Taal Vitaal Les 8 Flashcards
1
Q
feel like, have an appetite for
A
trek hebben (in)
2
Q
chips
A
de patat
3
Q
match
A
passen (bij)
4
Q
bar
A
het café
5
Q
snack bar
A
de snackbar
6
Q
fish and chips stand
A
de patatkraam
7
Q
stand
A
de kraam
8
Q
both
A
allebei
9
Q
beer
A
het pilsje
10
Q
soft drink
A
het glaasje fris
11
Q
fried bacon and eggs served on slices of bread
A
de uitsmijter
12
Q
type of croquette
A
de bitterbal
13
Q
minced-meat hot dog
A
de frikadel
14
Q
pastry
A
het gebak
15
Q
mineral water
A
de spa
16
Q
soup
A
de soep
17
Q
ice cream
A
het ijsje
18
Q
tip
A
de fooi
19
Q
toasted ham and cheese sandwich
A
de tosti
20
Q
drink
A
de borrel
21
Q
lager
A
de pils
22
Q
glass
A
het glas
23
Q
drink
A
het borreltje
24
Q
bar
A
het cafeetje
25
order
bestellen
26
guest
de gast
27
sometimes
wel eens
28
get
halen
29
pub serving food
het eetcafé
30
only
pas
31
never
nog nooit
32
gradually
langzamerhand
33
somewhere
ergens
34
I'd sooner not
dat hoeft voor mij niet
35
don't have to
niet hoeven
36
look
kijk eens
37
at the corner
op de hoek
38
please
graag
39
mayonnaise
de mayonaise
40
peanut sauce
de pindasaus
41
medium
middel
42
that doesn't matter
dat maakt niet uit
43
OK
oké
44
portion
de portie
45
Anything else?
Anders nog iets?-
46
here you are
alstublieft
47
ketchup
de ketchup
48
curry
de curry
49
kebab sandwich
een broodje shoarma
50
chicken
de kip
51
various
diverse
52
snack
de snack
53
sausage
de braadworst
54
meatball
de bal gehakt
55
chow mein ball
de bamihap
56
fried-rice ball
de nasihap
57
soft drink
de frisdrank
58
can
het blik
59
milkshake
de milkshake
60
vanilla
vanille
61
banana
banaan
62
chocolate
chocolade
63
raspberry
frambozen
64
mango
mango
65
feel like a
zin hebben in
66
idea
het idee
67
around the corner
om de hoek
68
seen (+ 3d form)
zien (gezien)
69
What kind of pastry do you have?
Wat heeft u voor gebak?
70
apple pie
het appelgebak
71
butter biscuit
de boterkoek
72
piece
het stukje
73
with it
erbij
74
pay the bill
afrekenen
75
I'll be right there
ik kom zo
76
that makes ... in all
dat wordt dan … bij elkaar
77
as desired
naar keuze
78
sandwich
de sandwich
79
pie, cake
de taart
80
tomato soup
de tomatensoep
81
basil
het basilicum
82
Chinese
Chinese
83
noodle soup
de bamisoep
84
cottage soup
de boerensoep
85
cold
koud
86
salad
de salade ,
87
goat's cheese
de geitenkaas
88
avocado
de avocado
89
minced steak
de tartaar
90
roast beef
de rosbief
91
(boiled) ham
de (gekookte) ham
92
pâté
de paté
93
wedge of cake
de taai tpunt
94
take a look
een kijkje nemen*
95
glass case
de vitrine
96
water
het water
97
cappuccino
de cappuccino
98
half coffee, half milk
de koffie verkeerd
99
pop, fizz
de prik
100
apple juice
het appelsap
101
apple
de appel
102
juice
het sap
103
wine
de wijn
104
house wine
de huiswijn
105
white
wit
106
red
rood
107
It's about a ...
Het gaat om ...
108
agree
het eens zijn (met)
109
say goodbye
gedag zeggen*
110
on the street
op straat
111
pay
betalen
112
make a proposition
een voorstel doen*
113
proposition, proposal
het voorstel
114
order
de bestelling
115
sweet
zoet
116
play billiards
biljarten
117
thurst
de dorst
118
bitter
bitter
119
quick
vlug
120
fat, greasy
vet
121
finger
de vinger
122
expensive
duur
123
whipped cream
de slagroom
124
sun
het zonnetje
125
here: was
was (imperfectum: zijn*)
126
enjoy
smaken
127
Enjoy your meal!
Smakelijk eten!
128
keep the change
laat maar zitten
129
waiter
de ober
130
shall
zal (zullen*)
131
eat somewhere
ergens gaan eten
132
there are empty seats
er is plaats
133
get something from a vending machine
iets uit de muur halen
134
hunger
de honger
135
table
de tafel
136
reserve
reserveren
137
one
één
138
a bite of something
een hapje eten
139
notice board
het bord
140
Flanders
Vlaanderen
141
connoisseur
de fijnproever
142
everywhere
overal
143
inscription
het opschrift
144
Flemish
Vlaams
145
chips
de friet
146
have to offer
te bieden hebben*
147
with regard to
wat ... betreft (betreffen*:
148
Flemish man
de Vlaming
149
enjoy
genieten* (van)
150
a good/generous table
een rijke tafel
151
kind
de soort
152
you see, namely
namelijk
153
tradition
de traditie
154
event
de gebeurtenis
155
marriage
het huwelijk
156
is brewed
wordt gebrouwen (brouwen)
157
centre
het centrum
158
world trade
de wereldhandel
159
product 16th century
het product-de 16de eeuw
160
merchants
kooplieden (sg. de koopman)
161
potato
de aardappel
162
tomato
de tomaat
163
herbs
de kruiden
164
spices
de specerijen
165
furthermore
bovendien
166
rich
rijk
167
vegetable tradition
de groentetraditie
168
vegetables
de groenten (sg. de groente)
169
asparagus
de asperge
170
(Brussels) sprouts
de spruitjes
171
chicory
het witloof
172
green peas
de doperwten
173
cabbage lettuce
de kropsla
174
carot
het worteltje
175
have been developed
zijn ontwikkeld (ontwikkelen)
176
refine
verfijnen
177
till recently
tot voor kort
178
French
Frans
179
kitchen
de keuken
180
dominant
dominant
181
put on the menu
op de kaart zetten
182
more and more
steeds meer
183
top restaurant
het toprestaurant
184
dish
het gerecht
185
shrimp
de garnaal
186
rabbit
het konijn
187
plum
de pruim
188
stewery
de stoverij
189
hot-pot
de hutspot
190
that's quite different from
heel wat anders dan
191
hot
heet
192
grease
het vet
193
fry
bakken
194
quality
de kwaliteit
195
service
de service
196
good taste
de goede smaak
197
not only ... but also
niet alleen ... maar ook
198
butcher
de slager
199
stand in the queue
in de rij staan
200
favourite
favoriet
201
confectioner
de banketbakker
202
croissant
de croissant
203
cake
het taartje
204
offer
het aanbod
205
pastry shop
de patisserie
206
strong
sterk
207
regional
regionaal
208
coloured
gekleurd (kleuren)
209
from Antwerp
Antwerpse
210
assortment
het assortiment
211
from Bruges
Brugse
212
Calvinistic
calvinistisch
213
Belgian
de Belg
214
Catholic
katholiek
215
back
de rug
216
face
het gezicht
217
stay (+ 3d form)
staan (gestaan)
218
publication
de publicatie
219
ministry
het ministerie
220
community
de Gemeenschap
221
quotation
het citaat
222
newspaper
het dagblad
