Traumatologie - Onderste lidmaat Flashcards
heupfracturen: inleiding
- Heupfracturen komen voor in twee specifieke patiënten- populaties:
–> oudere patiënten (laag-energetisch trauma)
–> jongere patiënten (hoog-energetisch trauma) - Door de vergrijzing van onze populatie zal het aantal heupfracturen in de komende decennia in belangrijke mate stijgen
- Het oplopen van een heupfractuur op hogere leeftijd is een ernstige zaak met een ongunstige prognose:
o 20-25% vd P die een heupfractuur oplopen op hogere leeftijd, zullen binnen het jaar overlijden
o 20% vd P zullen niet in staat zijn om naar hun oor- spronkelijke verblijfplaats terug te keren
heupfracturen: diagnose
Klinisch:
* pijn in de liesstreek en/of op niveau van de grote trochanter (+ gerefereerde pijn knie)
* verkorting en exorotatie van het aangedane lidmaat
* er is pijn bij mobilisatie van het lidmaat
* meestal is steunname niet meer mogelijk
Radiologische onderzoeken:
* standaard Rx-opnames (röntgen)
* CT-scan (uitzonderlijk) -> bij complexe fracturen of als er twijfel is bij verschuiving of twijfel bij fractuur
heupfracturen: classificatie
De classificatie op basis van de standaard röntgenopname.
In de klinische praktijk wordt vooreerst onderscheid gemaakt tussen:
- intracapsulaire (of femurhalsfracturen) proximale fe- murfracturen
- extracapsulaire (of pertrochantere) proximale femurfrac- turen
- Dit onderscheid is voornamelijk gebaseerd op de vascularisatie van het heupgewricht (femurkop)
Voor de classificatie van
de intracapsulaire heupfracturen wordt ge- bruik gemaakt van de Garden-classificatie:
- type I: onvolledig geïmpacteerde fracturen met valgusstand (‘hoed op de kapstok’);
- type II: volledige fractuur zonder dislocatie;
- type III: volledige fractuur met dislocatie en varusmisvorming;
- type IV: volledige fractuur met varusmisvorming en nagenoeg geen contact meer tussen caput en collum
stabiele heupfracturen
- Garden-type I-II
- zijn de fracturen die volgens de intertrochantere lijn verlopen en waar de kleine trochanter intact is
instabiele heupfracturen
- Garden-type III-IV
- zijn fracturen die volgens de intertrochantere lijn verlopen met varusmisvorming, in combinatie met een fractuur van de kleine trochanter
heupfracturen: behandeling
- Al deze fracturen moeten zo snel mogelijk (liefst binnen de 24 uur) heelkundig worden behandeld
- Het niet operatief behandelen van een heupfractuur bij een geriatrische patiënt zal onvermijdelijk en onrechtstreeks tot de dood van deze patiënt lijden
=> dr bedlegerigheid kan er complicatie ontstaan vb pneumonie - Maak onderscheid tussen biologisch jongere en biologisch oudere patiënten
Heupfracturen: stabiele
intracapsulaire fracturen (Garden I-II) -> chirurgie
- Biologisch jongere en oudere patiënten: steeds fixatie door middel van drie spongiosaschroeven (of Femoral Neck System [FNS])
Chirurgische behandeling: Onstabiele intracapsulaire fracturen (Garden III - IV)
- Biologisch jongere patiënten: osteosynthese dmv een dynamische heupschroef (DHS) of FNS.
- **Biologisch oudere patiënten **(de kans op AVN groter bij een osteosynthese):
o actieve zelfstandige patiënten: totale heupprothese -> gaat maar 20j mee, kostprijs hoger, langere revalidatie
o niet-actieve (mindervalide) patiënten: bipolaire heup- prothese -> alleen kop vervangen niet de kom (acetabulum)
Chirurgische behandeling: Stabiele extracapsulaire fracturen
- Steeds** interne fixatie,** zowel bij biologisch jonge als oude patiënten.
- DHS is nog steeds de gouden standaard
Chirurgische behandeling: On-
stabiele extracapsulaire fracturen
- Steeds** interne fixatie,** zowel bij biologisch jonge als oude patiënten.
- Hier wordt meestal gekozen voor een intramedullaire nagel (bijvoorbeeld PFNA)
- irritatie exorotatoren, iets duurder
- meer stabiliteit -> dus veel gebruikt
Heupfracturen: nabehandeling
- In het algemeen moeten alle patiënten zo snel mogelijk worden gemobiliseerd.
- Alle patiënten mogen postoperatief meteen mobiliseren en steunen!
