Belastbare leveringen Flashcards

1
Q

Wanneer is een levering van goederen onderworpen aan Belgische btw?

A
  1. De levering moet worden verricht door een belastingplichtige die handelt in de uitoefening van zijn economische activiteit.
  2. De handeling moet een levering zijn of met een levering gelijk worden gesteld: art. 10 en 12
  3. Het moet om een handeling onder bezwarende titel gaan (voor art. 10). Voor art 12 = wettelijke fictie dat ze onder bezwarende titel zijn gesteld
  4. De levering moet in België plaatsvinden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de levering van een goed?

A
  • De terbeschikkingstelling van een goed aan de verkrijger of de overnemer ingevolge een contract tot overdracht of aanwijziging: zowel volle/blote eigendom.
  • Hiervoor is niet noodzakelijk een juridische eigendomsoverdracht vereist –> veelmeer het economisch criterium = overdracht van de beschikkingsmacht om over een goed als eigenaar te beschikken = recht om te exploiteren en het risico van waardeverandering.
  • Zendingen tussen filialen van dezelfde rechtspersoon = geen levering, wordt het naar een andere lidstaat gebracht kan er wel een overbrenging vereist zijn.
  • Er kan ook een levering zijn zonder dat de goederen daadwerkelijk materieel worden geleverd: de materiële levering is dus geen absolute vereiste.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Is de overdracht van een handelsmerk onderworpen aan btw?

A
  • Ja, een handelsmerk is een onlichamelijk roerend goed dus het is geen belastbare levering.
  • Maar: overdracht van een handelsmerk = dienst dus toch btw verschuldigd.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Zijn onroerende goederen onderworpen aan btw?

A
  • Ja: gronden, gebouwen etc = ook gedefinieerd door de btw-verordening: art. 13ter.
  • Maar levering van een grond is in principe een van btw vrijgestelde handeling: art. 44, §3, 1°
  • De leveringen van gebouwen is vrijgesteld van btw indien de gebouwen nietmeer nieuw zijn in de zin van het wbtw
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is het arrest Breitsohl?

A
  • Hof van Justitie heeft verduidelijkt dat de levering van een gebouw samen het bijbehorende terrein ofwel in zijn geheel onderworpen is aan de btw ofwel in zijn geheel vrijgesteld en dus dan is het WBTW aangepast.
  • Bij verkopen op plan = ook helemaal onderworpen aan btw
  • Bij een nieuw gebouw ook samen met de grond helemaal onderworpen aan btw indien eht door éénzelfde persoon wordt overgedragen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn onroerende goedere door bestemming en zijn ze onderworpen aan btw?

A
  • Lichamelijk roerende goederen die worden beschouwd als onroerend omdat ze op een bepaalde wijze met een uit zijn aard onroerend goed verbonden zijn. De verbondenheid kan voortvloeien uit:
    1. Materiële band: blijvend verbonden en kunnen niet zomaar worden verwijderd zonder schade: trappen, ramen,… Als ze samen worden verkocht = volgen ze het belastingstelsel dat op het onroerend goed van toepassing is. Als ze afzonderlijk worden verkocht = in beginsel met btw belastbaar
    2. Gegeven bestemming: worden gebruikt voor dienst en exploitatie van een onroerend goed, ook al kunnen ze zonder schade worden verwijderd. dezelfde regeling als uit hun aard roerende goederen, ongeacht of ze samen met het onroerend goed dan wel afzonderlijk worden verkocht –> levering in beginsel met btw belastbaar.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de uitzondering op de regel dat de vestiging en overdracht van zakelijke rechten op onroerende goederen het voorwerp kunnen uitmaken een belastbare levering?

A
  • Art. 44, §3, 1° WBTW
  1. Op een grond = overdracht van een zakelijk recht in principe een van btw vrijgestelde handeling.
  2. Levering van zakelijke rechten op een gebouw is vrijgesteld van btw wanneer ze plaatsvindt na 31 december van het tweede jaar volgend op eerste ingebruikneming of inbezitneming van dat gebouw.
    • Enkel het zakelijk recht op een nieuw kan immers het voorwerp uitmaken van een belastbare levering.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Is een erfenis onderworpen aan btw?

