Taal Vitaal Les 13 Flashcards
just
net
think
denken*
extraordinary
niet-alledaags
work overtime
overwerken
business trip
de zakenreis
app ointment
de afspraak
invite
uitnodigen
flowers
het bloemetje
bring along
meenemen*
have a drink
borrelen
swimming trunks
de zwembroek
change
wisselen
mess
de rommel
earn
verdienen
laptop
de laptop
business relation
de zakenrelatie
stay the night
overnachten
point in time
het tijdstip
fix
vastleggen
hurry up
opschieten*
cancel
afzeggen
practise
oefenen
blackboard
het bord
rest
uitrusten
hey
hé
removal
de verhuizing
lately
de laatste tijd
give trouble
last hebben van
most certainly
vast wel
for business
voor zaken
might
zou (zullen*)
forget
vergeet (vergeten*)
nag
zeuren
in the meantime
in de tussentijd
broken
gebroken (breken*)
oh dear, gee
jeetje
knew
wist (weten*)
winter sports
de wintersport
what a nuisance
vervelend
be curious
benieuwd zijn*
computer
de computer
I am sorry
het spijt me (spijten*)
P.S. (postscript)
P.S. (postscriptum)
call
het belletje
again
alweer
flu
de griep
next, this
aanstaande
coming
komend
St Nicolas
Sinterklaas
celebrate
vieren
have one’s birthday
jarig zijn*
(stand in the) queue
in de rij staan
the one who
degene die
when, what date
de hoeveelste
Queen’s Birthday
Koninginnedag