Thema 4.1 (H9) Flashcards

1
Q

Diagnostiek

A

Dynamisch proces ipv een statische uitkomst. Op- een systematische wijze ordenen, wegen en interpreteren van informatie over de psychische klachten. Er wordt een verkalring gezocht, een voorspelling gedaan en een vooruitblik gegeven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Classificatie

A

Het beschrijven van de categorieën. En ook de uiteindelijke indeling van problematiek in een klasse of op een dimensie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Categoriale classificatie

A

Een indeling in een afzonderlijke klasse die duidelijk van elkaar zijn afgegrensd
-> wel of niet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Dimensionale classificatie

A

De mate waarin iemand een klacht vertoond bepaald de plaats die de persoon in het classificatiesysteem krijgt toegekend.
-> soms wel een cut-off point: alsnog een wel/niet grens.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Monotehtische classificatie

A

De leden van een klasse hebben een of meer specifieke kenmerken met elkaar gemeen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Polythetische classificatie

A

Leden van een klasse hebben een groot aantal kenmerken gemeen, maar niet noodzakelijk specifieke kenmerken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Beschrijvende classificatie

A

Indeling op basis van symptomen die aan de buitenkant te zien zijn en die de client rapporteerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Etiologische classificatie

A

Indeling op basis van de processen (pathogene) die de symptomen zouden veroorzaken.
Een stoornis of symptoom kan dan het gevolg zijn van onderliggende biologische, psychologische of interpersoonlijke processen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Convergente validiteit

A

Hoge mate van overeenstemming tussen de gegevens en instrumenten die hetzelfde beogen te meten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Divergente validiteit

A

Geen samenhang tussen verschillende methoden of instrumenten die elk een ander begrip beogen te meten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Predictief

A

De voorspellende waarde die een classificatie heeft voor bijvoorbeeld de prognose of de uitkomst van een behandeling.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Differentiaal diagnose

A

Het nagaan of bij het stellen van een diagnose het onwaarschijnlijk is geworden om een andere diagnose te stellen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Comobiditeit

A

Het verschijnsel dat stoornissen vaak in meerderheid bij iemand voorkomen.

-> ondermijning de differentiaal diagnose.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Trans diagnostische factoren

A

De aspecten die verschillende stoornissen gemeen hebben. Symptoomoverlap en overlap in bepaalde gedragingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Trans diagnostische benadering

A

Overeenkomstige onderliggende mechanismen kunnen leiden tot verschillende stoornissen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Netwerkbenadering

A

Psychische stoornissen worden beschouwd als netwerken van symptomen die causaal met elkaar interacteren; vicieuze cirkel idee.
Het symptoomcluster is dan de stoornis.
Een gedeeld symptoom kan een brug vormen tussen twee stoornissen.

17
Q

P-factor

A

Een algemene kwetsbaarheid of een ernstmaat voor psychopathologie. Het is een theoretische waarde die aangeeft hoe gevoelig iemand is voor psychische stoornissen, een hogere mate van comorbiditeit en familiare belasting, meer verstoorde hersendysfuncties en meer uitgebreide ontwikkelingsgeschiedenis en meer beperkingen als volwassene.

18
Q

Wat voor soort classificatie is de DSM? En wat houdt dat in?

A

De DSM is een categoriaal, polythethisch, nevenschikkend en beschrijvend systeem. Dat houdt in dat vormen van psychopathologie ingedeeld worden in afzonderlijke categorieën die duidelijk van elkaar zijn afgegrensd (categoriaal), dat ze een groot aantal kenmerken gemeen hebben maar ze niet noodzakelijkerwijs een specifiek kenmerk delen (polythetisch), dat ze allemaal dezelfde rang en een eigen bestaansrecht hebben (nevenschikkend) en dat ze op basis van de waarneembare of door de cliënt gerapporteerde symptomen geclassificeerd worden (beschrijvend).

19
Q

Wat is het verschil tussen classificatie en diagnostiek??

A

In feite zijn classificatie en diagnostiek geheel verschillende concepten. Classificatie is het beschrijven van vormen van psychopathologie, terwijl diagnostiek een proces is waarin de informatie over de psychische klachten van een cliënt systematisch geordend, gewogen en geïnterpreteerd wordt.