A
  • Nee, want het WBTW bepaalt uitdrukkelijk dat de leveringen van goederen slechts aan btw onderworpen zijn wanneer ze onder bezwarende titel worden verricht = tegenprestatie nodig –> rechtstreeks en noodzakelijk verband nodig tussen beide (Tolsma arrest).
  • De tegenprestatie moet in geld waardeerbaar zijn om de maatstaf van heffing te kunnen bepalen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke contracten maken de belasting niet verschuldigd?

A
  • Geen belastbare handelingen zijn ondermeer:
    • Verkoop onder opschortende voorwaarde: zowel de verkoop op proef als de consignatiezending
  • Terugzending van koopwaren door de koper:
    • Gebeurt niet in uitvoering van een contract maar vloeit voort uit een gebrek van de oorspronkelijke overeenkomst.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke contracten maken wel de belasting verschuldigd?

A
  • Verkoop: zowel verkoop uit de hand als openbare verkoop
  • Verkoop op afbetaling: waaronder de huurkoop
  • Verkoop onder ontbindende voorwaarde
  • Ruil
  • Inbreng in een vennootschap
  • Overeenkomst waarbij mede-eigenaars overgaan tot verdeling = ruil of verkoop van onverdeelde delen: contract tot aanwijziging van eigendom of vruchtgebruik
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Is een contract een noodzakelijke en voldoende voorwaarde voor belastbaarheid btw?

A
  • Nee, de kwalificatie “handeling onder bezwarende titel” is niet gebonden aan het bestaan van een contract.
  • Enerzijds is er geen contract nodig om tot de belastbaarheid te besluiten:
    • bv. overdracht van een goed ingevolge een vordering door of namens de overheid/wet
    • Vergoeding in natura van werknemers
  • Ook kan er een contract zijn zonder dat btw verschuldigd is: belastbaarheid moeten meerdere voorwaarden cumulatief vervuld zijn en er zijn ook expliciete uitzondering van handelingen die uitdrukkelijk zijn vrijgesteld van belasting.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn de met levering gelijkgestelde handelingen?

A
  • Een aantal handelignen voldoet niet aan de definitie van het begrip levering, maar wordt toch met een levering gelijkgesteld: uitbreiding via een wettelijke fictie was noodzakelijk voor het economisch circuit onder btw te ressorteren.
  1. De overdracht van een goed ingevolge een vordering door de overheid
  2. Huurkoop, (ver)koop op afbetaling en (ver)koop in commissie
  3. Verbruiklening
  4. Onttrekking en ingebruikneming
  5. Overbrenging en niet-overbrenging
  6. Tussenkomst van een commissionair
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de overdracht van een goed ingevolge vordering door de overheid?

A
  • Artikel 10, §2 a: geen contractuele band maar wordt gelijkgesteld met een levering.
  • Overdrager ontvangt hiervoor een vergoeding en deze gelijkstelling vermijdt dat de overheid eigenaar kan worden van een goed zonder betaling van de btw.
  • Belastingplichtige krijgt ook recht op aftrek van voorbelasting.
  • Dit is enkel voor btw-goederen volgens art. 9 + vereist dat de eigenaar op het ogenblik van de overgang als belastingplichtige handelt ten aanzien van die goederen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is de huurkoop, verkoop op afbetaling en verkoop in commissie?

A
  • Bij deze contracten vindt de levering sneller plkaats dan op het ogenblik van de eigendomsoverdracht: levering vindt plaats bij afgifte of overdracht van het goed. Er moet niet worden gewacht op de volledige uitvoering van de onderliggende overeenkomst: nl. betaling van de laatste termijn.
  • Verschil:
    1. Verkoop op afbetaling en huurkoop: houden vanaf het begin in dat ze automatisch de latere overdracht van de eigendom in zonder dat één van de partijen hun wil moeten uitdrukken.
    2. Verhuur met optie tot aankoop: dit houdt dat de huurder door het lichten van de optie de wil moet uitdrukken om het gehuurde goed als eigenaar te verkrijgen. Dit is gewone verhuur als de optie niet wordt gelicht. Op het tijdstip van het lichten van de optie = verkoop in plaats van verhuur en dan pas de levering.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is verbruiklening?

A
  • Artikel 10, §3: de verbruiklening is een overeenkomst waarbij de lener eigenaar wordt van goederen die bij het eerste gebruik tenietgaan en waarbij hij de verbintenis op zich neemt om dezelfde hoeveelheid goederen van dezelfde kwaliteit terug te geven.
  • Verbruikleningen heeft dus noodzakelijk verbruikbare of vervangbare goederen tot voorwerpen: dus geen geld.
  • Zowel afgifte van de goederen door ontlener als teruggaaf van gelijkaardige goederen door de lener wordt aangemerkt als belastbare leveringen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat was het arrest Laszlo Backsi?

