To go Flashcards
1
Q
You go
A
Je gaat
2
Q
He goes
A
Hij gaat
3
Q
We go
A
Wij gaan
4
Q
You all go
A
Jullie gaan
5
Q
They go
A
Zij gaan
6
Q
I go
A
Ik ga
You go
Je gaat
He goes
Hij gaat
We go
Wij gaan
You all go
Jullie gaan
They go
Zij gaan
I go
Ik ga