Tarief Flashcards
1
Q
Waar vinden we de toepasselijke btw-tarieven?
A
- Artikel 37 en KB nr. 20 = ze kunnen dus bij KB worden gewijzigd zolang ze niet strijdig is met geldende Europese wetgeving.
- 3 tarieven:
- 21% = normale tarief en dus de regel:
- 12%: Tabel B
- 6%: Tabel A
- Bewijslast van een verlaagd tarief van 6 en 12% ligt bij de belastingplichtige.
- Alles wat niet voorkomt in tabel A/B = 21%
2
Q
Wat is het 0% tarief?
A
- Bijzondere regeling: handelingen die niet vrijgesteld zijn van btw maar waar de btw via bijzondere mechanismen worden afgedragen en een feitelijk tarief van 0% wordt toegepast.
3
Q
Welk tarief geldt bij een wijziging van de tarieven?
A
- In principe primeert het tarief dat gold op het tijdstip van het belastbare feit.
- In enkele situaties dient men echter het tarief toe te passen dat gold op het moment van opeisbaarheid van de belasting:
- Volgens wettekst is betaling = enige subsidiaire oorzaak van opeisbaarheid dus wanneer het bedrag volledig of gedeeltelijk wordt ontvangen voor het tijdstip van het belastbare feit: tarief van toepassing op tijdstip van betalign.
- Factuur = oorzaak van opeisbaarheid aanvaard door de administratie.
- Intracommunautaire verwerving: het toe te passen tarief is datgeven dat van toepassing is op het ogenblik waarop de btw opeisbaar wordt = 15de van de maand volgend op de maand waarin het belastbaar feit = levering/verwering heeft plaatsgevonden. Indien het volledige bedrag gefactureerd wordt voor dit tijdstip, moet men het tarief toepassen dat geldig is op het tijdstip van de facturatie.
- Bij uitreiking van creditnota’s met btw dient men steeds het tarief toe te passen dat ook werd toegepast op de oorspronkelijke factuur waarop de creditnota betrekking heeft.
4
Q
Wat is het tarief voor gehelen samengesteld uit verschillende voorwerpen?
A
- Indien goederen aan verschillende tarieven onderworpen zijn voor 1 prijs worden verkocht, dient over de gehele prijs het hoogste tarief aangerekend te worden dat verschuldigd is over 1 van de goederen.
- Enkel indien de totaalprijs uitgesplitst wordt over de verschillende tarieven mag men de verschillende tarieven hanteren.
- Deze regeling geldt ook voor verpakkingsmiddelen die als een van de inhoud onderscheiden goed moet worden beschouwd.
- De wet beperkt uitdrukkelijk dat het verlaagd tarief van 6% voor de in tabel A opgesomgde diensten niet mag worden toegepast als de diensten deel uitmaken van een complexe overeenkomst die hoofdzakelijk andere diensten tot voorwerp heeft.
5
Q
Wat is het tarief voor verpakkingsmiddelen?
A
- De gewone en gebruikelijke verpakkingen gelden als deel van het goed zelf en worden bijgevolg belast met hetzelfde tarief als het verpakte goed.
- Bv. wegwerpverpakkingen die een melkfabrikant aankoopt = 21%.
- De melkfabrikant verkoopt deze gevuld aan afnemers = hierbij zal slechts 6% gelden inclusief de verpakking omdat de flessen de gewone en gebruikelijke verpakkingen van melk zijn.
6
Q
Wat zijn de handelingen met betrekking tot andere dan uit hun aard onroerende goederen?
A
- Artikel 38, §4
- Elke handeling die bijdraagt tot het vervaardigen, bouwen, monteren of omvormen van een ander dan een uit zijn aard onroerend goed = vooral maakloonwerk is onderworpen aan het tarief van toepassing op het goed nadat het deze bewerking heeft ondergaan
- De omvormingswerken moeten het wezen of de vorm van het goed wijzigen.
- Dus onderhouds- en herstellingswerken gelden niet.
- Bv. diensten van malen van cacaobonen = 6% want dit is het tarief van toepassin gop de goederen in de staat waarin zij zich bevinden na die diensteverrichtingen.
7
Q
Wat is het tarief van schoonmaken, onderhouden en herstellen?
A
- In regel geldt het tarief van 21% maar verschillend naargeland de aard van het goed soms 6%:
- automobielen personenvervoer invaliden
- Diverse medische apparatuur
- Privéwoningen gehandicapten
- Fietsen, schoeisel en lederwaren
- Vermaken van kleding en huishoudlinnen.
- Worden in het kader van arbeidsintensieve handelingen ook benodigdheden en onderdelen geleverd die aan een ander tarief dan het tarief van de handeling onderworpen zijn:
- Beloopt de waarde van de onderdelen minder dan de helft van de totale waarde van de handeling, dan wordt het geheel beschouwd als een dienst en is het tarief van die dienst van toepassing op het totaalbedrag
- Beloopt de waarde van de onderdelen de helft of meer van de totale waarde van de handeling, dan wordt het geheel als levering van een goed beschouwd en is het op de goederen toepasselijke tarief verschuldigd.
8
Q
Wat is het tarief van werken in onroerende staat?
A
- Werken in onroerende staat worden in de praktijk meestal voor hun geheel aangemerkt als dienst, met inbegrip van de materialen die worden gebruikt voor het uitvoeren van die werken.
- Maar rubriek 18: renovatie van privéwoningen bepaald dat het verlaagd btw-tarief niet kan worden toegepast op materialen die een beduidend deel vertegenwoordigen van de verstrekte dienst.
9
Q
Wat is het tarief van werken in onroerende staat aan privéwoningen?
A
- 6%: KB Nr. 20: bepaalde voorwaarden
- Tarief van 6% kan enkel toepassing vinden voor handelingen die betrekking hebben op de eigenlijke woning of op goederen die dienstig zijn voor de bewoning.
- Handelingen tot een garage, oprit en veranda kan ook aan 6% indien ze nauw aansluiten bij de bewoning.
- Niet genieten van 6% omdat ze aanhorigheden zijn of omdat de wet ze expliciet uitsluiten: tuinhuisjes, zwembaden,…
- Fiscale administratie bepaalde juridische constructies van bouwpromoteren geherkwalificeerd als een levering van een nieuw gebouw, waardoor er geen aanspraak meer kan worden gemaakt op het verlaagd btw tarief.
10
Q
Wat is het tarief voor restaurantdiensten?
A
- 12% voor restaurant en cateringdiensten met uitsluiting van het verschaffenv an drank: art. 18, §1
- Uitgesloten van 12% tarief:
- Eenvoudigde levering van bereide maaltijden en van dranken = 6% en 21%
- Dranken die het voorwerp zijn van een dienst zijn altijd onderworpen aan normale tarief van 21%
- Indien 1 globale prijs wordt gevraagd, dient die prijs worden gesplitst of de prijs volledig aan 21%. Toch aanvaardt de administratie bij wijze van proef en geheel facultatief een coëfficiënt van 35% voor standaardmenutypes: all in met 3 gangen of meer = 65% aan maaltijden aan 12%.
- Het forfaitaire splitsingspercentage geldt niet voor andere all-in formules waarin bv. ook sterke dranken en champagne of alle dranken na middernacht zijn begrepen.