Taal Vitaal 2-3 Flashcards
1
Q
not too well
A
niet zo goed
2
Q
excellent
A
prima
3
Q
really well
A
hartstikke goed
4
Q
not too good
A
niet zo best
5
Q
bad
A
slecht
6
Q
o, fine
A
o, best
7
Q
person
A
de persoon
8
Q
walk through the classroom
A
loop door de klas
9
Q
walk
A
lopen*
10
Q
classroom
A
de klas
11
Q
here: they
A
hen
12
Q
description
A
de beschrijving
13
Q
patient
A
de pati_nt(-e)
14
Q
woman
A
de vrouw
15
Q
tourist
A
de toerist(-e)
16
Q
friend
A
de vriend
17
Q
say
A
zeggen”
18
Q
to
A
tegen
19
Q
today
A
vandaag
20
Q
on holiday
A
op/met vakantie
21
Q
work
A
werk (werken)
22
Q
you (plural)
A
jullie
23
Q
be lucky
A
boffen
24
Q
weather
A
het weer
25
excuse me
pardon
26
What did you say?
Wat zeg je?
27
mean
bedoel (bedoelen)
28
be lucky
geluk hebben*
29
nice
lekker
30
you
jou
31
our
onze
32
Welcome!
Welkom!
33
department
de afdeling
34
Thanks.
Dank je wel.
35
well
nou
36
May I introduce?
Mag ik even voorstellen?
37
may
mag (mogen")
38
speak
spreekt (spreken")
39
a little
een beetje
40
daughter
de dochter
41
in the neighbourhood
in de buurt
42
How do you do?
Hoe maakt u het?
43
learn
leert (leren)
44
try
probeer (proberen)
45
Who is that?
Wie is dat?
46
the same
dezelfde
47
reaction
de reactie
48
act out
speel na (naspelen)
49
yourself
zelf
50
situation
de situatie
51
roleplay
het rollenspel
52
(girl)friend
de vriendin
53
old
oud
54
Hi, how are you doing?
Hoi, hoe gaat het ermee?
55
here: husband
de man
56
acquaintance
de kennis
57
know
kennen
58
here: he
hem
59
acquaintance
de bekende
60
young
jong
61
people (singular)
de mens
62
just
gewoon
63
older
ouder
64
of course
natuurlijk
65
grandma
de oma
66
automatically
automatisch
67
find
vind (vinden*)
68
correct
correct
69
generation
de generatie
70
rather
liever
71
sometimes
soms
72
only
alleen
73
all
alle
74
with
bij
75
us
ons
76
normal
normaal
77
housewife
de huisvrouw
78
doctor
de arts
79
administrative assistant
de administratief medewerker
80
student
de student(e)
81
opinion
de mening
82
argument
het argument
83
friendly
vriendelijk(er)
84
unfriendly
onvriendelijk(er)
85
polite
beleefd(er)
86
impolite, rude
onbeleefd(er)
87
nice
leuk(er)
88
better
beter
89
because
want
90
I'm in favour
ik ben voor
91
against
tegen
92
number
het getal
93
tick, mark
kruis aan (aankruisen)
94
from
vanaf
95
platform
het spoor
96
leaves
vertrekt (vertrekken*)
97
train
de trein
98
to
naar
99
departure
het vertrek
100
Cologne
Keulen
101
Paris
Parijs
102
further
verder
103
and
plus
104
times
maal
105
divided by
gedeeld door (delen)
106
minus
min
107
list of addresses
de adressenlijst
108
address
het adres
109
list
de lijst
110
note (down)
noteer (noteren)
111
(tele)phone number
het telefoonnummer
112
(tele)phone
de telefoon
113
number
het nummer
114
your
uw
115
could
kan (kunnen*)
116
maybe
misschien
117
fax
de fax
118
no
geen
119
dialling code
het kengetal
120
take
neem (nemen*)
121
What's she like?
Hoe is ze?