A
  • Het Hof besloot dat de onttrekking van een goed dat zonder recht op aftrek van de btw is gekocht maar waaraan na de aankoop werkzaamheden zijn verricht waarvoor wel btw is afgetrokken, de btw alleen de bestanddelen treft waarvoor recht op aftrek is ontstaan.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat zijn de uitzonderingen van een onttrekking van een goed om het om niet?

A
  • Handelsmonsters: voorbeelden van te koop gestelde producten, ze zijn van dezelfde aard als de producten die de onderneming doorgaans verkoopt en ze worden uitgedeeld om eht publiek te laten kennismaken met het product.
    • Inzake btw is niet vereist dat ze op een speciale manier worden geconditioneerd of dat ze de uitdrukkelijke vermelding “handelsmonster”
  • Handelsgeschenken: voorwerpen die in beroepsrelaties worden gegeven, die niet van dezelfde aard zijn als de goederen die de onderneming verkoopt. Ze worden geacht van geringe waarde te zijn en minder te bedragen dan 50 euro, exclusief btw.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat is de ingebruikneming van goed als bedrijfsmiddel?

A
  • De ingebruikneming door een belastingplichtige als bedrijfsmiddel van een goed dat hij anders dan als bedrijfsmiddel in zijn onderneming heeft binnengebracht, is aan btw onderworpen: vereist is wel dat voor dat goed het recht op volledige of gedeeltelijke aftrek is ontstaan.
  • De goederen waren bestemd voor eindgebruik maar hij heeft ze toch gebruikt als bedrijfsmiddel.
  • Bv. meubelhandelaar koopt een kast met de bedoeling om ze te verkopen maar plaatsts ze na 2 jaar in zijn bureau voor boekhouding: de ingebruikneming opeisbare btw is aftrekbaar in hoofde van meubelhandelaar
  • De wegens de ingebruikneming opeisbare btw is in principe aftrekbaar want de belastingplichtige blijft het goed gebruiken in het kader van zijn economische activiteit.
  • Bedoeling van deze bepaling is de gelijke behandeling van de belastingplichtige hier en de belastingplichtige die een goed rechtstreeks als bedrijfsmiddel aankoopt:
    • Heffing bepaalt de aanvangsdatum van de herzieningsperiode
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat is de ingebruikneming van roerend goed anders dan als bedrijfsmiddel?

A
  • Deze bepaling komt niet veel voor: art. 12, §1, lid 1, 4° WBTW.
  • Bv. petroleumfabrikant gebruikt diesel uit voorraad voor de bedrijfswagen van zijn personeelsleden: de btw over dergelijke brandstofkosten is slechts voor de helft aftrekbaar, vandaar de toepassing van een onttrekking.
20
Q

Wat is de stopzetting van economische activiteit?

A
  • Art. 12, §1, lid 1, 5° WBTW
  • Wanneer een belastingplichtige bij de beëindiging van de uitoefening van zijn economische activiteit een goed onder zich heeft, wordt dit gelijkgesteld met een levering onder bezwarende titel.
  • Dergerlijke levering is onderworpen aan btw indien de volgende voorwaarden samen zijn vervuld:
    1. De belastingplichtige zet zijn activiteit volledig stop
    2. Hij of zijn rechthebbenden houden bij de stopzetting een goed in hun bezit
    3. De belastingplichtige heeft de btw op dat goed of op de bestanddelen ervan volledig of gedeeltelijk in aftrek gebracht.
21
Q

Wanneer moet een beroepsoprichter een belastbare levering aan zichzelf verrichten bij onttrekking onroerend goed?

A
  • In de volgende gevallen:
    1. Onttrekking van een goed om eht om niet te verstrekken
    2. Ingebruikneming van een goed als bedrijfsmiddel
    3. Onder zich hebben van een goed bij de stopzetting van de economische activiteit
    4. Verstrijken van de btw-termijn voor nieuwe gebouwen indien geen enkele van de voorgaande oorzaken zich heeft voorgedaan.
22
Q

Wanneer moet een incidentele belastingplichtige die geen beroepsoprichter is een belastbare levering aan zichzelf verrichten bij onttrekking onroerend goed?

