Taal Vitaal Les 9 Flashcards
orientation
de plaatsbepaling
square
het plein
(tele)phone booth
de telefooncel
bus stop
de bushalte
for
voor
behind
achter
statue
het standbeeld
under
onder
bridge
de brug
city hall
het stadhuis
car
de auto
along
aan
opposite
tegenover
church
de kerk
direction
de richtingaanduiding
left
links
(to the) left
links af
right
rechts
(to the) right
rechtsaf
straight on/ahead
rechtdoor
across
over
back
terug
opposite
de tegenstelling
far away
ver weg
far
ver
up
naar boven
up, above
boven
arrive
aankomen*
down (direction)
naar beneden
down (position)
beneden
to
naartoe
ask the way
de weg vragen*
passer by
de passant
someone else
iemand anders
bye
doel
excuse me
pardon
do you know your way (a)round here?
bent u hier bekend?
yes, sure
ja zeker
wait
wachten
happen
toevallig
(street)map
de plattegrond
that’s very convenient
dat komt goed uit
second
tweede
first
eerste
(railway)station
het station
line
de lijn
right next to
vlak naast
you’re welcome
graag gedaan
enjoy your stay
veel plezier
address
aanspreken*
understand
verstaat (verstaan*)
say goodbye
afscheid nemen
farewell
het afscheid
underline
onderstrepen
place of interest, sig.
de bezienswaardigheid
accessible
bereikbaar
tram
de tram