Unité 3 • Parler Flashcards
1
Q
éteindre
A
uitdoen
2
Q
se faire des amis
A
vrienden maken
3
Q
compliqué
A
ingewikkeld
4
Q
suivre
A
volgen
5
Q
l’énergie solaire (f)
A
de zonne-energie
6
Q
participer à
A
deelnemen aan
7
Q
connu
A
bekend
8
Q
allumer
A
aandoen
9
Q
consommer
A
verbruiken
10
Q
respecter
A
rekening houden met
11
Q
le robinet
A
de kraan
12
Q
la pièce
A
de kamer / het vertrek
13
Q
l’environnement (m)
A
het milieu
14
Q
utile
A
nuttig
15
Q
se sentir
A
zich voelen