A

In de volgende gevallen:

  1. Overdracht om niet van een nieuw gebouw of een zakelijk recht op een nieuw gebouw
  2. Onder zich houdenv an een nieuw gebouw of een zakelijk recht op een nieuw gebouw bij stopzetting van de economischeNext activiteit
  • Hierbij moet de incidentele belastingplichtige opteren voor de toepassing van de btw bij de levering aan zichzelf. Zonder optie zal de onttrekking niet kunnen worden toegepast en moet de aftrekbare btw worden herzien.
23
Q

Wanneer kan een incidentele belastingplichtige die geen beroepsoprichter is geen belastbare levering aan zichzelf verrichten bij onttrekking onroerend goed?

A
  • Incidentele belastingplichtigen die geen economische activiteit uitoefenen, kunnen geen levering aan zichzelf verrichten.
  • De btw die werd betaald bij de verkrijging van een nieuw gebouw of een zakelijk recht op een nieuw gebouw, kan slechts in aftrek worden gebracht indien die nieuwe gebouwen of het zakelijk recht op die gebouwen worden overgedragen.
  • Zolan gze niet worden vervreemd of overgedragen, blijven deze goederen bezwaard met btw in het bezit.
24
Q

Wat is een overbrenging?

A
  • Artikel 12bis: Een overbrenging is de materiële verplaatsing, door een belastingplichtige voor de behoeften van zijn onderneming, van een lichamelijk roerend goed van zijn bedrijf naar een andere lidstaat.
  • Een overbrenging wordt gelijkgesteld met een (intracommunautaire) levering van goederen onder bezwarende titel gelijkgesteld.
  • ER vindt dus geen eigendomsoverdracht plaats, en ook geen vergoedend element maar toch zullen alle regels inzake levering van toepassing zijn.
25
Q

Wat zijn de voorwaarden voor overbrenging?

A
  1. De goederen moeten worden overgebracht door een belastingplichtige
  2. Opdat een overbrenging zou zijn vrijgesteld van belasting in België moet de betrokken belastingplichtige zich voor btw-doeleinden laten identificeren in de lidstaat van aankomt
  3. Enkel lichamelijke roerende goederen kunnen het voorwerp uitmaken van een overbrenging
  4. De overbrenging moet gebeuren voor bedrijfsdoeleinden = goederen worden overgebracht om te worden opgeslagen, te worden verkocht,…
  5. De goederen moeten verzoneden of verdvoerd worden door of voor rekenig van de belastingplichtige en ter bestemming van deze belastingplichtige in een andere lidstaat.
26
Q

Wat is de niet-overbrenging?

A
  • Hoewel voldaan is aan de voorwaarden voor overbrenging in de zin van art. 12bis worden de goederen soms aansluitend geleverd in de andere lidstaat of worden ze niet definitief naar een andere lidstaat.
  • De goederenbeweging wordt in deze situaties niet gelijkgesteld met een (intracommunautaire) levering: 2 soorten:
    1. Overbrenging maakt deel uit van levering in andere lidstaten
    2. Goederen teruggebracht naar lidstaat van waaruit ze vervoerd of verzonden werden
27
Q

Wat is het arrest Zita Modes?

A
  • In dat arrest heeft het Hof van Justitie verduidelijkt dat het niet-leveringsbeginsel geldt voor elke overdracht van een handelszaak of van een autonoom bedrijfsonderdeel met lichamelijke en eventueel ook onlichamelijke zaken, die samen een onderneming of een bedrijfsonderdeel vormen maarmee een autonome economische activiteit kan worden uitgeoefend.
  • Bij een dergerlijke overdracht moet de verkrijger evenwel de bedoeling hebben om de aldus overgedragen handelszaak of het bedrijfsonderdeel te exploiteren en niet om de betrokken activiteit onmiddellijk zonder meer te vereffenen en in voorkomend geval de voorraden te verkopen.
  • In nagevolging heeft Belgische btw-administratie haar standpunten bijgestuurd.
28
Q

Wat zijn de voorwaarden van de algemeenheid zodat er geen btw moet worden geheven?

