Kennismaken Flashcards
What is your name? (2 ways)
Hoe heet jij?
Wat is uw/je naam?
How old are you?
Hoe oud ben jij?
Are you single?
Ben je single?
What are your hobbies?
Wat zijn jouw hobby’s?
Where do you come from?
Waar kom je vandaan?
Waar komt u vandaan?
What do you study?
Wat studeer je?
How do you find…?
Wat vind je van…?
What are your qualities?
Wat zijn jouw goede kanten?
What are your flaws?
Wat zijn jouw slechte kanten?
Have you lived a long time in…?
Woon je al lang in….?
Do you speak English?
Spreek je Engels?
Who are you?
Wie bent u?
What is your first name?
Wat is uw/je voornaam?
What is your last name?
Wat is uw/je achternaam?
Origins
Herkomst
Nationality
Nationaliteit
Language
Taal
Which language do you speak?
Welke taal spreek je?
Welke taal spreekt u?
Profession
Beroep
What is your profession?
Wat is uw beroep?
Teacher
Leraar/ docent