122
character trait
de karaktereigenschap
123
careless, sloppy
slordig
124
busy (lively)
druk
125
fond of sports
sportief
126
romantic
romantisch
127
pessimistic
pessimistisch
128
funny
grappig
129
according to me
volgens mij
130
very
erg
131
do
doe (doen*)
132
personality test
de persoonlijkheidstest
133
type
het type
134
quiet
stil
135
neat
netjes
136
serious
serieus
137
optimistic
optimistisch
138
realistic
realistisch
139
sensitive
gevoelig
140
very
heel (erg)
141
not at all
helemaal niet
142
fairly
best wel
143
then
dan
144
both
allebei
145
describe
beschrijven*
146
blond
blond
147
girl
het meisje
148
photocopier
het kopieerapparaat
149
next
naast
150
slim
slank
151
small
klein
152
place
het plaatsje (de plaats)
153
looks
kijkt (kijken*)
154
nice
aardig
155
indeed
inderdaad
156
well
tja
157
everybody
iedereen
158
like
zoals
159
answer
beantwoord (beantwoorden")
160
looks, appearance
het uiterlijk
161
What does she look like?
Hoe ziet ze eruit?
162
look like
eruitzien ziet (zien")
163
big
groot
164
child
het kind
165
do some brainstorming
brainstormen
166
use
gebruiken
167
pleasant, sociable
gezellig
168
sweet
lief
169
father
de vader
170
brother
de broer
171
son
de zoon
172
oncle
de oom
173
nephew; cousin
de neef
174
grandpa
de opa
175
brother-in-law
de zwager
176
mother
de moeder
177
sister
de zus
178
aunt
de tante
179
niece; cousin
de nicht
180
sister-in-law
de schoonzus
181
hear
horen
182
their
hun
183
best
beste
184
information
de informatie
185
schedule
het schema
186
relation
de relatie
187
classmate
de klasgenoot
188
neighbour, woman next door
de buurvrouw
189
neighbour, man next door
de buurman
190
member of the family
het familielid
191
know
weet (weten")
192
pair
het tweetal
193
work
werken
194
page
de pagina
195
partner
de partner
196
missing, lacking
ontbrekend
197
first name
de voornaam
198
last name
de achternaam
199
quality
de eigenschap
200
blue
blauw
201
eye
het oog
202
dark
donker
203
long
lang
204
moustache
de snor
205
brown
bruin
206
attractive
aantrekkelijk
207
beard
de baard
208
wears
draagt (dragen")
209
glasses
de bril
210
short
kort
211
beautiful
mooi
212
bald
kaal
213
fat
dik
214
handsome
knap
215
belong with
erbij horen
216
I love him
ik houd van hem
217
love
houden van
218
sisters
zussen (de zus)
219
I find them very pretty
ik vind ze erg knap
220
twins
de tweeling
221
difference
het verschil
222
notice
valt op (opvallen")
223
length
de lengte
224
according
volgens
225
look for
zoek (zoeken")
226
book
het boek
227
read (aloud)
lees voor (voorlezen")
228
complete
aanvullen
229
change roles
van rol wisselen
230
role
de rol
231
with love
liefs
232
thousands
duizenden
233
tremendously
enorm
234
helped
geholpen (helpen")
235
past
afgelopen
236
time
de tijd
237
shall
zal (zullen")
238
never
nooit
239
forget
vergeten
240
dear(est)
liefste
241
mum
mama
242
thanks
bedankt
243
friendship
de vriendschap
244
much
veel
245
mean
betekenen
246
help
de hulp
247
support
de steun
248
neighbour
de buur
249
cosiness
de gezelligheid
250
crazy
gek
251
dearest, sweetest
allerliefst
252
loveliest
mooist
253
most enjoyable
gezelligst
254
kiss
het kusje (de kus)
255
great
fijn
256
such a
zo'n
257
sister
het zusje (de zus)
258
stay
blijf (blijven")
259
marry
trouwen
260
race
het ras
261
mean, vicious
vals