A

Artikel 11 BTW en 18, §3 WBTW

  1. Het moet gaan om een algemeenheid van goederen
  2. Het moet gaan om een bedrijfsafdeling: de overgedragen elementen moeten de voorzetting van een autonome economische activiteit toelaten
  3. Het niet-leveringsbeginsel geldt enkel wanneer de overdrager een belastingplichtige is. Is dit niet het geval, dan valt de overdracht buiten het toepassingsgebied van de btw.
29
Q

Wat kan een algemeenheid van goederen betreffen?

A
  • De overdracht van een algemeenheid van goederen kan de overdracht van het gehele patrimonium van een vennootschap betreffen.
    • Krachtens het niet-leveringsbeginsel is de btw niet verschuldigd wanneer een vennootschap om economische redenen overgaat tot splitsing of fusie bij wege van opsplorping of oprichting.
  • Vervolgens kan de overdracht van een algemeenheid ook de overdracht van het handelsfonds van een natuurlijke persoon of van een vennootschap betreffen.
    • De overdracht moet in principe de totaliteit van het handelsfonds (cliënteel, voorraadgoederen, handelsmerken) omvatten, met uitzondering van handelsvorderingen en - schulden.
30
Q

Wat vereist de algemeenheid van goederen ivm onroerende goederen?

A
  • Toepassing van het niet-leveringsbeginsel op de overdracht van een algemeenheid van goederen of van een bedrijfsafdeling vereist in principe ook de overdracht van de onroerende goederen.
  • De btw-administratie aanvaardt de ttoepassing van het niet-leveringsbeginsel zonder overdracht van de onroerende goederen of de gerelateerde rechten = zoals een huurrecht.
31
Q

Wat zijn de gevolgen van art. 11 WBTW?

A
  • Artikel 11 WBTW heeft belangrijke gevolgen. De overnemer wordt geacht de persoon van de overdragter voort te zetten: hij neemt de rechten en plichten ten aanzien van de btw over van de overdragter.
  • De overdrager blijft wel gehouden tot voldoening van de btw die voor de overdracht opeisbaar is geworden en hij mag ook de belasting aftrekken die werd geheven tot op dat ogenblik.
  • Ondanks dit voortzettingsbeginsel is de voorzetting van dezelfde activiteit geen voorwaarde om een overdracht van een algemeenheid of van een bedrijfsafdeling zonder btw te verrichten, maar enkel een elemente bij de beoordeling van de werkelijke overdracht.
  • Oorspronkelijk meende de btw-administratie dat de overnemer dezelfde activiteit moest uitoefenen met de overgedragen bestanddelen. Nu aanvaardt zij echter dat de intentie van de overnemer om de autonome economische activiteit verder te zetten in principe een essentieel element vormt om de toepassing van het niet-leveringsbeginsel toe te staan, zonder dat zij hiervan een formele voorwaarde wil maken.
32
Q

Wat is het belang van de plaatsbepaling?

A
  • Artikel 2 bepaalt uitdrukkelijk dat de leveringen van goederen slechts aan de Belgische btw onderworpen zijn wanneer ze in België plaatsvinden.
  • De bedoeling is wel dat een levering slechts in 1 lidstaat plaatsvindt want anders zouden er situaties van dubbele belasting of niet-belasting ontstaan.
33
Q

Wat is de algemene regel van plaatsbepaling?

A
  • Als plaats van de levering wordt aangemerkt de plaats waar het goed zich bevindt op het tijdstip van de levering: art. 14 WBTW.
  • De plaats van de levering is dus de plaats waar de verkrijger of de overnemer als een eigenaar kan beschikken over het goed.
  • Er is ter zake niet vereist dat er een materiële en effectieve levering plaatsvindt, een terbeschikkingstelling is voldoende.
34
Q

Wat zijn de afwijkingen op de algemene regel van plaatsbepaling?

A
  • Artikel 14, §2
  1. Goederen worden verzonden of vervoerd
  2. Goederen geïnstalleerd of gemonteerd
  3. Goederen geleverd aan boord van schip, vliegtuig of trein
  4. Leveringen van gas, elektricteit, warmte en koude
  5. Verkoop op afstand
35
Q

Wat is de plaats van de levering als de goederen verzonden of vervoerd?