=> oudere patiënten
=> Om ze zo snel mogelijk terug te laten keren naar hun plaats van herkomst -
Uitzondering: patiënten die voor een intracapsulaire fractuur behandeld werden met drie schroeven.
o postoperatief direct mobiliseren
o 6 weken postoperatief slechts plantair contact (systemen zoals de DHS en FNS laten wel meteen steunname toe)
femurschaftfracturen: inleiding
- In de meeste gevallen zijn deze fracturen het gevolg van een hoog-energetisch trauma (potentieel levens- bedreigende aandoening).
- Dit kan gepaard gaan met ernstig bloedverlies! -> tot 4L bloed
femurschaftfracturen: diagnose
Klinisch:
* hypovolemische shock;
* pijn ter hoogte van het bovenbeen, arbitraire stand met zwelling en functio laesa.
Radiologische onderzoeken: standaard Rx-opnames (röntgen)
femurschaftfracturen:
chirurgische behandeling
- Herstel van lengte, as en rotatie.
- Intramedullaire nagel (relatieve stabiliteit, indirecte heling)
- In uitzonderlijke gevallen zal worden gekozen voor een plaatosteosynthese => vooral aan osteoporotische of periprothetische fracturen
- Als snelle stabilisatie noodzakelijk is (polytrauma) of in geval van ernstige open fracturen (GA-type III-letsels bi- jvoorbeeld), zal tijdelijk worden gekozen voor een externe fixator
femurschaftfracturen:
nabehandeling
Met intramedullaire nagel:
- Direct mobiliseren en steunen
Distale femurfracturen: inleiding
- Distale femurfracturen maken ongeveer 0,4% uit van alle fracturen.
- Distale femurfracturen komen het meest voor in de oudere populatie.
- Meestal gaat het hier over gewrichtsfracturen
Distale femurfracturen: diagnose
**Klinisch: **
* pijn ter hoogte van het bovenbeen en de knie, arbitraire stand met zwelling en functio laesa
Radiologische onderzoeken:
* standaard Rx-opnames (röntgen)
* CT-scan: meestal wel uitgevoerd (gewrichtsfractuur) -> kijken hoe breuklijnen lopen tov gewricht
Distale femurfracturen: chirurgische behandeling
Gewrichtsfractuur:
* absolute stabiliteit (directe botheling)
* perfect anatomisch herstel
* plaatosteosynthese (in combinatie met interfragmentaire compressieschroeven)
Extra-articulaire fractuur
* herstel van lengte, as en rotatie
* plaatosteosynthese (bridge plating) of intramedullaire nagel (relatieve stabiliteit)
Als snelle stablisatie noodzakelijk is (polytrauma) of in geval van ernstige open fracturen (GA-type III-letsels bi- jvoorbeeld), zal tijdelijk worden gekozen voor een externe fixator
Distale femurfracturen: nabehandeling
Patiënten die operatief worden behandeld voor een gewrichtsfractuur:
- mogen postoperatief direct mobiliseren
- tot 6 weken postoperatief slechts plantair contact toegestaan
Patiënten die worden behandeld met een intramedullaire nagel voor een extra-articulaire fractuur
- onmiddellijk mobiliseren en steunen
- toch plaat -> tot 6 weken slechts plantair contact -> risico op materiaalfalen zeker bij mensen met osteoporose
quadricep- speesruptuur:
inleiding
-
Indirecte krachtwerking, waarbij het bovenbeen geforceerd wordt aangespannen met de knie in flexie (sportblessure).
-Gepaard gaan met systeemafwijkingen (reumatoïde artritis of chronisch gebruik van corticosteroïden). - Met name krachtsporters, die anabole steroïden ge- bruiken, hebben te maken met spontane rupturen van de patellapees en/of quadricepspees
quadricepspeesruptuur:
diagnose
Klinisch:
* lokale pijn en een gap die palpabel is ter hoogte van de pees (net boven de patella)
* actieve extensie van de knie is niet meer mogelijk
Radiologische onderzoeken:
* standaard Rx-opnames (röntgen) van de knie: laagstand van de patella (patella baja) en soms is een avulsiefragment van de patellabovenpool zichtbaar
* echografie (enkel bij twijfel of in uitzonderlijke gevallen een MRI)
quadricepspeesruptuur:
chirurgische behandeling
Een open hechting van de quadricepspees is noodzakelijk -> via boortunnels door patellapees getrokken
quadricepspeesruptuur:
nabehandeling
- Onmiddellijk na de ingreep is **volledige steunname ** toegestaan.
- De patiënt krijgt echter een flexiebeperkende brace voorgeschreven.
- Eerste 3 weken zal deze brace vast in extensie (lichte flexie) w gefixeerd, nadien kan flexiebeperking gradueel (30°, per 2 tot 3 weken) w afgebouwd; vanaf 90° is een brace nt meer geïndiceerd.
- Tonificaties zijn pas toegelaten na 12 weken.