Taal Vitaal Les 6 Flashcards
yesterday
gisteren
such a day
zo’n dag
to have (+ 3d past form)
hebben (gehad)
here: get up
opstaan (opgestaan)
why?
waarom?
clothes
de kleren
to put on (+ 3d past form)
aantrekken (aangetrokken)
socks
de sokken (de sok)
at least
ten minste
make coffee
koffie zetten
good heavens!
mijn hemel!
heaven
de hemel
back
terug
here: anything
niets
to eat (+ 3d past form)
eten (gegeten)
key
de sleutel
to look for (+ 3d past form)
zoeken (gezocht)
spare
de reserve
to buy (+ 3d past form)
kopen (gekocht)
wet
nat
garden path
het tuinpad
to slip (+ 3d past form)
uitglijden (uitgegleden)
bus
de bus
just
net
to drive away (+ 3d past form)
wegrijden (weggereden)
then
toen
to take (+ 3d past form)
nemen (genomen)
too late
te laat
everything
alles
to be (+ 3d past form)
zijn (geweest)
flat tyre
de lekke band
party
het feest
something like that
zoiets
quickly
vlug
to fix
repareren
perfectly
perfect
learn
leren
lift, ride
de lift
to give (+ 3d past form)
geven (gegeven)
oh
ach