A
  • Wanneer de goederen worden verzonden of vervoerd naar de afnemer, wordt als plaats van de levering aangemerkt de plaats waar het goed zich bevindt op het tijdstip van vertrek van de verzending of het vervoer naar de afnemer.
  • Wie de goederen vervoert of verzendt is zonder belang.
  • Bijzondere regel: wanneer de plaats van vertrek van de verzending of het vervoer van de goederen in een derdelandsgebied wordt de plaats van levering, door de persoon op wiens naam de wegens de invoer verschuldigde belasting regelmatig is voldaan, evenals de plaats van de eventuele leveringen, geacht in de lidstaat van invoer van de goederen te liggen.
  • Deze plaatsbepaling veronderstelt dus dat:
    • Goederen uit een derdelandsgebied in het binnenland worden gebracht
    • Plaats van vertrek van de verzending in een derde land ligt
    • Een belastingplichtige optreedt als geadresseerde
    • De geadreseerde het goed levert aan een derde
36
Q

Wat is de plaats van de levering van goederen geleverd aan boord van schip, vliegtuig of trein binnen Unie?

A
  • Artikel 14, §4 WBTW en art. 1, §11
  • Wanneer de goederen worden geleverd aan boord van een schip, vliegtuig of trein, tijdens het in de Unie verrichte gedeelte van een passagiersvervoer, wordt als plaats van de levering aangemerkt als de plaats van vertrek van het passagiersvervoer.
  • “In de Unie verrichte gedeelte van een passagiersvervoer” = gedeelte van het vervoer dat, zonder tussenstop buiten de Unie, plaatsvindt tussen de plaats van vertrek en de plaats van aankomst van het passagiersvoer. Daarbij moet rekening gehouden worden met het trafject van het vervoermiddel, niet met het trafject dat door elk van de passagiers wordt afgelegd (art. 15 BTW-verordening).
    • Dus: als de reis wordt verricht met 1 vervoermiddel, is er slechts sprake van 1 gedeelte van het passagiersvervoer dat in de Unie wordt verricht, zelfs als er tussenstops zijn in de Unie.
37
Q

Wat is de plaats van vertrek en plaats van aankomst van het passagiersvervoer?

A
  • De plaats van vertrek van het passagiersvervoer is het eerste punt in de Unie waar passagiers aan boord kunnen komen, eventueel na een tussenstop buiten de Unie.
  • De plaats van aankomst van het passagiersvervoer is het laatste punt in de Unie waar passagiers die binnen de Unie aan boord zijn gekomen van boord kunnen gaan, eventueel voor een tussenstop buiten de Unie. Wanneer het een heen- en terugreis betreft, wordt de terugreis als een afzonderlijk vervoer beschouwd.
  • Als het vervoermiddel zich verplaatst van lidstaat A naar lidstaat B zonder passagiers aan boord omdat het eerste punt in de Unie waar passagiers aan boord kunnen komen slechts voorzien is in de tweede lidstaat, zal laatstgenoemde lidstaat van belang zijn voor de plaatsbepaling van de dienst.
38
Q

Wat zijn de taksvrije verkoopspunten?

A
  • Leveringen van goederen door taksvrije verkooppunten gelegen in een Belgische internationale luchthaven in sommige gevallen worden vrijgesteld van btw.
  • Winkelruimtes binnen het transitgedeelte van het luchthavengebouw.
  • De exploitant van zo een ruimte mag met vrijstelling van de btw goederen verkopen aan reizigers die zich de dag zelf van de levering per vliegtuig begeven naar een bestemming gelegen buiten de Unie.
  • De plaats waar de reiziger is gevestigd, speelt hierbij geen rol.
  • Op leveringen aan reizigers met als bestemming een andere lidstaat is wel btw verschuldigd. Consument heeft de indruk dat hij “tax free” koopt omdat de geafficheerde winkelprijs lager is dan de “stadsprijs” maar het is eigenlijk een handelskorting en dus wel btw.
39
Q

Wat is de regeling verkoop op afstand?

A
  • Artikel 15, §1 WTBW
  • De bijzondere regeling verkoop op afstand wil vermijden dat verschillen in btw-tarieven tussen lidstaten aanleiding geven tot concurrentievervalsing.
  • Daarom wordt niet de plaats van vertrek van de verzending of het vervoer aangemerkt als plaats van de levering, maar de plaats van aankomt van de verzending of het vervoer.
  • Bovendien is steeds de verkoper op afstand de schuldenaar van de btw –> hij moet zich dus identificeren in de lidstaat van aankomst van de goederen.
40
Q

Wat zijn de voorwaarden voor de regeling verkoop op afstand?

