigmoideum
- milt
-lever
extraperitoneale organen
- duodenum
- colon ascendens/descendens
- rectum
- nieren
- pancreas
- aorta en v. cava inf
de 9 regio’s:
boven: epigastrica, rechts en links hypogastrica
midden: umbilicalis, rechts en links lateralis
onder: pubica, rechts en links inguinalis
subcostaal vlak
L3
supracristaal vlak
L4
intertuberculair vlak
L5
verbindingen buikwand en organen:
- mesenterium (via radix mesenterii)
- mesogastrium
- mesocolon
- mesoduodenum
verschil curvatura minor en major
minor zit vast door omentum minus, major zit wel vast aan omentum majus maar is los zodat de maag daar kan uitrekken
ligamenten aan de milt:
- lig. splenocolici (naar colon)
- lig. phrenicosplenicum (naar diafragma)
- lig. gastrosplenicum (naar maag)
lobben van de lever
- sinister
- dexter
- caudatus
- quadratus
waaruit komt het gal in ductus choledochus?
ductus hepaticus (lever) en ductus cysticus (galblaas)
hoe komen pancreassappen bij het duodenum?
via ductus pancreaticus en ductus accesoire pancreaticus door de papilla major en minor