A
  • Artikel 15, §1
  • De leveringen van goederen vinden plaats in België indien aan volgende voorwaarden samen zijn vervuld:
    1. De levering wordt verricht door:
      • Goederen geleverd voor bedrag hoger dan 35.000 euro vorig kalenderjaar
      • belastingplichtige heeft geopteerd voor belastingheffing vanaf eerste verkoop
    2. Levering wordt verricht voor:
      1. Belastingplichtige kleine onderneming
      2. Belastingplichtige zonder recht op aftrek: art. 44
      3. Niet-belastingplichtige rechtspersoon
      4. Particulieren
    3. Goederen betreffen lichamelijke roerende goederen
    4. De goederen worden door of voor rekening van de leverancier verzonden of vervoerd vanuit een andere lidstaat naar België
41
Q

Wat is de algemene regel van tijdstip?

A
  • De levering van een goed vindt plaats op het tijdstip waarop het goed ter beschikking van de verkrijger of van de overnemer wordt gesteld: art. 16, §1, lid 1.
  • Het tijdstip is dus het tijdstip waaorp de verkrijger of de overnemer als een eigenaar kan beschikken over het goed. Wanneer de goederen niet worden vervoerd of verzonden, vallen plaats en tijdstip van de levering in regel samen.
42
Q

Wat zijn de afwijkingen van de algemene regel van het tijdstip?

A
  1. Bezit van het goed voor of na sluiting van contract:
    • levering geacht te zijn verricht op eht tijdstip waarop het contract uitwerking heeft
  2. Goederen verzonden of vervoerd door of rekening van leverancier:
    • tijdstip van de aankomst van de verzending of van het vervoer naar de afnemer of de overnemer.
  3. Goederen geïnstalleerd of gemonteerd: tijdstip waarop de installatie of de montage wordt beëindigd
  4. Doorlopende leveringen:
    • Bij het verstrijken van elke periode waarop een afrekening of betaling betrekking heeft
    • Doorlopende leveringen van langer dan een kalendermaand: het verstrijken van elke kalendermaand tot de levering van goederen wordt beëindigd.
  5. Vervreemding van nieuwe gebouwen en bijhorende terreinen: uiterlijk bij het verstrijken van de nieuwtermijn.
43
Q

Wat is het wettelijk vermoeden van het tijdstip van levering van goederen?

A
  • Artikel 64, §5: de levering van een goed wordt geacht te zijn verricht op het tijdstip waarop het goed niet meer aanwezig is in het magazijn, de werkplaats of enige andere inrichting waarover de leverancier in België beschikt.
  • Dit vermoeden is weerlegbaar.
44
Q

Wat is het belastbare feit?

A
  • Voor leveringen van goederen vindt, in beginseel, het belastbaar feit plaats en wordt de belasting opeisbaar op het tijdstip waarop de levering van het goed wordt verricht.
  • Het belastbare feit = feit waardoor de wettelijke voorwaarden worden vervuld die vereist zijn voor het opeisbaar worden van de btw = hoofdoorzaak van de opeisbaarheid van de btw.
45
Q

Wat is de opeisbaarheid van belasting?

A
  • De opeisbaarheid van belasting is het recht dat de Schatkist heeft om krachtens de wet de belasting vanaf een bepaald tijdstip te vorderen van de persoon die de belasting moet voldoen, ook al kan de betaling daarvan worden uitgesteld.
  • Opeisbaarheid van btw impliceert met andere woorden de verplichting om de verschuldigd geworden belasting te voldoen.
46
Q

Wat is de subsidiaire oorzaak van opeisbaarheid?

A
  • Het belastbaar feit en de opeisbaarheid niet altijd samen. In sommige gevallen wordt de btw opeisbaar voor of na het tijdstip waarop het belastbaar feit plaatsvindt = subsidiaire oorzaken van opeisbaarheid.
47
Q

Wat is de subsidiaire oorzaak ingeval van een vrijgestelde oorzaken van een vrijgestelde intracommunautaire levering van goederen?

A
  • Hierbij wordt de btw opeisbaar op het tijdstip waarop de factuur wordt uitgereikt.
  • Wanneer geen factuur werd uitgereikt voor de 15de dag van de maand volgendop de maand waarin het belastbare feit volgens de normale regels heeft plaatsgevonden, wordt de btw in elk geval opeisbaar bij het verstrijken van die termijn.